Lieve lezer, Net toen er in Nederland een spreekwoordelijke kaalslag door de kunsten raasde – de subsidies van het Kunstenplan werden onder tig kunstinstellingen verdeeld en tientallen stichtingen kunnen opdoeken – raasde er in Libanon een andere kaalslag. Een echte. Een enorme explosie van opgeslagen materiaal in de haven van Beiroet. Op het moment dat ik dit schrijf lees ik dat er meer dan 150 doden en duizenden gewonden zijn. De helft van de gebouwen is beschadigd, de helft van de mensen heeft geen werkplek of geen huis meer. Op een filmpje van de knal zie ik auto’s en gebouwen uit de grond omhoogkomen, totaal kromtrekken en door de schokgolven knappen, alsof ze zich op de rand van een zeepbel bevinden. Ik heb nog nooit een gebouw zien kromtrekken. Het is lachspiegelachtig. Lachspiegel, omdat zulke verwoesting een grotesk effect heeft en bijna iets belachelijks wordt. Gaan we de scholen sluiten? Dat is niet eens meer een vraag. Er zijn geen scholen. Wanneer kunnen we weer werken? Er is geen werk. Kan ik de gewonden helpen? De ziekenhuizen kunnen ze niet kwijt. Het brandweerteam? Opgeblazen. Een man in een nieuwsvideo (RTL Z) ziet eruit alsof hij met een haai gevochten heeft. “Maar kijk mijn auto!” blijft hij roepen. “Kijk mijn auto!” Onwillig draait de camera mee. Inderdaad, het autootje is een harmonica. De man leeft. Toch lijkt hij het niet belangrijk te vinden om dat te benadrukken. De auto is weg, de normale orde der dingen is weg. Alles is lachspiegelachtig zinloos geworden. Dan toch zie ik een filmpje van een oude dame met een keurig kapsel. Ze zit achter een piano in haar huis en ze speelt Auld Lang Syne (wat wij kennen als Wij houden van Oranje).We zien haar vanuit een opengebroken woonkamer. Raamkozijnen, kastdeuren, kleedjes en een hele tussenwand liggen verspreid over de grond alsof een reus een hap uit het huis heeft genomen. Ze speelt. Bibberig, het galmt raar, maar ze speelt. Als er niets te doen is, niets te repareren, dan toch de kunsten. Als niets nut heeft en niets zin, dan een piano en muziek. Overal neigen wij mensen naar nut en bedrijvigheid, maar kunst, kunst kruipt waar het niet gaan kan. Kunst is nog geen brood of water. Brood, water, medische hulp zijn nodig om te overleven, kunst is nodig om te leven. Kunst is de kakkerlak die de atoombom overleeft. Kunst als troost. Lachspiegels in lachspiegelende tijden. Laten we elkaar de helpende hand bieden (of die nou water aanreikt of quatre-mains speelt),
Marthe van Bronkhorst Columnist |