|
HOOGENRAAD & HAAK OKTOBER 2024 Hier zijn we weer met ons NIEUWS! Elk kwartaal schrijven we over wat ons opvalt in onze aandachtsgebieden intellectuele eigendom, reclame en food law. Ditmaal o.a. over de naamswijziging van ROOMBETER, merken met een betekenis en ‘neutralisatie’, kortingscommunicatie, een hoge boete wegens ontplofte powerbanks en nieuw procesrecht per 1 januari 2025. Hartelijke groet van het hele team, Maarten Haak |
|
Het plantaardig product Roombeter moet de naam wijzigenHof van Justitie geeft duidelijkheid over kortingscommunicatieELON en ELTON: merkconflict of niet?Kledingproducent kleurt binnen de lijntjes met aanduiding ‘champagne’Hoge boete voor Kruidvat wegens ontplofte powerbanksVoedingssupplement of geneesmiddel? De bedoeling van de fabrikant geeft de doorslagPrejudiciële vragen over online winkelen: wat zegt de Hoge Raad?CVDM deelt eerste boete uit aan TikTok-vlogger voor sluikreclameNieuw procesrecht: 1 januari 2025 |
|
|
Upfield (tegenwoordig Flora Food Group) moet de verkoopnaam van haar product ROOMBETER aanpassen. Zij mag met haar plantaardige product zo fel als zij wil concurreren met roomboter. Zij mag ook op de verpakking vermelden dat haar product een 100% plantaardig alternatief is voor roomboter. Maar … Upfield mag het niet de productnaam ROOMBETER geven. Waarom niet? Volgens Europese regelgeving mogen bepaalde zuivelbenamingen, zoals room en boter, alleen worden gebruikt voor zuivelproducten. In kort geding krijgt de Nederlandse Zuivelorganisatie gelijk (NZO). NZO maakte vorig jaar bezwaar tegen de oude verpakking van het plantaardige smeerproduct Blue Band Roombeter, met een gouden wikkel en een letter ‘o’ (of ‘e’) die op een boterkrul lijkt. De verpakking zag er zo uit. |
|
De Reclame Code Commissie (RCC) vond de verpakking inderdaad misleidend. Door de schrijfwijze lijkt het alsof het echte roomboter is. En dat is niet zo. Maar de RCC wilde geen oordeel geven over het gebruik van de productnaam Roombeter als verboden zuivelterm. Dat is aan de rechter, volgens de RCC. NZO vroeg vervolgens de rechter in kort geding de naam ROOMBETER te verbieden. Inmiddels had Upfield de verpakking aangepast naar de blauwe versie. Het gaat bij de rechter uitsluitend over de productnaam ROOMBETER (en niet over de overige tekst). De Europese Zuivelwetgeving is heel duidelijk. Zuiveltermen zoals Room, Boter, Yoghurt mogen niet worden gebruikt ter aanduiding van een plantaardig product. Dat kan alleen als er werkelijk zuivel in zit. Blue Band Roombeter wordt gebruikt als productnaam. De kort geding rechter vindt dat dat niet mag. Dat oordeel is in lijn met Europese wetgeving en rechtspraak. Mag dan niets meer? Jazeker. Upfield mag op de verpakking vermelden dat het product een 100% plantaardig alternatief is voor roomboter. En zij mag haar product promoten omdat het beter is voor het klimaat. Maar wat niet mag, is de benaming ‘room’ gebruiken in de naam van het product. Want room in de verkoopnaam is uitsluitend voor échte room. Ebba Hoogenraad, Maarten Haak en Myrna Teeuw hebben deze zaak behandeld voor NZO. |
|
|
Dit is belangrijk voor elk bedrijf dat wel eens een korting adverteert aan consumenten. Al sinds de inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit prijsaanduiding producten in januari 2023 was onduidelijk hoe de (toen) nieuwe regels rondom kortingscommunicatie moeten worden uitgelegd. Is voldoende als in een aankondiging van een prijsvermindering alleen de “vorige prijs” wordt vermeld (d.w.z. de laagste verkoopprijs in de 30 dagen voorafgaand aan de prijsvermindering)? Of moet deze vorige prijs ook de referentieprijs (bv. doorgestreepte prijs) zijn? Het Hof van Justitie verschaft helderheid: bij het aankondigen van een prijsvermindering moet de vermindering gebaseerd zijn op de vorige prijs. Wat betekent dit in de praktijk? Dat leg ik uit aan de hand van het onderwerp van discussie bij het Hof van Justitie: de folder van Aldi met in de aanbieding bananen en ananassen. Wat was het probleem? Volgens de Moderniseringsrichtlijn (die de Richtlijn Prijsaanduiding heeft aangepast) moet bij het aankondigen van een prijsvermindering (communiceren van een korting) de laagste verkoopprijs in de 30 dagen voorafgaand aan de prijsvermindering (de “vorige prijs”) worden vermeld. Aldi dacht aan deze regel te voldoen door drie verschillende prijzen te noemen. |
|
Bij de bananen vermeldt Aldi: de huidige verkoopprijs - EUR 1,29;de laatste prijs (doorgestreept) - EUR 1,69;en de laagste prijs in de afgelopen 30 dagen (als losse vermelding) - EUR 1,29. En bij de ananas vermeldt Aldi: de huidige verkoopprijs - EUR 1,49;de laatste prijs (doorgestreept) - EUR 1,69;en de laagste prijs in de afgelopen 30 dagen (als losse vermelding) - EUR 1,39. Volgens het Hof van Justitie is dit niet toegestaan. Je mag niet de “vorige prijs” los vermelden zonder dat het kortingspercentage daarop is gebaseerd. Wat Aldi doet is in strijd met de doelstelling van de wetgeving: bescherming van de consument tegen ‘nepkortingen’. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor alle handelaren in de EU. Had Aldi dan moeten zeggen “bananen van EUR 1,29 voor EUR 1,29” en “ananas van EUR 1,39 voor EUR 1,49”? Nee, dat leidt tot de bizarre situatie waarin de huidige verkoopprijs gelijk is aan of hoger is dan de “vorige prijs” en er dus eigenlijk helemaal geen korting is. Wat dan wel? Aldi had op basis van de uitspraak niet met deze korting mogen adverteren. Handelaren moeten hun prijsbeleid herzien, met name bij producten die maandelijks meerdere keren in de aanbieding zijn . Acties als “2+1 gratis” worden wellicht populairder, omdat dat geen prijsverminderingen zijn waarbij de “vorige prijs” moet worden vermeld. Ook kortingen binnen een loyaliteitsprogramma (bv. met een kortingspas) kunnen een uitzondering vormen, zolang niet alle klanten in werkelijkheid daaraan gemakkelijk deel kunnen nemen. Heb je vragen over kortingsacties? Laat maar horen! Myrna Teeuw |
|
|
Eindelijk weer een beslissing waarin gewoon verwarringsgevaar wordt aangenomen. De Kamer van Beroep van EUIPO wijst de oppositie door het oudere Zweedse woordmerk ELON tegen de aanvraag van het EU woord/beeldmerk ELTON (afbeelding) toe. |
|
De beide merken stemmen visueel en auditief enorm overeen. Maar hoe valt de conceptuele vergelijking dan uit? Bij ELON denkt men aan Elon Musk, en bij het ELTON aan Elton John. De visuele en auditieve overeenstemming tussen de merken kan worden weggenomen (geneutraliseerd) als ten minste één van die merken voor het publiek een duidelijke, specifieke en onmiddellijk begrijpelijke betekenis heeft (HvJ in de zaak Asterix/Mobilix). In de globale vergelijking worden de twee merken dan als (totaal) niet-overeenstemmend beschouwd. Dan is er hoe dan ook geen inbreuk. Lionel Messi had baat bij deze mogelijkheid toen hij nogal laat nog merkbescherming voor MESSI wilde regelen. Het oudere merk MASSI maakte vergeefs bezwaar, omdat MESSI natuurlijk visueel en auditief nogal overeenstemt met MASSI. Maar anders dan bij MASSI denkt iedereen bij MESSI aan de voetballer, dus werd geen overeenstemming aangenomen. Eigenlijk heel raar, die neutralisatie. Nu terug naar Elon en Elton en de Kamer van Beroep. Die twee namen roepen niet bij het gehele publiek een kraakhelder verband op met Elon Musk en Elton John. Er is ook een niet-verwaarloosbaar deel van het publiek waarvoor dat verband niet wordt opgeroepen. En dan kan voor die deelgroep dus ook niet worden geneutraliseerd. Neutralisatie is echt alleen bedoeld voor begrippen of namen die bij iedereen een kraakheldere betekenis oproepen. Maarten Haak |
|
|
|
Mag een kledingproducent de kleur van zijn kleding aanduiden met ‘champagne’, of is dat een inbreuk op de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) voor Champagne? De voorzieningenrechter in Den Haag vindt ‘champagne’ een gangbare kleuraanduiding. Een kledingproducent profiteert hiermee niet van de reputatie van de beschermde naam voor mousserende wijnen. In mei informeerde de Nederlandse douane de belangenbehartiger van Champagneboeren en -producenten, het CIVC, dat een partij kleding was tegengehouden, omdat het woord ‘champagne’ op de labels stond. ‘Champagne’ is een Beschermde Oorsprongsbenaming (‘BOB’), net als bijvoorbeeld Feta en Prosciutto di Parma. Een BOB is als het ware een kwaliteitslabel dat de consument de garantie biedt dat een product afkomstig is uit een specifieke regio en aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Door het gebruik van ‘champagne’ op het kledinglabel is volgens het CIVC sprake van uitbuiting dan wel afzwakking, verwatering en/of het schaden van de reputatie van de BOB ‘Champagne’. De kledingproducent zou hiermee zonder geldige reden profiteren van die reputatie. De kledingproducent wijst erop dat een kleuraanduiding verplicht is op een kledinglabel en dat ‘champagne’ een gangbare aanduiding is voor een beige-achtige kleur. Volgens de rechter vat de consument het woord ‘champagne’ op een kledinglabel op als een (gebruikelijke) kleuraanduiding en niet als een kwaliteitsgarantie. De reputatie van de BOB ‘Champagne’ hangt juist samen met de mousserende wijnen onder die naam. Daar heeft kleding niets mee te maken. Volgens de rechter legt de consument dus geen verband met de wijn Champagne. En dan profiteert de kledingproducent dus ook niet van de reputatie van de BOB ‘Champagne’. Benieuwd of het CIVC in beroep gaat. Met een goed opgezet marktonderzoek kan misschien aannemelijk worden gemaakt dat de kledingconsument dat verband met de wijn wel legt. Luna Snellenberg |
|
|
|
Kruidvat krijgt een omzetgerelateerde boete van € 795.000 wegens grove schuld bij de verkoop van ontplofbare powerbanks, zo oordeelde de rechtbank in Rotterdam. Een fors bedrag, maar weet dat deze boetes niet zomaar kunnen worden opgelegd. Dat speelt alleen bij heel ernstige omstandigheden zoals opzet of grove schuld. Wat is er gebeurd? In januari 2020 kreeg de NVWA een melding van een consument over een powerbank van de Kruidvat die tijdens het opladen was ontploft. Onderzoek van de NVWA wees uit dat de temperatuur van de batterij van de powerbank niet automatisch onder controle wordt gehouden. Hierdoor kan de batterij, tijdens of na het opladen, oververhit raken, wat kan leiden tot brand en/of explosie van de powerbank. Grove schuld Wat bleek? Kruidvat was volgens de rechter zelf ook op de hoogte van dit gevaar (of had dit moeten zijn). In 2018 had de NVWA haar al gewezen op de mogelijke gevolgen van het gebruik van dergelijke onveilige batterijen. Ook hadden klanten van Kruidvat in 2019 en 2020 ook al bij haar geklaagd over ontplofte powerbanks. Kruidvat haalde de powerbanks echter niet uit de schappen én deed geen melding van de ontplofbare powerbanks bij de NVWA. De NVWA vindt dat Kruidvat beide had moeten doen volgens de Warenwet. Daarom legt de NVWA voor deze twee overtredingen een hoge boete op van € 870.000. Omzetgerelateerde boete De NVWA kan een omzetgerelateerde boete opleggen in geval van opzet of grove schuld. Volgens de rechtbank nam de NVWA terecht grove schuld aan. Kruidvat was immers op drie verschillende momenten gewezen op de gevaren van haar powerbanks en deze powerbanks hadden (ernstig) letsel en schade kunnen veroorzaken. Het kan volgens de rechter niet door de beugel dat Kruidvat desondanks geen voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Grove schuld dus. De rechtbank matigt de boete wel tot € 795.000: de NVWA heeft te lang gedaan om te beslissen over de boete en het bezwaar daartegen. Maar dat er een flink bedrag betaald moet worden, daar is - in dit specifieke en ernstige geval - geen Kruidvat tegen gewassen. John Kid Huong |
|
|
|
De tekst “vermindert zwelling en verlicht pijn” mag niet bij een voedingssupplement staan. Het levensmiddelenrecht verbiedt het maken van medische claims. Hier staat een boete van €525 of €1050 op. De NVWA kiest al jaren voor een andere juridische grondslag. Op grond van de Geneesmiddelenwet legt zij boetes van maximaal twee keer €150.000 op. In deze recente uitspraak fluit de rechtbank Gelderland de NVWA terug. Hoe zit het precies met deze verschillende grondslagen? De VIC-Verordening bevat een verbod op het maken van medische claims voor levensmiddelen. In de Geneesmiddelenwet is geregeld dat je alleen voor geneesmiddelen met een handelsvergunning medische claims mag maken. Dit klinkt logisch: levensmiddelen moet je beoordelen op grond van de VIC-Verordening en geneesmiddelen op grond van de Geneesmiddelenwet. Maar de NVWA doet haasje over: volgens de NVWA presenteren voedingssupplementen met een medische claim zich als geneesmiddelen en zouden ze daarom ook naar dit recht beoordeeld moeten worden. De rechtbank Gelderland zet een streep door deze redenering. Uit recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU volgt namelijk dat je eerst moet kijken of het product duidelijk voldoet aan de definitie van een specifieke productcategorie (zoals een levensmiddel of voedingssupplement). Is dat het geval? Dan is die product-specifieke wetgeving van toepassing. En niet de geneesmiddelwetgeving. Een van de onderdelen van de definitie van een voedingssupplement is of het product bedoeld is als aanvulling op de normale voeding. Volgens de rechtbank Gelderland geeft de bedoeling van de fabrikant hierbij de doorslag. Heeft de fabrikant het product bedoeld als voedingssupplement? En zie je dat bijvoorbeeld ook terug in de verplichte vermeldingen op het etiket? Dan moet je bij de VIC-Verordening zijn. Uitingen van derden, zoals reviews van consumenten of reclameteksten van aanbieders met verboden medische claims, zijn niet relevant voor het bepalen van de bedoeling van de fabrikant. Ebba Hoogenraad, Lisanne Steenbergen en Myrna Teeuw staan eiseres bij in deze zaak. Ook begeleiden ze een aantal andere partijen in vergelijkbare principiële procedures op dit gebied. Lisanne Steenbergen |
|
|
|
De Hoge Raad heeft onlangs prejudiciële vragen (vragen over de uitleg van het recht) beantwoord over online winkelen. De antwoorden van de Hoge Raad in de twee zaken die het betreft geven meer duidelijkheid over artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel schrijft voor hoe duidelijk moet worden gemaakt dat een consument een betalingsverplichting aangaat bij een online aankoop. In de zaak tegen Bol.com oordeelde de Hoge Raad dat knoppen met teksten zoals ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestellen’ niet duidelijk genoeg zijn. De gemiddelde consument zal hier niet altijd uit opmaken dat hij een betalingsverplichting aangaat. Als dit soort knoppen gebruikt worden, kan de rechter besluiten dat de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigd wordt. Als de consument verstek laat gaan in de rechtszaak, dan mag de vernietiging alleen gedeeltelijk zijn. De Hoge Raad acht een korting van één derde op de betalingsverplichting van de consument in dat geval in beginsel redelijk. De consument kan de overeenkomst onder bepaalde voorwaarden later nog steeds volledig vernietigen. In een andere zaak, tegen een onderwijsinstelling, ging het om wat er gebeurt als een overeenkomst geheel vernietigd wordt. De Hoge Raad oordeelde dat een handelaar (zoals in dit geval de onderwijsinstelling) in dat geval recht kan hebben op een redelijke vergoeding. De rechter moet beoordelen of de vergoeding redelijk is, waarbij het niet eerlijk zou zijn als de handelaar de volledige waarde van het geleverde zonder korting terugkrijgt. Deze uitspraken helpen webwinkels om beter te begrijpen wat er juridisch van hen verwacht wordt. Daniël Haije |
|
|
|
Het Commissariaat van de Media (CvdM) heeft een boete van ruim € 6000 opgelegd aan een vlogger. Vlogger Rhodé Kok maakte in strijd met de Mediawet in meerdere van haar TikTok-video’s niet duidelijk dat deze reclame bevatten. Dit is de eerste boete van het CdvM aan een vlogger sinds vloggers met 500.000 of meer volgers vanaf 1 juli 2022 ook onder het actieve toezicht van het CdvM staan. Deze vloggers moeten zich houden aan de regels van de Mediawet. Zo moeten zij zichtbaar of hoorbaar vermelden als hun video’s reclame bevatten. En daar ging het bij de video’s van Kok mis. In vier TikTok-video’s maakte zij reclame voor onder andere de Dyson Airwrap zonder (voldoende) duidelijk te maken dat de video’s reclame bevatten. Het opnemen van 'ad' in de beschrijving, waarbij deze vermelding niet zichtbaar is in de standaardweergave, vindt het CvdM onvoldoende. Het CvdM had eerst nog een gesprek met haar gevoerd en een waarschuwing gegeven, maar Kok had de video’s niet aangepast. Zij was naar eigen zeggen vergeten om de video’s te labelen met ‘betaald partnerschap’. Hoewel de boete de eerste in haar soort is, is deze nog redelijk bescheiden. Het CvdM kan namelijk boetes opleggen tot € 225.000. Kok heeft maar een eenmanszaak en geen enorme omzet, en heeft wel het ‘Influencer Certificaat’ behaald. Daarom is de boete niet zo hoog. Het CvdM zegt op informele manier de regels te blijven handhaven, zoals door middel van gesprekken en waarschuwingen, en alleen boetes uit te delen bij aanhoudende overtredingen. Overigens moeten alle influencers vermelden dat video’s reclame bevatten. Dat volgt uit de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing. Bij overtreding kan de Reclame Code Commissie ‘slechts’ een aanbeveling doen en geen boete opleggen. Wel kan dan ook de adverteerder die zijn influencers hier niet actief op monitort worden aangesproken. De website https://influencerregels.com/ bevat een heldere uitleg van alle regels voor influencers. Lisa Peek |
|
|
|
Op 1 januari a.s. zal het civiele (bewijs)procesrecht behoorlijk veranderen, met de inwerkingtreding van “de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht” (Stb. 2024. 62). Het doel is om het bewijsrecht in civiele procedures te vereenvoudigen en te moderniseren, wat hopelijk de effectiviteit en efficiëntie van de procedures ten goede komt. Door aanvulling van de waarheids- en volledigheidsplicht zal er meer de nadruk worden gelegd op de informatievergaring en bewijsverzameling voorafgaand aan de procedure. En misschien wel de grootste verandering: de lijdelijke rechter is niet meer! Dit was al een tendens in de rechtszaal, maar staat nu in de wet. De rechter kan en zal zich actief in de rechtsstrijd gaan mengen, en zelfs de gronden en verweren bespreken die nog geen onderdeel van het geschil zijn. Alleen auteursrecht ingeroepen? De rechter kan ter zitting melden: “heeft u niet aan slaafse nabootsing gedacht?”. Ook kan de rechter na bestudering van het dossier zelf getuigen oproepen. Een en ander uiteraard binnen de grenzen van de rechtsstrijd, maar toch zal dit verregaande consequenties hebben. Ook voor het praktisch verloop van een zaak. Daarnaast wordt het makkelijker om bewijs te vergaren. Voortaan kunnen we de rechter in één verzoekschrift vragen om verschillende bewijsverrichtingen toe te staan (bijv. een getuigenverhoor in combinatie met een onderzoek door een deskundige, of met inzage in informatie die alleen een ander heeft). Het recht op inzage in of afgifte van stukken wordt ook uitgebreid. Inzagerecht kan bijvoorbeeld ook voor documenten die in het bezit zijn van een partij die geen partij is bij het geschil. Ergens heeft het iets van de Angelsaksische discovery procedure. Op een later moment daarover meer. Het conservatoir bewijsbeslag wat we in het IE-recht al een tijd kennen (om bewijs veilig te stellen), gaat nu ook voor alle civiele zaken gelden. Daarnaast zal een deurwaarder een ‘proces-verbaal van constateringen’ kunnen opstellen (een objectieve beschrijving van feiten/omstandigheden die hij ergens aantreft). Zo’n proces-verbaal levert dwingend bewijs op waardoor een rechter de inhoud ervan als waar moet aannemen. We kijken er naar uit om dit in procedures die vanaf 1 januari 2025 aanhangig zijn in de praktijk te brengen! Moïra Truijens |
|
Hoogenraad & Haak is een onafhankelijk boutique advocatenkantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in het intellectuele-eigendomsrecht, reclamerecht en levensmiddelenrecht. Wij doen waar we van houden. Al onze partners zijn aanbevolen door zowel Chambers als Legal 500. Wij adviseren en procederen in complexe geschillen, vaak ook met een grensoverschrijdend aspect. We denken met bezieling mee, en leveren goed doordachte en strategische adviezen die in de praktijk ook uitvoerbaar zijn. En als het even kan, komen we in een vroeg stadium met een creatieve oplossing (hoe kan het wél?). Ben je benieuwd naar hoe we dat doen of naar onze mensen? |
|
Elk kwartaal sturen wij ons NIEUWS over ontwikkelingen binnen onze aandachtsgebieden. Het is geen advies. Als je vragen hebt over een specifiek onderwerp, bel of mail ons dan even. En stuur ons NIEUWS vooral door aan andere geïnteresseerden (inschrijven kan trouwens hier). Persoonsgegevens worden alleen gebruikt voor verzending van ons NIEUWS. Er is ook een Engelse versie. Eindredactie: Maarten Haak
Hoogenraad & Haak Cruquiusweg 109-B 1019 AG Amsterdam e info@hoogenhaak.nl t 020 – 305 3060 www.hoogenhaak.nl kvk 34314579 |