5. Westerse "groene elite" mee schuldig aan val van Sri Lanka Veel is de voorbije dagen geschreven over de instorting van de economie in Sri Lanka. Over de corruptie op het eiland en over de pandemie die de grootste inkomstenbron van het eiland (12% van het bbp) drooglegde en de toeristische industrie heeft gehalveerd. Maar de hoofdoorzaak is dat Sri Lanka's leiders "in de ban raakten van westerse groene elites" die leuren met biologische landbouw. In 2021 werd een verbod op het gebruik van chemische meststoffen geïntroduceerd. In een poging 's lands "ESG"-geloofsbrieven (environmental, social en governance) op te krikken. Het land haalt met 98 vandaag een betere ESG-score dan België (92) en werd in zijn ESG-drift gesteund door o.a. de EU, het WEF en de Wereldbank. Maar het verbod betekende de doodsteek voor de 2 miljoen boeren (bevolking: 22 miljoen). De resultaten waren catastrofaal. Zo'n 85% van Sri Lanka's boeren leden oogstverliezen. De rijstproductie daalde met 20%, wat betekende dat het land voor 450 miljoen dollar een voedingsmiddel moest invoeren waarin het vroeger zelfvoorzienend was geweest. De prijzen van wortelen en tomaten vervijfvoudigden. De productie van thee - zijn grootste landbouwexport - daalde in vier maanden tijd met 18% en bereikte "zijn laagste peil in 23 jaar". Dit alles omdat een goedbedoelende westerse elite van beleidsmakers de gevaarlijke misvatting koestert dat "kunstmatige" chemicaliën slecht voor het milieu zijn. Maar kunstmest verhoogt net de opbrengst van gewassen, waardoor er minder land nodig is voor de landbouw. Landbouw met hoge opbrengsten is veel beter voor de bodem: "de snelheid waarmee de bodem verloren gaat is in ontwikkelingslanden twee keer zo hoog als in ontwikkelde landen". Onderstaand artikel 👇 van de hand van de ex-premier van het land is ondertussen van de website van het World Economic Forum verdwenen. Meer hier en hier |