5. 11 juli: drie gewesten, drie richtingen Vlaanderen groeit al decennialang sneller dan Wallonië en Brussel. Sinds 1955 liet Vlaanderen in drie jaar op vier een sterkere groei optekenen dan de andere gewesten. Zo is de welvaartskloof tussen Vlaanderen Wallonië opgelopen tot 40 procent, en die neemt nog altijd verder toe. De meest in het oog springende regionale verschillen zijn te vinden op de arbeidsmarkt. Voor heel wat arbeidsmarktindicatoren hangt Vlaanderen in de Europese middenmoot. Wallonië en Brussel zijn evenwel al te vaak te vinden helemaal achteraan het Europese peloton, doorgaans in het weinig benijdenswaardige gezelschap van perifere Italiaanse, Spaanse en Griekse regio’s. In 2020 was in Vlaanderen drie op vier van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. In Wallonië lag de werkzaamheidsgraad in 2020 op 64,6 procent. In Brussel was dat 61,3 procent. Beide horen tot de zwakste regio’s van Europa. En het verschil in werkzaamheid tussen Vlaanderen en Wallonië is de voorbije 20 jaar alleen maar toegenomen. De pijnlijkste verschillen zitten allicht in de armoedecijfers. In Vlaanderen werd in 2020 zo'n 1,5 procent van de bevolking geconfronteerd met ernstige materiële deprivatie, een meer harde maatstaf van armoede, terwijl dat in Wallonië oploopt tot 6,8 procent en in Brussel zelfs tot 8,8 procent. De armoedecijfers zijn in België eenvoudigweg onaanvaardbaar hoog voor het welvarende land dat we (willen) zijn, en dat is vooral een zaak van Wallonië en Brussel. Meer hier |