Kritiek op het fenomeen identiteitspolitiek associëren we vooral met de figuren die vinden dat we onze politieke energie überhaupt niet moeten verspillen aan onderwerpen als antiracisme, feminisme en gender. De term komt immers veel voor in kritieken op alles wat ‘woke’ is. Conservatieve stemmen horen gedram over ‘identiteiten’, die geen onderwerp van gesprek zouden moeten zijn ‘want iedereen heeft toch zelf de verantwoordelijkheid om het te maken in de maatschappij?’ Veel (jonge) activisten en anderen die streven naar meer rechtvaardigheid zijn het woord identiteitspolitiek en het discours eromheen gaan associëren met ‘de tegenstander’. Ook ik merkte dat ik identiteitspolitiek lange tijd zag als een soort ‘spookbeeld van rechts’, net als het cultuurmarxisme: een betekenisloze catch-all voor alles waar ‘zij’ tegen zijn, en ‘wij’ (dus) voor. Daar komt bij dat in jonge, linkse, activistische (online) kringen een sterke drang bestaat om niemand pijn te doen en vooral een goede bondgenoot te zijn. Hoogstens zegt één iemand tegen een ander dat die iets ‘problematisch’ of ‘schadelijks’ heeft gezegd, waarop diegene incasseert en excuses maakt. Het is waarschijnlijk de agressie en veelheid aan haat en kritiek die de social justice warrior toekomt, plus de bestaande vormen van discriminatie en achterstelling, waardoor onder veel feministen, antiracisten en lhbtqi-activisten een allesoverheersend beeld is ontstaan van een bedreigende, kwaadaardige buitenwereld. Dit gevoel van bedreiging voedt de behoefte aan veiligheid die het afstraffen van andersdenkenden rechtvaardigt. Alsof je gelijk ‘de vijand’ in de kaarten speelt als je bijvoorbeeld identiteitspolitiek durft te bekritiseren. Toch is het geen recalcitrante heldendaad om kritische vragen te stellen over identiteitspolitiek; talloze maatschappelijk geëngageerde academici en activisten gingen me voor.
Bovenstaande is een gedeelte uit het essay ‘Zei er iemand identiteitspolitiek?’ van Annelies van der Meij. Annelies doet een voorzet voor een progressieve kritiek op identiteitspolitiek, die júist vraagt om kritiek vanuit een antiracistisch, queer en feministisch perspectief.
Het hele essay lees je in de eerste papieren editie van Hard//hoofd, te bestellen (met zelfgekozen cover) tot en met 21 maart! |