5. Denemarken is het nieuwe België Als Jonas Vingegaard zondag in het geel finisht op de Champs-Elysées, zou dat ronduit historisch zijn, want nog nooit heeft een Deen in de Tour getriomfeerd. Tenzij we EPO-zondaar Bjarne Riis als Tourwinnaar zouden catalogeren. Het Deense succes in de Tour heeft verschillende redenen, maar enkele springen in het oog: Denemarken telt 12.000 kilometer fietspaden en men schat dat een op de twee kinderen naar school fietst. Negen op tien Denen bezitten een fiets en gebruiken die meerdere keren per week. Er wordt geschat dat Kopenhagen 670.000 fietsen per 600.000 inwoners telt - vijf keer zoveel als er auto's zijn. 15% van de dagelijkse verplaatsingen wordt per fiets afgelegd (14% in Vlaanderen). Het land dankt de start van de Tour dit jaar voor het hoogste percentage tv-kijkers van het fietsevenement (met tot 86% van het kijkersaandeel op de Deense tv). Sinds 2009 heeft het land massaal geïnvesteerd, zodat het nu evenveel kilometers fietspaden telt als Frankrijk. En dat voor 11 keer minder inwoners. Denemarken positioneert zich - samen met België - als het land dat het meeste van zijn Covid-herstelplan heeft besteed aan de aanleg van fietsinfrastructuur (ongeveer 4% van het plan, d.w.z. minstens twee keer zo veel als alle andere landen in de EU). In de rangschikking voor fietsvriendelijkheid van de European Cycling Federation scoort Denemarken samen met Nederland steevast in de top 2. |