Sociaal werker partner huisarts |
|
De sociaal werker is een logische partner voor huisartsen en wijkverpleegkundigen nu ouderen zo veel en zo lang mogelijk thuis wonen. |
|
|
Jenny Zwijnenburg was in 2014 ‘Sociaal werker van het jaar’. Het ministerie van VWS benaderde haar en collega Sjef van der Klein, Sociaal werker van het jaar 2018, voor een ‘actieonderzoek’ naar de mogelijke meerwaarde van hun beroepsgroep in de eerstelijnsondersteuning voor thuiswonende ouderen. Zwijnenburg: “Ze zagen de potentie van ons werk, maar het was hen niet precies duidelijk wat sociaal werk dan precies doet voor ouderen.” De vraag alleen al liet de relatieve onwetendheid van VWS zien. ‘Sociaal werk’ en ’ouderen’ zijn volgens Zwijnenburg zeer algemene termen waarachter een grote diversiteit schuilgaat. Van der Klein en Zwijnenburg ontwikkelden een indeling van tien ‘typen’ thuiswonende ouderen: van de actieve vrijwilliger die anderen ondersteunt tot degene die moeite heeft te blijven meedoen of de zorgmijder. “De constatering dat dé oudere niet bestaat, is echt belangrijk”, zegt Zwijnenburg. “Ik denk dat onze indeling kan helpen bij het gesprek tussen professionals onderling, in de eerste lijn, maar ook met gemeenten. Welke problematiek zien we en wie kan daar wat aan doen?” Lees hier verder. |
|
Diabetes: patiënten komen bij de huisarts met problemen die deze dokter niet kan oplossen. Bij de herstelcirkel staat de kracht van de groep zelf centraal. |
|
|
De herstelcirkel is een groep van vijftien tot twintig burgers met diabetes die elkaar ondersteunen in het dagelijks leven met hun ziekte en zo veel minder vaak bij de huisarts komen. Ze wisselen ervaringen uit, geven elkaar tips. Inmiddels bestaan er rondom de praktijk van huisarts en initiatiefnemer Henk Schers in Nijmegen-Noord vier groepen. Hij en collega’s dragen de herstelcirkel als optie aan bij hun patiënten, maar de ontwikkeling van de groep wordt aan de deelnemers zelf overgelaten. Waar ze bij elkaar komen, wie de trekkers zijn in de groep, het is aan hen. “Iedere groep krijgt wel een coach”, zegt Schers. “De coach heeft geen medische rol, maar is er om de groep op gang te krijgen en te zorgen dat de groep zelf de verantwoordelijkheid neemt.” De coaches zijn mensen uit de verslavingszorg, uit de ggz, leefstijlcoaches. “We hebben een competentieprofiel en een training. Ze moeten hun handen op de rug kunnen houden. Het zijn zeker geen tweede poh’s, liefst weten ze niets van bloedsuikers.” Lees hier verder. |
|
Ons dossier 'Eerstelijntjes'. Hier leest u nieuwtjes die niet in ons magazine staan. |
|
|
Integratie van zorg: het Denkraam Integratie Zorgprogramma’s is op 28 mei geaccordeerd tijdens de online algemene ledenvergadering van InEen. |
|
|
De zorgprogramma’s voor chronische aandoeningen zijn succesvol, stelt InEen-bestuurder Maarten Klomp. Maar het kan nóg beter, want door de zorgprogrammering is de zorg voor patiënten met een chronische aandoening in de afgelopen jaren te veel geprotocolleerd. “Het is te veel één-op-één op richtlijnen gebaseerd, te zeer ziektegericht en te weinig persoonsgericht. Dat betekent dat we in onze zorg onvoldoende rekening houden met de drijfveren, mogelijkheden, behoeften en voorkeuren van de individuele patiënt. Terwijl we als huisartsen juist vinden dat de zorg een samenspel moet zijn van die individuele behoeften en voorkeuren, gecombineerd met wetenschappelijk bepaalde doelen en richtlijnen. En dat in een proces van gedeelde besluitvorming tussen behandelaar en patiënt.” Daar komt nog iets bij: patiënten met meerdere chronische aandoeningen zijn onvoldoende geholpen met de afzonderlijke zorgprogramma’s. Klomp: “Een patiënt met diabetes en COPD wordt de ene week behandeld volgens het zorgprogramma diabetes, en de week erna volgens het zorgprogramma COPD. Waar we naartoe willen is individuele zorgverlening voor de mens als geheel, met een of meerdere aandoeningen. En met meer aandacht voor alle aspecten van positieve gezondheid, want een patiënt is zoveel meer dan zijn ziekte.” Die benadering past goed bij de kernwaarden van de huisartsenzorg die tijdens de Woudschoten-conferentie 2019 zijn vastgesteld, weet Klomp. “Een van die kernwaarden is dat de huisarts een medisch generalist is die met een brede overstijgende blik integrale zorg levert. Huisartsen willen integrale zorg, geen kokerzorg.” Het Denkraam Integratie Zorgprogramma’s beschrijft de vervolgstappen op weg naar een volledig integrale benadering van alle chronische zorg vanuit een persoonsgerichte aanpak. Lees hier verder. |
|
Dagbesteding tijdens corona |
|
Dagbesteding voor mensen met een PGB ging bij Daniëlle Terpstra door toen veel aanbieders hun deuren sloten op het moment dat de coronacrisis zich aandiende. |
|
|
“Mensen hebben minder zorgvragen als ze dagbesteding krijgen om invulling te geven aan hun leven”, zegt Daniëlle Terpstra. Het was de belangrijkste reden dat zij haar werkzaamheden continueerde nadat minister-president Mark Rutte in maart de ‘intelligente lockdown’ had aangekondigd. “Ik dacht meteen: als ik de dagbesteding sluit, betekent dat een enorme schade voor de mensen die er gebruik van maken. Ik wilde hen niet in een crisis laten verdwijnen. Locatie De Dorpswerkplaats in Ermelo is groot genoeg om de anderhalve meter afstand in acht te kunnen nemen. In De Stadswerkplaats in Harderwijk ben ik twee weken dicht geweest om aanpassingen te doen. Toen ik weer openging voor een eerste koffiemoment, zag ik direct hoe enorm veel dat voor de cliënten betekent.” Houdt het zelfvertrouwen dat mensen tijdens de dagbesteding krijgen hen weg van de zorg? Terpstra is ervan overtuigd. “Mensen hebben minder zorgvragen als ze naar de dagbesteding kunnen en het daar naar hun zin hebben”, zegt ze. “Zeker mensen met een psychiatrisch ziektebeeld kunnen somber worden, en als je daar geen tegenwicht aan biedt, kan hun zorgvraag steeds zwaarder worden. Hier op de dagbesteding hebben ze de ruimte om te praten. Voor ze het zelf in de gaten hebben, gaan ze op in het geheel.” Lees hier verder. |
|
'Beeldbellen in stroomversnelling' |
|
"Beeldbellen komt door corona hopelijk in een stroomversnelling, vooropgesteld dat het niet als bezuinigingsmaatregel wordt ingezet." Dat zegt huisarts Mark Vermeulen. |
|
|
Er is een leven pre-corona en een leven post-corona. Huisarts Mark Vermeulen uit Sint-Oedenrode is ervan overtuigd dat dit een blijvend verschil maakt. “Een huisartspraktijk zal nooit meer hetzelfde zijn”, zegt hij. “Dit is een goed moment om na te denken over de vraag hoe we tot nu toe altijd hebben gewerkt en hoe we dat vanaf nu willen gaan doen.” De huisarts vervolgt: “Ik hoop dat beeldbellen nu in een stroomversnelling komt door corona, vooropgesteld dat het niet als bezuinigingsmaatregel wordt ingezet. We hebben nu argumenten om tegen patiënten te zeggen dat we de zorg anders moeten gaan inrichten.” In bepalen wat het beste systeem is – er is niet één ideaalsysteem, stelt Vermeulen – spelen veiligheid, privacy en gebruiksgemak voor patiënten en professionals een belangrijke rol. Hij zegt: “Je kunt blijven wachten of gewoon beginnen. Inmiddels hebben we besloten het laatste te doen. Gewoon ervaring opdoen met jongere patiënten die het ook niet erg vinden als het een keer fout gaat. Leren in de praktijk. Het moet wel, want de huisartspraktijk zal nooit meer hetzelfde zijn. En alle praktijken liepen over, dus de huidige situatie is een goed moment om na te denken over hoe we het altijd deden en hoe we nu verder moeten.” Lees hier verder. |
|
De gecombineerde leefstijlinterventie in het Turks. Als eerste biedt Meral Mihmat de GLI aan in een andere taal dan het Nederlands. |
|
|
Meral Mihmat vertelt: “Ik ben leefstijlcoach en gespecialiseerd in interculturele leefstijlpreventie. Het idee voor leefstijlcoaching in het Turks ontstond toen bekend werd dat de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) deel ging uitmaken van het basispakket. Een van de inclusiecriteria voor deelnemers bleek beheersing van de Nederlandse taal te zijn. Daarmee wordt een grote groep uitgesloten.” Ze vervolgt: “Zelf ben ik een Turkse uit de tweede generatie. Ik ben zowel in het Nederlands als Turks opgevoed en beheers beide talen. Dat betekent dat ik in staat ben leefstijlcoaching te geven én in het Nederlands én in het Turks. Om dat laatste mogelijk te maken, heb ik toestemming gevraagd aan de verantwoordelijken van Coaching op Leefstijl (CooL), want dat is de interventie die ik aanbied. Het was geen probleem: zolang de leefstijlcoach wél de Nederlandse taal machtig is en het COOL-programma kan vertalen, is het ook te gebruiken voor cliënten die geen Nederlands spreken. Hun GLI wordt gewoon bekostigd vanuit de basisverzekering.” Mihmat stelt dat de eerste lijn kansen zoals de gecombineerde leefstijlinterventie in het Turks kan creëren en benutten. “Het opzetten van GLI’s in de taal van grote migrantengroepen kan bijdragen aan gezondheidspreventie en vermindering van ziekterisico’s bij groepen die nu vaak niet worden bereikt. Vergeet niet dat diabetes en overgewicht bovengemiddeld vaak voorkomen bij mensen met bijvoorbeeld een Marokkaanse, Arabische, Surinaams-Hindoestaanse of Turkse achtergrond.” Het hele artikel is vanaf 15 juli op onze website te lezen. |
|
|
|
|