Beste Tuinvrienden, Begin jaren zeventig gingen wij buiten wonen. Mee met de stroom naar het platteland en drijvend op de behoefte om zelfsupporting te worden, ver van de hectiek van de stad en hunkerend naar de stilte en de ruimte. Dat viel overigens niet altijd mee. Want buiten de stad hoor je de vogels, de dieren, de landbouwwerktuigen, de wind, en treinen en auto’s die in de verte voorbijrazen en met een bepaalde wind de betrekkelijke stilte verstoren. Maar ondanks dat alles houden wij van het platteland en van Groningen. Maar even terug naar het begin. Uiteraard wilden wij naast een gewone tuin, een grote moestuin en niet gehinderd door enige kennis begonnen wij op een braak en maagdelijk stuk grond, goede zavel overigens. In de tuin zaaiden en planten we alles wat Rob Leopold van zijn verre reizen voor ons meebracht. En in de moestuin zaaiden we de zaden en planten van Lameijer, een beroemde zaadhandel uit Groningen. We dachten aanvankelijk dat bloemkolen onder de grond groeiden, maar al spoedig werden we uit die droom wakker geschud. Neemt niet weg dat we het eerste jaar de mooiste bloemkolen uit de hele buurt hadden. De doorgewinterde moestuinburen waren stinkend jaloers. Beginnersgeluk. En dat was ook zo. Want wat hebben we daarna geworsteld. We hebben in de jaren daarna van alles gemaakt met de opbrengsten van het veld. Onze kelders puilden uit van de ingemaakte groenten en in het appelhok werden de appels oud. Kortom, we hebben wat met moestuinieren. In de beginjaren van de kwekerij in Eenrum hebben we ook een prachtige moestuin gehad. Omsloten door wilgentenen hekjes vol met rankende Oost Indische kers (heerlijk in de sla). Dat maakte dan wel weer dat de wilgentenen snel hun veerkracht verloren en vaak vernieuwd moesten worden. Een heel karwei. Maar we hebben nagenoeg nooit van de moestuin gegeten. Zo mooi vonden we doorgeschoten sla, bloeiende kolen en uitgroeiende snijbiet. De moestuin was een plaatje en ging de hele wereld over in allerlei tuinbladen. Nu hebben we geen moestuin meer, maar we planten her en der in de tuin, de borders en in de moerbedden nog wel die schoonheden. Nog steeds kan je doorgeschoten sla, bloeiende boerenkool en rijtjes vergeten ruccola, courgettes, spannende klimbonen vinden. Niet te vergeten de pompoenen op de composthoop. Het blijft genieten. Bovendien compenseren we het gemis door de moestuinen, in ieder geval de producten ervan en boeken erover van anderen, op de kwekerij te halen. (Wij kunnen nog steeds veel leren op het gebied van moestuinen en de permacultuur, tegenwoordig een belangrijk en populair onderwerp). De specialisten komen op de Groentedagen: GROENTEN EN MEER op zaterdag 29 en zondag 30 mei. Jan Kees Luijerink, die een heel leven de drijvende kracht was achter Het Blauwe Huis, kweekt kruiden op biologisch dynamische wijze, Alma Huisken (De Groene Luwte) schrijft en geeft cursussen over moestuinen en nog veel meer op onnavolgbare manier, Ria Loohuizen is de expert op het gebied van plukken uit het wild. Dan komen er twee groentekwekers uit de buurt: op zaterdag ‘Frutas del Campo’ en op zondag ‘Arthur Vermij’, beide met een keuze uit hun sortiment groenteplanten, aangevuld met jam en chutney. En tot slot biedt ‘Handig Goed’ de naam zegt het al, alles wat handig en goed is voor o.a. de moestuin. In de tuin staan prachtige nieuwe werken van Patricia Suèr, o.a. bewegend riet van staal. Welkom op de kwekerij en in de tuin. Eric Spruit Fleur van Zonneveld en medewerkers |