Beste lezer, Aart Staartjes is dood. Even dacht ik: nu is mijn jeugd definitief voorbij. Onzin natuurlijk, ik ben immers al halverwege de twintig. Toch is het erg dat de leukste mopperpot uit mijn jeugd er niet meer is. Ik mis dat gemopper van Meneer Aart, misschien omdat het tegenwoordig verzonken cultuurgoed lijkt. We nemen onszelf zo vreselijk serieus dat niemand nog moeite doet iets zonder al te veel reden of bedoeling stomvervelend te noemen: de laatste onzinnige mode, het gezeur in de krant, het lawaai op straat. We hebben alle gelegenheid om te mopperen – waartoe is het internet anders uitgevonden? Niet kwaadaardig, of juist frivool, maar precies zoals Meneer Aart. Stel dat ik zou zeggen dat ik die stukjes op de voorpagina van de Volkskrant elke dag grote onzin vind, dan bedoel ik daar niet mee dat ze er niet mogen zijn. Ze doen maar. Toch zijn het vervelende stukjes, met een stompzinnige titel. Niet de ondergang van de journalistiek, eerder een wat aandoenlijke poging de krant aan de man te brengen. Het gekke is dat ondanks alle polemiek en het gescheld iedereen zoveel braver lijkt dan die mopperende Meneer Aart uit nota bene een kinderprogramma. Die hoefde met zijn gemopper de wereld niet te veranderen, zijn zuivere ego niet op te poetsen, noch de wereld te redden. En Pino máákte ook veel lawaai. Dus laten we de les die Aart Staartjes ons als Meneer Aart heeft geleerd ter harte nemen: minder moraliseren en meer mopperen. Groet, Daan Redacteur |
|