STEMMEN MET HET VIRUS. Kijk even mee naar de verwarrende gebeurtenissen van de afgelopen week in Wisconsin. De staat bevindt zich halverwege de lijst van Covid-19-besmettingen. De gouverneur kondigde op 25 maart een stay-at-home bevel af voor de duur van een maand. De verkiezingen die voor 7 april – vandaag – op de kalender stonden, zouden ongetwijfeld, verwachtte men, worden uitgesteld zoals dat in andere staten eerder was gedaan. Wisconsin niet. De situatie in deze Rustbelt-staat is ingewikkeld. Hier zouden op 7 april niet alleen voorverkiezingen in de presidentsrace worden gehouden, maar ook verkiezingen voor een reeks openbare functies, van rechters tot en met de burgemeester van grootste stad Milwaukee. Gouverneur Tony Evers, een Democraat, wilde de verkiezingen niet uitstellen en vond ook dat hij daartoe niet de wettelijke bevoegdheid had. Zowel de Republikeinse als de Democratische Partij heeft inwoners van Milwaukee aangevuurd om zogenoemde absentee ballots aan te vragen, waarmee per post kan worden gestemd. Daar zijn er dit jaar ruim 1 miljoen van aangevraagd, een record. Maar het is iets meer dan de helft van het aantal kiezers dat kwam stemmen bij de voorverkiezingen in 2016. Met andere woorden: als de stembureaus dicht zouden blijven om gezondheidsredenen dan is de opkomst in Wisconsin gehalveerd – een omstandigheid waar de Republikeinen naar verwachting garen bij spinnen. Een federale rechter besliste dat de stemmen per post een week langer mochten binnenkomen en hij deelde een sneer uit naar gouverneur en congres, dat zij niet tijdig tot uitstel waren overgegaan. De druk op Evers werd steeds groter. Maandag zwichtte hij en met een beroep op de volksgezondheid tekende hij een executive order waarbij de verkiezingseinddatum werd verlengd tot 9 juni en het stemmen-in-persoon op dinsdag verboden. Hierop tekende de Republikeinse Partij van Wisconsin onmiddellijk beroep aan. Diezelfde dag kreeg ze gelijk van de hoogste rechter in de staat. En bovendien vernietigde het federale Hooggerechtshof het besluit van de federale rechter: de verkiezingen in Wisconsin eindigen op dinsdag 7 april. De posities voor of tegen uitstel liepen in beide gerechtsorganen keurig langs partijlijnen: Democratisch benoemde rechters voor uitstel, Republikeinse rechters tegen. „Ik vrees”, schreef rechter Ruth Bader Ginsburg bij de uitspraak, „dat de uitspraak van het Hof zal leiden tot massale ontneming van het feitelijk stemrecht”. |