Dat hij zich rebels zou tonen, dat hadden we allerminst verwacht. Klein van gestalte, met een baard die het kabouterachtige nog versterkte. Zachtaardig in de omgang, met een wat neuzelende stem, die je niet met een leerkracht aan een technische school (vol jonge rebellen) zou associëren. Zijn ouderwets aandoende naam Lucien zelf vertederd naar Luus – wat dan weer naar een parasiet zweemde. Hij was het die met de voeten van de Russische politie rammelde tijdens onze tussenlanding in Moskou. |