Toen in 2010 de huizencrisis in Nederland op haar hoogtepunt was, werden (particuliere) beleggers gevraagd om in te stappen. Hun investeringen konden de markt weer op de been helpen.
Maar ja, als het dan jarenlang goed is gegaan, dan begint jaloezie toe te slaan. Die beleggers van toen hebben immers goed geboerd. Ze namen een enorm risico en kochten op de bodem van de markt huizen tegen prijzen waar we nu alleen nog maar van kunnen dromen.
Scheve gezichten en een minister die de markt wel even komt helpen hebben ervoor gezorgd dat de huurmarkt nu niet meer interessant is voor kleine beleggers. Die verkopen hun bezit nu massaal en vaak aan mensen die dan niet gaan huren, maar er als eigenaren zelf gaan wonen. Daarmee verliest de huurmarkt dus terrein.
Er is een flinke markt voor huurwoningen, maar vooral politieke besluiten zorgen ervoor dat de hoeveelheid betaalbare woningen flink kleiner aan het worden is.
Dat soort woningen kan ook niet meer gebouwd worden. Grond is daarvoor te duur. Het worden dus appartementen en dan van die hele kleine. Zitten we daar op te wachten?
Als je in nood bent, misschien wel, maar woonkazernes vol met luciferdoosjesappartementen zijn een probleem voor de toekomst. Daar komt namelijk ellende van.
Het ABP wil nu 1 miljard gaan beleggen in het middensegment. Bewust daar, want zoals gezegd, de onderkant van de markt, daar kan je echt niets meer verdienen. |