De tuchtrechtspraak kenmerkt zich door een bonte verzameling van uiteenlopende klachten. Vaak betreft het een klager die zich ongehoord of gesteund voelt, of boos is over een tegenvallend resultaat. Maar soms is de klacht dusdanig ernstig dat er een zware sanctie moet volgen omdat de gehele beroepsgroep is geschaad. Dan komt de meerwaarde van het tuchtrecht naar voren en wordt getracht om de kwaliteit hoog te houden. Ondanks dat de intentie vaak goed is, gaat het soms niet zoals gehoopt. Zo kun je iets over het hoofd zien, stuur je als arts per abuis het hele medisch dossier in plaats van één specifieke brief door, verlies je als advocaat een grote zaak of ben je op het veld net iets te fanatiek en overschrijd je daardoor in the heat of the moment net de grens van wat was toegestaan. Het kan iedereen overkomen. Maar wat als er dan een tuchtklacht tegen je wordt ingediend? Een tuchtklacht is altijd vervelend en is erg persoonlijk. Waar je normaal gewend bent om voor een ander op te treden, komt nu ineens je eigen handelen of nalaten onder een vergrootglas te liggen. Een tuchtrechter gaat gelukkig niet beoordelen of een bepaalde beslissing inhoudelijk juist is. Een tuchtrechter oordeelt namelijk of je gehandeld hebt zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Ook kan er in een tuchtprocedure geen schadevergoeding worden gevorderd. |