Lieve lezer, ‘Laatste vraag, Marte. Als het niet goed met jou gaat, hoe gaan we dat dan merken?’ Twee paar ogen kijken me vanaf mijn beeldscherm aan. In de stem van de vraagsteller: lichte bezorgdheid. Komende zomer breng ik, samen met 17 andere literaire up-and-coming brainiacs, twee weken door in Parijs. Als corona het toestaat, krijgen we er workshops, redactionele begeleiding en ampele gelegenheid te schrijven en schrappen. Twee beschermengelen waken gedurende die weken, behalve over mijn literaire voortgang, blijkbaar ook over mijn mentale gesteldheid. ‘Ik weet niet of ik dat zelf zou merken,’ grap ik. Vaak openbaart de waarheid zich in de wrange grapjes die je niet binnen kan houden. Dat is niet erg: ook om ellende mag soms best gelachen worden, vind ik. ‘En ik denk trouwens ook niet dat ik het dan zou vertellen,’ voeg ik eraan toe. Ik herken het bij mezelf en bij mijn leeftijdsgenoten: een eerlijk antwoord op de vraag hoe het met ons gaat zul je niet snel krijgen. Enkele dagen vóór het gesprek wist iemand mij nog wel te doorgronden: ‘Hoe maak je het?’ opende die persoon zijn mail aan mij, gevolgd door: ‘Ik hoor graag hoe het met je gaat.’ Ik bleef lang naar die tweede zin kijken. Hij stond er zo vreemd, als een echo van de openingsvraag. Ik heb naar waarheid teruggemaild. Wat doe je als een welgemeend ‘Hoe gaat het?’ verloren gaat in de alledaagse, beleefde taalconventies? Juist: je stelt de vraag nogmaals. Om aan te geven: hé, ik vroeg je iets en ik wil het eerlijke antwoord. Dus hoe gaat het met je, lieve lezer? Hoe gaat het? Liefs, Marte Hoogenboom Hoofdredacteur Reacties op deze nieuwsbrief belanden in de algemene redactie-inbox van Hard//hoofd. Daar zitten lieve mensen klaar om te horen hoe het met jullie gaat. |