5. Sanctie-overkill De VS hanteren vanuit hun ministerie van Financiën 70 verschillende sanctieprogramma's, die betrekking hebben op 9.000 verschillende landen, personen, staten en organisaties.
Agathe Demarais omschrijft dat in haar boek Backfire als "sanctie-overkill". Die sancties komen vooral de VS ten goede, zoals het sanctiefiasco tegen Rusland aantoont. Ook de Iraanse, Cubaanse, Noord-Koreaanse, Syrische en Venezolaanse dictaturen staan nog steeds overeind. De VS hebben ontdekt dat sancties misschien niet werken bij hun tegenstanders, maar des te effectiever zijn in het kamp van hun eigen vrienden en economische partners. Die worden gedwongen hun tot nu toe succesvolle economische betrekkingen - bijvoorbeeld met Cuba, Iran, Rusland en China - te beëindigen om zich aan de kant van de Amerikanen te positioneren. Er ontstaat een sanctiemonopolie die de marktwerking opzij duwt. Bij gebrek aan alternatieven kopen Duitsers, Fransen en andere NAVO-landen nu van de VS, noodgedwongen ook duur vloeibaar aardgas. Omdat bondgenoten die niet willen plooien van de Amerikaanse markt worden afgesloten, vinden de VS in hun politieke vrienden ook gewillige handelspartners. Als die vriend niet bereid is, is fiscaal geweld zijn deel.Volgens Demarais hebben Amerikaanse bedrijven sinds 2009 slechts 300 miljoen dollar aan boetes moeten betalen, terwijl andere landen in totaal 4 miljard hebben betaald. Een buitenlands bedrijf betaalt gemiddeld 139 miljoen dollar voor het schenden van de sanctieregeling, terwijl een Amerikaans bedrijf gemiddeld slechts 2 miljoen betaalt, 70 keer minder. Het boek is hier te koop |