De president van de Verenigde Staten doet hier 2 zaken: 1. Hij ondermijnt het neutraliteitsprincipe van het Hooggerechtshof,door te stellen dat dit Hof moet tussenkomen om 'zijn overwinning' veilig te stellen. (Ook lijkt het weinig waarschijnlijk dat de nog te benoemen negende rechter in geval van een verkiezingsdispuut tegen de man zou stemmen die haar/hem als kandidaat heeft voorgedragen.) 2. Hij herhaalt een onbewezen claim dat de Democraten de verkiezingen vervalsen.
Trump krijgt daarbij de steun van de Republikeinse GOP, die het Hooggerechtshof nu al vraagt om de vorige week door het Hooggerechtshof van Pennsylvania toegekende versoepeling van het stemmen per post in die staat, opnieuw in te trekken. (Trump won daar in 2016 met een verschil van 44.000 stemmen op meer dan 6 miljoen, een verschil van 0,7%.) Samengevat kan worden gesteld dat de president de verkiezingsuitslag nu al aanvecht en dat volgens hem enkel het (tegen dan hypergepolitiseerd) Hooggerechtshof (met 6 conservatieven en 3 progressieven) orde op zaken kan stellen.
Bij de Democraten groeit ondertussen de overtuiging dat Trump de verkiezingen zal 'stelen', dankzij een reeks beslissingen van het door hem gepolitiseerde Hooggerechtshof.
|