| HOOGENRAAD & HAAK JULI 2024 Hier zijn we weer met ons NIEUWS! Elk kwartaal schrijven we over wat ons opvalt in onze aandachtsgebieden intellectuele eigendom, reclame en food law. Ditmaal o.a. over gezondheidsclaims en geneesmiddelenboetes, de verkoop van tweedehands LEGO setjes, de claim “duurzame keuze”, mediation en vergelijkende reclame. Hartelijke groet van het hele team, Maarten Haak | | | | | | “A juice a day keeps the doctor away”. Deze variatie op de welbekende uitspraak “An apple a day keeps the doctor away” lijkt een onschuldige reclamekreet. Maar let op: het is een gezondheidsclaim en daarvoor gelden strenge regels. Hoe zit het ook alweer met gezondheidsclaims? Dit zijn claims die impliceren dat er een verband bestaat tussen een levensmiddel (zoals voedingssupplementen of smoothies) en de gezondheid. Voorbeelden zijn: ‘gezond’ en ‘goed voor de weerstand’. Algemene gezondheidsclaims zijn alleen toegestaan als ze gepaard gaan met een specifieke gezondheidsclaim. Hierbij mogen alleen claims worden gebruikt die op de lijst met toegestane claims staan. Bijvoorbeeld: de algemene gezondheidsclaim ‘goed voor de weerstand’ in combinatie met de specifieke (en toegestane) claim ‘vitamine C draagt bij aan de normale werking van het immuunsysteem’. En ook: ‘goed voor het hart’ met de specifieke claim ‘de mix van zonnebloem-, lijnzaad- en koolzaadolie bevat van nature Omega 3 & 6 dat goed is voor een gezond cholesterol’. Lees over dit laatste voorbeeld meer onder het kopje ‘Kleine lettertjes kunnen je de das omdoen’ in deze nieuwsbrief. “A juice a day keeps the doctor away” is een algemene gezondheidsclaim. De verkoper die hiermee zijn smoothies promootte, had géén specifieke gezondheidsclaim opgenomen in de uiting. Daarom oordeelt de Voorzitter van de Reclame Code Commissie dat de uiting in strijd is met de Claimsverordening (1924/2006) en de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV). Wees alert op claims die iets zeggen over de gezondheid en gebruik bij een algemene gezondheidsclaim altijd een specifieke claim. Myrna Teeuw | | | Iemand die een setje LEGO steentjes koopt mag dat setje ook weer doorverkopen. Het merkrecht is dan uitgeput. Maar mag een bedrijf gebruikte setjes inkopen, samenvoegen tot nieuwe setjes en als tweedehands product verkopen? De merkhouder kan dat verbieden als de toestand van de waar is gewijzigd. Bijvoorbeeld als de kwaliteit flink is achteruitgegaan, of als er iets is veranderd aan het product. Dan is die verandering buiten de controle van de merkhouder doorgevoerd. Als er dan iets mis is met zo’n product, kan dat de merkhouder schaden. Dit was de inzet van een kort geding tussen LEGO en iemand die setjes verzamelde en samenvoegde. Zo werd bijvoorbeeld een NS locomotief met wagon verkocht, voorzien van NS logo.
| | Er waren ook metalen lagertjes toegevoegd om de wielen beter te laten draaien: | | Daarop loopt het stuk voor deze wederverkoper: deze toevoegingen doen afbreuk aan de kwaliteitsgarantiefunctie. Het maakt niet uit dat LEGO het custom made bedrukken van steentjes zelf ook wel faciliteert. Dat betekent niet dat LEGO moet toestaan dat een derde dat (buiten controle van LEGO) ook doet. De toestand van de waar is gewijzigd, en LEGO kan zich dus verzetten tegen de verkoop. Echt interessant zou het zijn als deze wederverkoper de steentjes zelf niet had gewijzigd, maar ze had samengevoegd tot een bouwsetje dat door LEGO zelf niet wordt aangeboden. Gaat een beroep op uitputting dan nog op? Dit is aan de orde van de dag met de praktijk van upcycling: het hergebruiken van producten of onderdelen daarvan om daarmee nieuwe, hoogwaardige producten te maken. Wenselijk vanuit oogpunt van duurzaamheid, maar de merkhouder kan een belang hebben om dat tegen te gaan. De komende jaren zullen we meer van zulke geschillen gaan zien waarin een passend evenwicht tussen deze belangen zal worden gevonden. Bij de ECTA Retreat op het kantoor van BOIP besprak ik dit voorjaar een aantal problemen en mogelijke oplossingsroutes. Komende jaren zullen we zien hoe upcycling juridisch wordt benaderd. | | Wil je mijn presentatie over Upcycling en merkenrecht ontvangen? Stuur mij even een mailtje! Maarten Haak | | | | Weer een kraal aan de ketting. Bij voedingssupplementen is de levensmiddelenwetgeving van toepassing en niet de Geneesmiddelenwet. Al jaren beboet de NVWA het gebruik van verboden medische claims voor voedingssupplementen streng op grond van de Geneesmiddelenwet. Ook de rechtbank Amsterdamzet hier nu een streep door, in navolging van recente uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unieen de rechtbank Oost-Brabant. Waar gaat het over? Nutramin verkoopt op haar website voedingssupplementen en gebruikt daarbij klaarblijkelijk een verboden medische claim (de uitspraak geeft niet aan om welke claim het gaat). Door het gebruik van een verboden medische claim presenteert Nutramin de producten als geneesmiddelen, zo redeneert de NVWA. De rekening: twee keer €27.000 voor overtreding van de Geneesmiddelenwet. Nutramin stapt naar de rechter en een juridische discussie volgt. De levensmiddelenwetgeving bevat namelijk óók een verbod op medische claims met veel lagere boetes (€525 of €1.050). Welke wet gaat voor? De Geneesmiddelenrichtlijn biedt uitsluitsel: als een product duidelijk aan de definitie van een specifieke productcategorie voldoet (bijv. voedingssupplement) dan is die wetgeving van toepassing. En niet de geneesmiddelenwetgeving. De rechtbank stelt vast dat de producten duidelijk voedingssupplementen zijn en kopt dan in dat daarom de geneesmiddelenboetes van tafel moeten. Met deze uitspraak sluit het net rond de NVWA zich steeds meer. In de toekomst zal het anders moeten. Voedingssupplementen zullen op grond van de levensmiddelenwetgeving beoordeeld moeten worden. De Raad van State zal daar mogelijk dit jaar (in een andere zaak) een definitief oordeel over geven. Niet alleen de NVWA krijgt ongelijk, maar ook de Nederlandse staat. De procedure heeft namelijk te lang geduurd en de rechtbank houdt de Staat hiervoor verantwoordelijk. De redelijke termijn voor de bezwaar- en beroepsfase is twee jaar. Deze procedure duurde twee jaar en zeven maanden en daarom ontvangt Nutramin een schadevergoeding van €1.000. Lisanne Steenbergen | | | | Duurzaamheidsclaims in de reisbranche liggen al langere tijd onder de loep. Na vliegtuigmaatschappijen, wordt er nu ook kritisch gekeken naar duurzaamheidsclaims in de cruisesector. Zo acht de Reclame Code Commissie (RCC) de claim “duurzame keuze”, zonder verdere toelichting, voor een cruisereis naar Noorwegen van Hurtigruten misleidend. In de Volkskrant adverteerde Hurtigruten voor een cruisereis naar Noorwegen. Een van de in de advertentie genoemde kenmerken van de reis was “duurzame keuze”, zonder verdere toelichting. Op de website van de adverteerder stond: “Duurzaam toerisme Bij het samenstellen van onze reizen houden we rekening met mensen, milieu, natuur en cultuur, zodat (…) ook komende generaties kunnen genieten van aantrekkelijke bestemmingen. (…) En daarmee leveren we een belangrijke bijdrage aan de duurzame ontwikkelingen op de bestemming (…)”. De RCC acht de claim “duurzame keuze” misleidend en in strijd met art. 3.1 Code voor Duurzaamheidsreclame. Bij gebruik van een vaag begrip als “duurzaam” moet direct in de uiting worden verduidelijkt welke specifieke invulling daaraan wordt gegeven en op grond waarvan het gebruik van dit begrip gerechtvaardigd is. Zoals de klager had aangegeven, ontbrak dit in de Volkskrant-advertentie. Ook de tekst op de website vindt de RCC om dezelfde redenen misleidend: het is niet duidelijk wat precies wordt bedoeld met de aangehaalde duurzaamheidsaspecten. Ook wordt niet onderbouwd hoe adverteerder rekening zou houden “met mensen milieu, natuur en cultuur” of “een belangrijke bijdrage aan de duurzame ontwikkelingen op de bestemming” levert. Zo blijkt maar weer dat het oppassen is geblazen met duurzaamheidsclaims. ‘Vage’ claims moeten in de uiting zelf verduidelijkt worden. Het lijkt erop dat de cruisesector nog meer te verduren heeft op het gebied van duurzaamheidsclaims: milieugroepen, waaronder Fossielvrij, hebben recent een klacht ingediend tegen claims van MSC Cruises die cruises aanprijzen als duurzame manier van reizen. Het is afwachten of MSC Cruises daarbij ook ‘nat gaat’. Lisa Peek | | | | Je leest deze nieuwsbrief omdat je op enig moment met ons kantoor in aanraking kwam. Vermoedelijk was er juridische hulp nodig bij een conflict, of een advies om een conflict te voorkomen. Veel mensen weten dat een advocaat kan helpen bij het procederen, maar waar ik het hierbij over wil hebben is dat er ook andere manieren zijn om juridische conflicten te beslechten. Een daarvan is mediation. Ik hoor u denken, mediation is toch soft, past dat wel bij een zakelijk geschil? Wellicht verbaast het u, of niet, maar de ervaring die ik opdeed was buitengewoon positief en deel ik graag. In een keihard, zakelijk, internationaal geschil over inbreuk door een Franse onderneming op octrooirechten van mijn cliënte liepen de onderhandelingen over een schikking vast. In dit soort situaties gaat het vaak als volgt: het erkennen van de inbreuk is lastig, of de eer te na, ze deden het toch niet expres, en het erkennen van de octrooirechten kan ook lastig zijn, terwijl dat voor de octrooihouder dan een minimumvereiste is. Vaak willen partijen er wel uitkomen om een procedure te voorkomen, maar zijn de principiële gevoelens aan beide zijden gewoon te sterk om tot een schikkingsovereenkomst te komen. Zo ook in dit geval. Maar omdat beide partijen advocaten hadden die open stonden voor alternatieven, werd daar ook actief naar gekeken. Een mediator met een achtergrond in de advocatuur op hetzelfde rechtsgebied werd gevonden, en de eerste afspraak werd gemaakt. Nadat de mediator beide partijen afzonderlijk had gesproken, werd een meeting belegd. Met advocaten, maar dat kan ook zonder. In dit geval was het handig dat iedereen op de hoogte was van de discussies en er meteen, in afzonderlijke ruimtes, verder gesproken kon worden. De mediator liep bij beide kamers binnen en deelde zijn gedachtes, stelde goede vragen. Daarna ging de bespreking plenair weer verder. Er heerste ondanks het conflict een positieve ambiance, beide partijen wilden een oplossing vinden, maar daarbinnen was er ruimte om de uiteenlopende standpunten toe te lichten en elkaar beter te begrijpen. Vervolgens werden er schriftelijk nog standpunten gewisseld en werd er bij de tweede bespreking overeenstemming bereikt. Zowel voor het octrooigeschil, als voor een samenwerkingsovereenkomst. Beide rijken vele kilometers verder dan de bevoegdheidsgrenzen van de Nederlandse rechter. Kortom, met al het gelijk van de wereld had mijn cliënte dit resultaat niet in rechte kunnen behalen. Omdat het niet altijd voor de hand ligt, is het juist goed om hierover na te denken en te spreken. Hoezeer ik er ook van houd om de toga aan te trekken, deze ervaring gaf minstens zo veel voldoening. Wil je meer weten over mediation in IE-geschillen? Bel me gerust, of kom een koffie drinken! Moïra Truijens | | | | Wat is vergelijkende reclame en wanneer is dit geoorloofd? Veel mensen zullen denken aan wervende advertenties met een vergelijking tussen de adverteerder en diens concurrent. Toch is de definitie van vergelijkende reclame ruimer. Ook een (boos) bericht op LinkedIn kan vergelijkende reclame zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uitspraakvan de rechtbank Den Haag. Bericht op LinkedIn Via LinkedIn maakte de Koninklijke Landmacht bekend met welk bedrijf zij een contract had gesloten na een aanbestedingsprocedure. Een afgewezen partij reageerde onder dit bericht met afkeurende woorden over de producten van het winnende bedrijf, zonder hierbij de naam van het winnende bedrijf te noemen of een vergelijking te maken met eigen producten. Volgens het winnende bedrijf was hier sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame. Ongeoorloofde vergelijkende reclame De definitie van vergelijkende reclame is ruim. Het betreft meer dan alleen de gevallen die in het gangbare taalgebruik als vergelijkende reclame worden aangemerkt. Zo is niet vereist dat sprake is van een wervende reclameboodschap of van een uitdrukkelijke vergelijking tussen eigen producten en die van de concurrent. Ook hoeft de naam van de concurrent niet expliciet benoemd te worden. Het gaat erom dat het publiek de uitlating kan herleiden tot die concurrent. Een reactie op LinkedIn op een bericht van een derde kan dus vergelijkende reclame zijn, ook al worden producten niet vergeleken of de naam van de concurrent uitdrukkelijk benoemd. De inhoud van de post moet dus kloppen. En als de reactie een afbrekende mededeling bevat over de producten van een concurrent kan de concurrent in zijn goede naam worden geschaad en ook dat is niet toegestaan (zie artikel 6:194a lid 2 BW). Persoonlijke frustratie Men gebruikt social media vaak om persoonlijke frustratie te uiten. En weinigen zullen zich gerealiseerd hebben dat een post op LinkedIn óók een vorm van vergelijkende reclame kan zijn. Dus zullen (werknemers van) bedrijven voorzichtig moeten zijn met wat zij schrijven, want het kan zomaar vergelijkende reclame zijn. Als dan niet aan de strenge voorwaarden voor vergelijkende reclame is voldaan, gaat het mis. Een concurrent kan aanspraak maken op rectificatie of zelfs schadevergoeding. Dus even nadenken over de inhoud, voordat je je verontwaardigde post plaatst. Luna Snellenberg | | | | Het margarineproduct Becel heeft een grappige televisiecommercial waarin een dochter in een disco zich reuze geneert als haar moeder vol energie al roller-skatend op het toneel verschijnt: ‘Becel goed voor het hart’. Helaas gaat het mis, want de verplichte specifieke onderbouwing van deze algemene claim is onleesbaar. De uitgebreide juridische discussie bij het College van Beroep ging over de vraag of ‘goed voor het hart’ wel of niet een algemene gezondheidsclaim is. Zo ja, dan mag die tekst, mits gecombineerd met een specifieke gezondheidsclaim. Upfield, de fabrikant van Becel, vermeldt daarom ook steeds bij die slogan ‘goed voor het hart’, waarom dat zo is, namelijk: ‘de mix van zonnebloem-, lijnzaad- en koolzaadolie bevat van nature Omega 3 & 6 dat goed is voor een gezond cholesterol’. Dit is een toegelaten specifieke gezondheidsclaim. Alles koek en ei, zou je denken. Toch pakt het verkeerd uit. Want: die tekst over Omega 3&6 en gezond cholesterol is maar twee seconden in beeld. Dat is te kort om de hele tekst te lezen, laat staan te doorgronden, aldus het College van Beroep. En nog een argument volgt: de tekst valt niet op want het zijn witte letters tegen een wit/gele achtergrond. Niet genoeg contrast dus. Bovendien wordt de aandacht afgeleid door het opvallende hart-symbool. De verplichte specifieke gezondheidsclaim-tekst staat dus weliswaar vermeld, maar onvoldoende leesbaar en te weinig opvallend. Dus de facto: géén specifieke gezondheidsclaim. En daarmee is de televisiecommercial tekst in strijd met de wet. De uitspraak bevat nog meer belangrijks: als de tekst zowel als een algemene gezondheidsclaim kan worden opgevat, maar ook als een specifieke gezondheidsclaim, dan mag het bedrijf zélf kiezen of sprake is van een algemene gezondheidsclaim, of van een specifieke gezondheidsclaim. Dat is best interessant; ik zou denken dat de tekst van de claim dat bepaalt, en niet het bedrijf. Het is wel een elegante oplossing. En een ander punt: voor de vraag naar de kwalificatie van de claim beroept Upfield zich op wetenschappelijke argumentatie in EFSA-opinies (in dit geval kort gezegd: ‘een verwijzing naar gezondheid van het hart’ is een algemene claim). Het College neemt de opinie van EFSA mee in haar overwegingen. Terecht vind ik. In een nieuwe versie van de televisiecommercial zal de Omega 3&6 tekst niet te missen zijn. Ebba Hoogenraad | | | | Groen nieuws: de Europese Raad heeft op 17 juni 2024 zijn standpunt bepaald over het voorstel van de Europese Commissie voor een “Green Claims Directive”. Een studie van de Europese Commissie uit 2020 toonde aan dat meer dan de helft van de milieuclaims in marketing vaag of misleidend is. Greenwashing is overal. De Commissie probeert hier paal en perk aan te stellen door middel van de voorgestelde Green Claims Directive.
De Green Claims Directive gaat strenge regels stellen aan de onderbouwing en communicatie van vrijwillig gedane uitdrukkelijke milieuclaims en milieukeurmerken. Kort gezegd komt het erop neer dat claims en keurmerken zeer stevig (en voor consumenten begrijpelijk) moeten worden onderbouwd, vooraf moeten worden gecheckt door een onafhankelijke verificateur, en helder moeten worden gecommuniceerd, waarbij duidelijk wordt verwezen naar de volledige onderbouwing.
De Europese Raad komt nu in zijn standpunt met een aantal voorgestelde wijzigingen. De belangrijkste:
- Bepaalde soorten milieuclaims zouden dankzij een vereenvoudigde procedure vrijgesteld kunnen worden van voorafgaande verificatie. Bedrijven zouden dan hun claims kunnen publiceren met een technisch document als onderbouwing. Het doel hiervan is om de administratieve last te verminderen.
- Daarnaast krijgen kleine ondernemingen van de Raad 14 maanden extra om aan de nieuwe regels te voldoen, en worden deze ondernemingen geholpen met (bijvoorbeeld) richtsnoeren voor compliance en financiële steun.
- De Raad komt met gedetailleerdere regels met betrekking tot carbon credit-programma’s.
Het standpunt van de Raad vormt de basis voor onderhandelingen met het Europees Parlement. Deze onderhandelingen starten na de zomer. Twee jaar nadat de Green Claims Directive zal zijn aangenomen zullen de nieuwe regels van kracht worden in de landen van de Europese Unie. Hoewel de precieze regels nog niet bekend zijn – er zullen in het onderhandelingsproces nog vele amendementen volgen – doen bedrijven er verstandig aan om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van de nieuwe regels, te beginnen met bewustwording binnen het bedrijf.
Behoefte aan ondersteuning? Het reclameteam van Hoogenraad & Haak helpt je graag uit de brand!
Daniël Haije
| | Hoogenraad & Haak is een onafhankelijk boutique advocatenkantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in het intellectuele-eigendomsrecht, reclamerecht en levensmiddelenrecht. Wij doen waar we van houden. Al onze partners zijn aanbevolen door zowel Chambers als Legal 500. Wij adviseren en procederen in complexe geschillen, vaak ook met een grensoverschrijdend aspect. We denken met bezieling mee, en leveren goed doordachte en strategische adviezen die in de praktijk ook uitvoerbaar zijn. En als het even kan, komen we in een vroeg stadium met een creatieve oplossing (hoe kan het wél?). Ben je benieuwd naar hoe we dat doen of naar onze mensen? | | Elk kwartaal sturen wij ons NIEUWS over ontwikkelingen binnen onze aandachtsgebieden. Het is geen advies. Als je vragen hebt over een specifiek onderwerp, bel of mail ons dan even. En stuur ons NIEUWS vooral door aan andere geïnteresseerden (inschrijven kan trouwens hier). Persoonsgegevens worden alleen gebruikt voor verzending van ons NIEUWS. Er is ook een Engelse versie. Eindredactie: Maarten Haak
Hoogenraad & Haak Cruquiusweg 109-B 1019 AG Amsterdam e info@hoogenhaak.nl t 020 – 305 3060 www.hoogenhaak.nl kvk 34314579 |
|
|
---|
|
|