ACTUALISERING BELEID EN REGELGEVING - 1 MEI 2019 In deze nieuwsbrief vindt u de vooraankondiging over aanpassingen in de deelreglementen ONTWIKKELING en REALISERING. Publicatie van de regelingen volgt vóór 1 mei 2019. Met de aanpassingen eerder dit jaar in de NETHERLANDS FILM PRODUCTION INCENTIVE en de deelreglementen DISTRIBUTIE en FILMACTIVITEITEN zijn dan alle regelingen in samenhang geactualiseerd. |
|
|
ONTWIKKELING VAN FILMPRODUCTIES Ten tijde van cultuurbezuinigingen heeft het Fonds scherpe keuzes moeten maken binnen een lager budget en met een verzwaring van taken. Daarbij is bewust het budget voor ontwikkeling van filmprojecten in alle categorieën ontzien. In de afgelopen jaren heeft het Fonds er bovendien voor gekozen dit budget stapsgewijs te verhogen vanuit de visie dat voldoende tijd en ruimte in de ontwikkelingsfase cruciaal is om projecten zowel artistiek als productioneel en zakelijk optimaal te onderzoeken en uit te werken, alvorens een film daadwerkelijk in productie gaat. In 2017 werden de ontwikkelingsfasen geflexibiliseerd en de mogelijkheden voor verdere creatieve en technische uitwerkingen uitgebreid, om onder meer het tijdig betrekken van expertise in de vorm van coaching en Heads of department, nadere research en noodzakelijke tests of proefopnamen te stimuleren. In de praktijk wordt bij speelfilm echter nog vaak in losse stappen ingediend en relatief weinig gebruik gemaakt van deze mogelijkheden. Andere factoren zoals dwingende data voor uitzending en release, teruglopende investeringen van traditionele marktpartijen en het gebrek aan zicht op voldoende inkomsten uit exploitatie van films voor nieuwe projecten, zetten onverminderd druk op het ontwikkelingsproces, om zo snel mogelijk in productie te gaan. Daarom zet het Fonds een volgende stap bij speelfilms en lange animatiefilms, waarbij fases in de ontwikkeling anders worden ingericht en samengevoegd. |
|
|
AANPASSINGEN DEELREGLEMENT ONTWIKKELING Voor speelfilms en lange animatiefilms verloopt de ontwikkeling vanaf 1 mei in drie fases, waarmee enerzijds meer armslag en ruimte aan teams wordt geboden, en anderzijds focus wordt gevraagd omdat er scherpe keuzes richting realisering worden gemaakt: 1. SCENARIO-ONTWIKKELING: Vanaf 1 mei kan een aanvraag worden gedaan voor scenario-ontwikkeling om inclusief treatment direct tot een eerste scenarioversie te komen. Een aanvraag kan zoals gebruikelijk worden gedaan door een producent namens het betrokken creatieve team. Daarnaast wordt het ook mogelijk voor een scenarist die eerder hoofdverantwoordelijk was voor een speelfilm of lange animatiefilm, die professioneel is gerealiseerd en uitbracht om in deze fase zelfstandig aan te vragen. De bestaande aanvraagmogelijkheid voor de Vrijplaats voor ervaren scenaristen komt daarmee te vervallen. (De Vrijplaats voor beginnende scenaristen wordt meegenomen in de opzet van Ateliers, die eerder in het kader van de berichtgeving over het reglement Filmactiviteiten is aangegeven.) De daaropvolgende fase van projectontwikkeling is voor speelfilm en lange animatiefilm verdeeld in een fase van artistieke ontwikkeling en productieontwikkeling. 2. PROJECTONTWIKKELING - ARTISTIEKE ONTWIKKELING In deze fase van ontwikkeling verlopen aanvragen via de producent. Er moet ook een regisseur aan het project verbonden zijn. In deze fase gaat het om de definitieve uitwerking van het scenario. Daarnaast gaat het om het onderzoeken en bepalen van de visuele stijl en de creatieve en technische aspecten, waarbij het noodzakelijk is extra expertise te betrekken, zoals de uitwerking door gespecialiseerde crewleden van de basis van production design, verkennend locatieonderzoek, cameratests, storyboard, proefopnamen, uitwerking van special en/of visual effects en eerste casting hoofdrollen. Hiervoor is een opslag beschikbaar. Ook kan er, in het geval van een lange animatiefilm, een bijdrage voor een animatic aangevraagd worden. De maximale bijdrage voor de scenarist in de fase van scenario-ontwikkeling en de fase van artistieke ontwikkeling is gelijk. 3. PROJECTONTWIKKELING - PRODUCTIEONTWIKKELING Uitsluitend filmplannen die zodanig overtuigend artistiek ontwikkeld zijn dat de kans op realisering groot is, komen in aanmerking voor een bijdrage voor Productieontwikkeling. In deze fase gaat het om een breakdown en productieplanning, het betrekken van coproducenten en het onderzoeken van financieringsmogelijkheden, de gedetailleerde uitwerking van het financieringsplan en van de begroting. Daarnaast is er een beperkt bedrag beschikbaar voor een laatste polish van het scenario. Hogere ontwikkelingsbijdragen: Afhankelijk van de specifieke elementen van het project kan het maximale totale ontwikkelbudget voor een project ruim € 90.000 bedragen, exclusief een bijdrage voor een animatic. De bijdrage voor zowel debuterende scenaristen als voor ervaren scenaristen gaat omhoog. |
|
|
Ten aanzien van de scenario-ontwikkeling blijven de aanvraagmogelijkheden in het kader van De Oversteek, Cinema Junior, Talentontwikkeling in Internationale Context en Slate fundingovereind. Binnen deze speciale trajecten worden projecten vanaf het vroegste stadium van ontwikkeling gesteund en is er ruimte voor het betrekken van coaching alsmede de opslagen voor de producenten. Wel wordt de hoogte van de bijdrage waar van toepassing bijgesteld. In het kader van de aanpassingen in het deelreglement Filmactiviteiten maakte het Fonds eerder deze maand bekend op welke wijze het beleid en budget voor talentontwikkeling buiten het reguliere maakproces wordt versterkt en uitgebreid. Er wordt gestart met de opzet van Ateliers, een creatief ontwikkeltraject voor filmprojecten en makers onder leiding van coaches; er komt in samenhang met de nieuwe regeling Immerse\Interact ook ruimte voor deelname aan specifieke labs/ateliers voor innovatieve mediaproducties; ook is er ruimte voor versterking van de regionale infrastructuur voor talentontwikkeling. Daarbij wordt aangesloten op knooppunten van audiovisuele opleidingen, broedplaatsen, film commissions, fondsen, festivals en regionale omroepen. Daarnaast is het Fonds voornemens de ondersteuning van regelingen voor regisseurs en scenaristen via de verenigingen (mentoraat, meester-gezel) voort te zetten en uitbreiding van deze vormen te onderzoeken naar andere disciplines, waarbij de sector zelf verantwoordelijkheid neemt kennis te delen en over te dragen. Tenslotte onderzoekt het Fonds de mogelijkheid om de krachtenbundeling van in Nederland gevestigde Talentlabs van onder meer de filmfestivals te versnellen, om zo richting de nieuwe beleidsperiode de ontwikkeling van een sterk Creative Skills Lab te stimuleren. Dit Creative Skills Lab zou niet alleen de inhoudelijke kwaliteit, planning en organisatie van bestaand aanbod in Nederland moeten borgen en versterken. Het zou ook programma’s op maat moeten kunnen ontwikkelen voor skills-training op specifieke terreinen waar lacunes worden gesignaleerd. |
|
|
AANPASSINGEN DEELREGLEMENT REALISERING In de nieuwsbrief van december maakten wij bekend dat de extra middelen voor talentontwikkeling, vernieuwing en internationalisering in 2019 en 2020 onder meer worden ingezet voor: de versterking van de regeling voor Filmfonds Shorts; de tweejaarlijkse regeling De Verbeelding in samenwerking met het Mondriaan Fonds; de versterking en aanpassing van de regeling New Screen Low Budget- films waarbij urgentie en het lowbudget concept voorop staan; de herziene en verbrede Transmediaregeling die inmiddels onder de nieuwe naam Immerse\Interact van start is gegaan in samenwerking met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Daarnaast is het sterk overvraagde budget voor minoritaire coproducties verhoogd, waarbij tevens ruimte is gemaakt voor interactieve en immersieve mediaproducties die in internationale coproductie worden gerealiseerd. In aanvulling hierop wordt het Deelreglement Realisering op een aantal punten aangepast: In lijn met de Netherlands Film Production Incentive wordt ook binnen het deelreglement realisering de drempel voor aanvragers verlaagd om de doorstroming van talent te versnellen. Om een aanvraag in te dienen op grond van het deelreglement realisering, moet een aanvragende producent hoofdverantwoordelijk zijn geweest voor tenminste één eerdere film binnen de betreffende categorie die professioneel is gerealiseerd en uitgebracht. Voorheen waren dit er twee. Dit geldt voor alle categorieën. Het aantal aanvragen voor een Matchingbijdrage Mainstream Film maar ook de kwaliteit ervan blijft achter bij de verwachtingen. Om de beoogde impact op de ontwikkeling en realisering van films met cinematografische kwaliteit en brede publiekspotentie in Nederland te versnellen, wordt de Matchingbijdrage Mainstream Film losgelaten en doorontwikkeld tot een volwaardige aanvraagmogelijkheid. De nieuwe regeling gaat in het najaar van 2019 van start. Bij de selectie van aanvragen voor minoritaire coproducties wordt prioriteit gegeven aan filmproducties die naast de verplichte bioscoopuitbreng in het land van de hoofdproducent ook een gegarandeerde bioscoopuitbreng in Nederland krijgen. Voor de categorieën speelfilm, lange animatiefilm en documentaire wordt de eis toegevoegd dat minoritaire coproducties tenminste een non theatrical release in Nederland moeten krijgen. In het licht van teruglopende investeringen uit de markt en de noodzaak om bijvoorbeeld het aantal draai- en montagedagen goed te laten aansluiten bij een optimale verfilming van het scenario, continueert het Fonds de inzet van hogere bijdragen voor de productie en postproductie van films. Voor reguliere aanvragen voor realisering wordt de maximale realiseringsbijdrage naar boven bijgesteld door de losse opslagen die van toepassing zijn voor verplichte audiodescriptie & ondertiteling, sales deliveries en marketing en promotie daarin onder te brengen. Voor producties waar de financiering in de realisering gefaseerd verloopt, wordt daarnaast fase 2 verlengd van 6 naar 9 maanden. Op deze manier worden de administratieve lasten voor aanvragers en verlaagd. |
|
|
|
| | |
|