Er moet voorlopig geen grond verkocht worden voor nieuwe distributiecentra. Dat vinden meerdere politieke partijen in Lelystad. Zij zeggen dat er eerst duidelijke regels moeten komen voor dit soort ‘grote dozen.’

Jelle Hijmissen van het CDA wil weten wat Lelystad ziet als hoogwaardige logistiek en wat wenselijk is voor Lelystad. De fractievoorzitter is initiator van een motie die moet voorkomen dat er meer grond wordt verkocht voor grote logistieke bedrijven en distributiecentra.

"Het zou zonde zijn als we de ambitie hebben om meer technische bedrijven met focus op circulaire economie willen aantrekken en dat vervolgens die grond niet meer beschikbaar is" wijst CDA-fractievoorzitter op een mogelijk gevolg van bedrijven die veel grond in beslag nemen.

Het kan best zijn dat we helemaal geen nieuwe distributiecentra meer willen, antwoord Hijmissen als hem gevraagd wordt of hij een tijdelijke stop wenst. Toch benadrukt hij dat een tijdelijk verbod de insteek is van de motie.

Huisvesting ook een probleem
Ook de huisvesting van arbeidsmigranten is volgens Hijmissen een zorg. "Distributiecentra trekken veel arbeidsmigranten en die moet je dan wel kunnen huisvesten op een locatie in de stad." Daarbij wordt ook gewezen op de overlast in de wijk Bastion, waar inwoners al lange tijd klagen over overlast door arbeidsmigranten.

Verder is er bezorgdheid over de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet, wat gevolgen kan hebben voor bedrijven en huizen vanaf 2026. De zorgen leven niet alleen bij het CDA. Ook de ChristenUnie, SP, PvdA en GroenLinks hebben de motie ondertekend.

Volgende week dinsdag wordt de motie door de partijen ingediend.

De band tussen de gemeente Urk en Israël is de afgelopen maand veelvuldig zichtbaar. Zo waren er steunbetuigingen met Israëlische vlaggen in de straten, een spontane bijeenkomst bij de vuurtoren, en bedankjes uit Israël voor deze steun. Waar komt deze hechte band tussen het voormalige eiland en de staat Israël precies vandaan?

Geschiedenisdocent Arjan Baarssen uit Urk heeft het antwoord op deze vraag. De warme connecties waren er twee eeuwen terug al, legt Baarssen ons uit: "De banden tussen Urkers en Joden gaan terug tot diep in de negentiende eeuw."

Urker dienstmeisjes bij Joodse gezinnen
In die tijd had je al Joodse koopmannen die op Urk kwamen. De Joden woonden met hun gezinnen in steden als Amsterdam. De rijke families hadden meestal dienstmeisjes in huis. Ook vanaf het eiland Urk trokken bijna alle meisjes in hun tienerjaren naar het vasteland om daar te 'dienen'.

Tussen 1880 en de 1940 werkten honderden Urker dienstmeisjes onder meer bij Joodse gezinnen thuis. Arjan Baarssen: "Ze gingen intern wonen, ze deden de was. Ze maakten schoon en pasten op de kinderen en kregen daar een kleine vergoeding voor."

Meisjes voelden zich thuis
De Urker dienstmeiden voelden veel warmte in die Joodse gezinnen. Ze waren daarvoor gewend om in Noord-Holland op boerderijen te dienen. Volgens Baarssen was de band tussen de Urker meisjes en de boerengezinnen niet hecht: "Dat was echt een strenge scheiding tussen het gezin van de boer en het personeel. Je mocht alleen in het achterhuis of in de schuur slapen."

[quote:Arjan Baarssen:"Je zat dus echt in het hart van het Joodse leven"]

Het dienen in een Joods gezin voelde compleet anders. De Urker meisjes hadden een eigen slaapkamer in het huis en aten mee aan tafel. Ze beleefden er alle Joodse feesten van dichtbij mee. En ook de shabbat, de rustdag op zaterdag, werd in ere gehouden. "Je zat dus echt in het hart van het Joodse leven", schetst Baarssen.

Zijn eigen overgrootmoeder Lumme Anker nam de Joodse gewoonten ook mee in haar eigen leven. Zelfs nadat ze weer op Urk terugkwam bleef ze bijvoorbeeld het huis schoonmaken bij de Pesach, de Joodse variant op Pasen. Een echt Joodse gewoonte was dat volgens de geschiedenisdocent.

Verdriet door Holocaust
De herinneringen van de Urker vrouwen aan hun dienstmeisjestijd bij de Joodse gezinnen waren dus warm. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veel van hun oude werkgevers en de kinderen waarvoor ze hadden gezorgd vermoord in concentratiekampen. Het verdriet om het verlies van hun Joodse kennissen was op Urk dan ook groot.

Lumme Anker met de Joodse jongen Aron, die is vergast in Auschwitz[image:https://d16junmm04ri2h.cloudfront.net/image/xlg/pictures/F575356FA5A4AEE5C12584E100365CAD201021_foto03_19561FD7AC89B15BC1258608006DE6F6.jpg]Baarssen deed onderzoek naar 43 Joodse gezinnen waar Urker meiden hadden gewerkt. Slechts drie Joodse vrouwen uit die gezinnen hadden de Holocaust overleefd. Het zorgde ervoor dat er op Urk een gevoel ontstond om iets terug te moeten doen voor de Joodse gemeenschap.

Iets terug doen
"Ik denk dat dat een voedingsbodem is geweest voor de samenwerking tussen Urk en Israël." In de loop van de jaren zijn er dan ook verschillende comités geweest die Israël hebben gesteund. Eén van de oprichters van die comités was ook een voormalig dienstmeisje dat trots was op haar tijd in een Joods gezin.

Een inzameling op Urk voor Israël in 1973. Verhaal gaat verder onder de foto.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/ANP-300908463_972778515F2FDDBBC1258A6100478239.jpg:ANP]

Baarssen legt uit dat ook de christelijke achtergrond van Urk een belangrijke rol speelt in de band die het dorp heeft met Israël: "Christenen zien Joden wel een beetje als hun oudste broeder. Maar daar zitten twee kanten aan. Het betekent ook dat je een oude broer moet kunnen aanspreken op zaken die niet goed gaan."

Samenwerking en bezoeken
De band is dus sterk en daar zijn veel voorbeelden van te vinden. Vanuit de gemeente Urk wordt bijvoorbeeld al jarenlang samengewerkt met een Israëlische instelling voor mensen met een beperking.

Tientallen Urker jongeren hebben bij deze instelling of elders in Israël een stage of vrijwilligerswerk gedaan. Daarnaast bezoeken jaarlijks groepen Urkers het land met Bijbelse themareizen.

Israëlische politici, maar ook burgers brengen bezoeken aan Urk. Zo is de Israëlische ambassadeur een vaste gast. Hij liet in 2019 twee bomen in Israël planten ter nagedachtenis aan twee verdronken vissers uit Urk.

Een Urker echtpaar kreeg in 2018 postuum de Israelische Yad Vashem-prijs voor hulp aan een Joodse onderduiker in de Tweede Wereldoorlog. En in 2014 kwam de grootste menora ter wereld (een Joodse kandelaar) naar Urk toe.

En het ophangen van de Israëlische vlag dus. Dat was en is voor nu de meest zichtbare vorm van steun voor Israël op Urk.

[info]Het hele gesprek met geschiedenisdocent Arjan Baarssen kun je HIER terugkijken.[/info]

Bewoners van het Hollandse Hout in Lelystad zijn niet blij met het plan van Staatsbosbeheer om een natuurcamping te realiseren in het natuurgebied. Ook de politiek voelt zich overvallen, met name door de vele lodges en kampeerplekken die er moeten komen. Ook zou er een extra parkeerterrein voor 300 auto’s moeten komen.

Dat er in het gebied mogelijkheden voor verblijfsrecreatie zouden komen, is al langer bekend. Dat maakte in 2016 deel uit van het advies van de commissie Van Geel over de Oostvaardersplassen, waarin staat dat de randen van het natuurgebied beter toegankelijk moeten worden gemaakt voor bezoekers van het gebied, die daar dan ook kunnen recreëren.

De natuurcamping die Staatsbosbeheer nu voor ogen heeft beslaat een gebied van 35 hectare, op een totaal van 900 hectare. Het gaat dan om 120 lodges en 30 ruime kampeerplekken. Maar ook om waterpartijen waar de lodges aan komen te liggen, een receptie, een zwembad, een speelstrand, een speelweide en een welnessgebied met sauna’s. Bovendien komt er nog een uitkijktoren.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/hout_DF77917BFA3454E2C12582DC0056E396.jpg]

Omwonenden op de hoogte?
Het college van burgemeester en wethouders is enthousiast over het plan, omdat het een flinke investering in de vrije tijdseconomie van Lelystad betreft en het gebied ook aantrekkelijker en toegankelijker maakt voor de inwoners van Lelystad, niet alleen voor toeristen.

Wel zit het college ermee dat er over dit specifieke plan geen participatie met de omgeving heeft plaatsgevonden. Bewoners van Warande en Hollandse Hout zijn wel geïnformeerd over het feit dat er in het gebied wat gaat gebeuren, maar dat is steeds fragmentarisch geweest. Het hele plan is nog niet gepresenteerd.

Het college wil dat dat nu alsnog gaat gebeuren, zodat de gedachten en wellicht goede ideeën in de omgeving mee kunnen worden genomen in de uiteindelijke uitwerking van het plan.

Te grootschalig
"Het gaat om een commerciële camping in ons bos", zei de heer De Jonge namens de Belangenvereniging voor het Hollandse Hout. "Wij zijn daar juist komen wonen vanwege de groene uitstraling van de wijk, de rust en de ruimte. We hebben zorgen om de kolossale omvang. Dit wordt een groot commercieel vakantiepark." De belangenvereniging vindt een maximum van 25 lodges/kampeerplaatsen en parkeerplek voor 100 auto’s bespreekbaar, meer niet.

De Stichting Houdt Hollandse Hout Groen, die nog in oprichting is, vindt zelfs dat te gortig. Volgens inspreker Ter Horst zou het mogen gaan om maximaal 5 lodges, vergelijkbaar met andere accommodaties van Staatsbosbeheer. Die laatste is eigenaar van de grond, maar voor de plannen is wel een bestemmingplanwijziging nodig. Daar buigt de gemeenteraad zich volgend jaar over.

[oproep]Dit artikel is gemaakt door verslaggever Kees Bakker van Radio Lelystad. Hij focust zich voor Omroep Flevoland en Radio Lelystad op Lelystad. Voor tips: kees.bakker@omroepflevoland.nl[/oproep]

Eén van de overvallers op een winkel in Batavia Stad in mei was een oud-medewerkster. Dat bleek dinsdag bij de rechtbank in Zutphen. Bij de overval op de vroege maandagmorgen werd 9.500 euro buitgemaakt. De verdachten konden kort na de overval op straat worden overmeesterd en opgepakt.

De 21-jarige oud-medewerkster uit Lelystad drong die ochtend samen met een 20-jarige man uit Purmerend via de personeelsingang de winkel binnen. Ze bedreigden twee medewerkers met een vuurwapen en haalden de kluis leeg.

"Ik kan niet begrijpen dat ik dit heb gedaan", zei de vrouw dinsdag bij de Zutphense rechtbank, over het feit dat ze een oud-collega slachtoffer maakte van een overval. "Ik heb gehandeld uit wanhoop en paniek. Over de gevolgen voor een ander heb ik niet nagedacht", liet ze schuldbewust weten.

De Lelystadse maakte in korte tijd veel nare dingen mee en had hoge schulden. De avond voor de overval zou ze zijn bedreigd door haar ex-vriend. "Ik dacht alleen maar: ik moet weg", verklaarde ze haar impulsieve actie.

Verdachten kenden elkaar niet
De vrouw haalde de Purmerender op uit Amsterdam. Hij had op haar oproepje via Snapchat gereageerd. De twee kenden elkaar niet. Hij overnachtte op de bank bij de Lelystadse, met het vuurwapen onder zijn kussen. De 21-jarige ontkende het wapen te hebben gezien. "We zouden geen geweld gebruiken", hield ze bij de rechtbank vol.

De volgende ochtend vroeg reden de twee met een scooter naar de Calvin Klein-winkel, waar ze op de deur van de personeelsingang klopten. Een nietsvermoedende medewerkster deed open en werd op de grond geduwd. Terwijl de Purmerender een doorgeladen vuurwapen op haar gezicht richtte, haalde de Lelystadse het geld uit de openstaande kluis.

De medewerkster wist te ontsnappen en schreeuwde om hulp. Ook een ander personeelslid kreeg met de overvallers te maken. Toen de twee verdachten naar buiten vluchtten, werden ze door omstanders overmeesterd.[image:https://www.omroepflevoland.nl/image/xlg/pictures/1071095_FA6021CA6588EF89C12589B700380C9F.jpg:Daders werden snel opgepakt]Nog steeds klachten
De overvallen medewerkster kampt nog steeds met lichamelijke en psychische klachten, zo vertelde haar advocaat tijdens de rechtszaak. Voor het slachtoffer zelf was het te lastig om de zaak bij te wonen. Ze is nog steeds niet in staat om haar werk te hervatten. De vrouw vraagt een schadevergoeding van 8.000 euro, waarvan 6.000 euro smartengeld.

De man uit Purmerend is verwikkeld in een andere geweldszaak, waarin hij volgens zijn advocaat 'meer slachtoffer dan dader' is. De 20-jarige werd in april beschoten en afgeperst. Hij moest een bedrag aan zijn belagers afstaan. "Voor zijn gevoel had hij geen andere keus", legde ze de motivatie van de man uit om mee te doen aan de overval.

De Purmerender zei 'blij en verdrietig tegelijk' te zijn, dat hij in de cel zit. Door de dreiging die nog steeds bestaat, is het voor de reclassering lastig om hulpverlening op te starten.

Vrouw bestal eerdere werkgever
Het is ook voor de 21-jarige niet de eerste keer dat ze met justitie in aanraking komt. Ze is eerder veroordeeld voor diefstal bij een werkgever. De officier van justitie was er duidelijk over: "Het leven van het slachtoffer is voorgoed veranderd, alleen vanwege financieel gewin van de daders."

De officier van justitie eiste tegen de vrouw drie jaar en 2 maanden cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De man uit Purmerend hangt een gevangenisstraf van 3,5 jaar boven het hoofd. Naast de celstraffen en het betalen van de schadevergoeding eiste ze dat de twee een locatie- en contactverbod opgelegd krijgen. De advocaten pleitten voor lagere onvoorwaardelijke celstraffen.

Om meer inzicht te krijgen in je eigen pensioen, wordt deze week de Pensioen3daagse gehouden. In het stadhuis van Almere kunnen geïnteresseerden woensdagmiddag op een inloopspreekuur terecht met vragen.

Het is een initiatief van het platform Wijzer in geldzaken. Verschillende pensioenadviseurs doen in Almere mee. Eén van hen is Ard Endendijk. Volgens hem hebben veel mensen geen idee hoeveel pensioen ze precies opbouwen omdat het een ver-van-mijn-bedshow is en ze er niet naar kijken.

Loonstrookje
Volgens Endendijk gaan mensen pas na hun 50ste een keer kijken hoe hun pensioen eruit zal zien. Dat is best gek, vindt hij. ''Want mensen vinden de premie voor de ziektekosten wel heel belangrijk. Maar wat er nou precies op het loonstrookje staat over het pensioen, daar kijken ze niet naar.''

Wanneer moet je je dan met je pensioen gaan bezighouden? ''Vanaf je dertigste'', vindt Endendijk. Dat is belangrijk, omdat niet alle werkgevers een goede pensioenregeling hebben, geeft hij aan. ''En als je daar pas na je zestigste achterkomt, ben je te laat. Dan kun je er niets meer aan veranderen.''

De rechtbank in Lelystad heeft een Almeerder van 21 veroordeeld tot vier jaar cel omdat hij de opdracht heeft gegeven voor een gewapende woningoverval op een appartement in Almere Poort.

De overval gebeurde op 25 oktober vorig jaar op één van de hoogste verdiepingen van een woonflat aan de Verlengde Duinvalleiweg in Almere Poort. De mannelijke bewoner werd direct door drie gewapende en gemaskerde mannen vastgebonden. Er werd gedreigd met een vuurwapen en een slachtoffer moest zijn twee gouden armbanden afgeven.

De echtgenote, die op het toilet zat, hoorde wat er gebeurde en belde de politie. Kort daarna ontdekten de overvallers ook haar, trokken haar van de wc en bonden haar net als haar partner vast. De gealarmeerde politie kon de overvallers aanhouden.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/221025_Woningoverval_PostNL_7DDE85BFC38CF34BC12588E600605041.jpg]Welke rol speelde de hoofddader?
De officier van justitie en de rechtbank beschouwen de 21-jarige man als de opdrachtgever. Volgens de officier woonde hij in dezelfde flat als de slachtoffers en kende hij ze. Hij wist dat ze vermogend waren en gaf de overvallers toegang tot het appartementencomplex.

Ook zou de 21-jarige de PostNL-jassen waarmee de overvallers overtuigden om de voordeur open te maken hebben geleverd en ook de wapens. In een chatgroep legde hij volgens de officier in detail uit hoe de overvallers te werk moesten gaan, wat er gestolen moest worden en dat ze moesten zoeken naar codes van pinpassen.

Lagere celstraf dan geëist
Twee weken geleden eiste het OM nog zes jaar tegen de Almeerder. De rechtbank komt tot een lagere straf, omdat zij die eis voor dit gepleegde feit te hoog vindt.

Een 20-jarige Almeerder die ook betrokken was bij de overval, is veroordeeld tot twee jaar celstraf waarvan een jaar voorwaardelijk. Hij maakte deel uit van de chatgroep waarin de overval werd voorbereid. Naast de celstraffen moeten de twee daders een schadevergoeding betalen van vijfduizend euro aan de slachtoffers.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/221025_Woningoverval_poort_5_DA1FDA947BE52DB6C12588E600636FFB.jpg]Een derde Almeerder is vrijgesproken van iedere betrokkenheid. Hij zou op de hoogte zijn geweest van de naderende overval, maar greep niet in.

Eerder dit jaar stonden de drie jonge overvallers al terecht. Het gaat om twee 20-jarigen. Zij zijn veroordeeld tot 2 jaar jeugddetentie waarvan 1 jaar voorwaardelijk. De derde overvaller, een jongen van 17, moet een speciaal behandelingstraject in en kreeg daarnaast 7 maanden jeugddetentie.

Spectaculaire klim langs balkons
De overval sprong destijds behoorlijk in het oog. Een van de overvallers probeerde namelijk op grote hoogte via de balkons aan de buitenkant van de flat aan de politie te ontkomen. Hij klom langs meerdere balkons naar beneden, maar kon daarmee niet voorkomen dat hij werd gepakt.

De rechtbank in Lelystad boog zich dinsdag over twee rechtszaken rond leden van motorclubs. Eén daarvan ging over het in Almere dragen van SS-symbolen op het hesje van de club Rebel Crew MC. Een 64-jarige man uit Heerenveen werd hiervoor in Almere aangehouden.

De man was op 1 december in Almere iemand aan het helpen met verhuizen, toen agenten langskwamen en zijn hesje zagen. Ze maakten er een paar foto’s van en vertrokken weer. Een paar weken later hielden ze hem aan voor belediging van Joden en het dragen van symbolen die aanzetten tot haat.

Op het hesje van de motorclub Rebel Crew MC stonden volgens de politie het logo van de SS, een IJzeren Kruis en een SS-Totenkopf. De man uit Heerenveen schrok naar eigen zeggen enorm van.

'Ik vind het niet goed wat Hitler heeft gedaan'
"Ze zeiden dat ik een racistische of extreemrechtse organisatie aanhing. Maar ik was nota bene een Surinaams vrouwtje aan het helpen met verhuizen. Dat doet een racist niet hoor." Bovendien is hij Joods, legde hij de rechters uit.
"Mijn vader heeft de oorlog meegemaakt, mijn familie heeft in kampen gezeten en is ondergedoken geweest. Ik vind het echt niet goed hoor, wat Hitler heeft gedaan. Het heeft een heleboel rompslomp gehad. Niet alleen voor mijn familie, maar voor iedereen."

Waarom hij dan met die nazisymbolen liep? "Ik zie het niet als SS-tekens, voor mij hebben ze een heel andere betekenis. Ik wist ook helemaal niet dat ze verboden zijn." De officier kon dat maar moeilijk geloven en eiste een werkstraf van 40 uur tegen hem, waarvan de helft voorwaardelijk.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/ANP-357945330_65D7A678006590D9C1258A6100225C82.jpg:ANP]Kleding van Satudarah
De tweede zaak ging om een Almeerder (57) bij wie een hele lading kleding werd gevonden van de verboden motorclub Satudarah en haar -ook verboden- supportgroep Saudarah. T-shirts, leren vestjes en patches lagen allemaal in de woning van het voormalige lid. Ook van motorclubs als Lawa Mena Hau Lala en Los Morros, die volgens de officier opvolgers zijn van Satudarah.
De verdachte liet via zijn advocaat weten dat de kleding oude voorraad was van de club. "Hij heeft het verbod op Satudarah gerespecteerd en draagt de kleding in Nederland niet meer. Maar hij wist niet wat hij met de overgebleven spullen moest doen."

Toen zijn oude motorclub werd verboden, werd de verdachte lid van Lawa Mena Hau Lala. Sommige oude kleding paste hij dan ook aan met de naam van die club. En dat deed hij ook met Los Morros. "Een hesje kost al gauw 100 euro, dit deed hij uit een hele spaarzame gedachte."

Zijn de motorclubs legaal?
Deze twee clubs zijn volgens de advocaat overigens legaal en helemaal geen opvolgers van de verboden motorbende. "Mijn cliënt vindt motorrijden gewoon heel leuk en houdt van de cultuur van een club. Het samen rijden, voetbal kijken, een biertje drinken. Hij heeft nooit wat te maken gehad met de criminele zaken van Satudarah, hij heeft ook een blanco strafblad."

Maar als het aan de officier ligt, komt daar nu toch een veroordeling bij: die voor het voortzetten van een verboden organisatie. Hij eiste daarvoor twee weken cel voorwaardelijk.

Een kansloze missie, denkt de advocaat van de Almeerder. "Deze kleding lag in huis en was voor niemand zichtbaar. Er is verder op geen enkele manier onderbouwd op wat voor manier dit een voortzetting kan zijn geweest voor Satudarah."

Uitspraak in beide zaken volgt over twee weken.

De opvang van daklozen in Almere loopt vol. Het Leger des Heils luidt daarom de noodklok en vraagt de gemeente om hulp.

''Er zijn mensen die al meer dan een jaar in de opvang zitten. Daar maak ik me grote zorgen over. Dat is niet goed. Hun leven staat stil, ze kunnen niets opbouwen'', zegt regiomanager Luc Tanja van het Leger des Heils.

De uiteindelijke oplossing is dat er meer betaalbare woningen komen, zegt Tanja. ''Maar dat duurt te lang. Voor nu zijn er meer opvangplekken nodig.'' Daarvoor heeft het Leger des Heils nu een beroep gedaan op de gemeenteraad.

Tanja ziet dat daklozen steeds langer in de opvang blijven. In 2020 stroomden daklozen gemiddeld na 91 dagen uit. In 2021 steeg deze termijn naar 141 dagen. ''Maar dat is een gemiddelde. Er zijn dus mensen die er nog veel langer zitten.''

Als een dakloze de opvang verlaat, is dat vaak omdat hij of zij onderdak heeft gevonden. Het is ook mogelijk dat ze beginnen aan een vervolgtraject, ze krijgen dan bijvoorbeeld verslavingszorg.

Tanja ziet ook dat veel mensen de langdurige opvang niet volhouden en daarom eerder vertrekken. "Wij zien hen dan geregeld terug voor een nieuw traject."

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/210602_opvangdakloze1_668A7BD9882BA37EC12586E8004EEB69.jpg] Het Leger des Heils schrijft in een brief aan de gemeente dat veel daklozen specifiekere hulp nodig hebben dan ze nu krijgen. Zij zien mensen die behoefte hebben aan een prikkelvrije omgeving of een plek waar geen drugs en alcohol worden toegestaan.

Daarnaast noemt Tanja de pilot ‘Housing First’, een vorm van begeleid wonen waarbij de cliënt een woning krijgt. Vanuit die basis krijgen cliënten vervolgens hulp bij het oppakken van hun ‘gewone leven’.

[info]Dit verhaal is gemaakt door Lotte Schmidt. Zij richt zich voor 1Almere op verhalen uit Almere. 1Almere en Omroep Flevoland hebben een samenwerkingsverband.[/info]

De actie 'Stop Ongevallen' is van start gegaan op het terrein van Rijvaardigheidscentrum Lelystad. Jaarlijks zijn er in Nederland 430.000 mensen betrokken bij een verkeersongeluk. Dat aantal moet fors omlaag zeggen de initiatiefnemers Verkeersveiligheid Groep Nederland en e-Driver Solutions.

Niet appen tijdens het rijden en ook niet bellen. Een helm op als je de e-bike neemt en oortjes af als je naar school fietst. Dat zijn verschillende tips om ongelukken in het verkeer te voorkomen. Maar er moet meer gebeuren want het aantal mensen dat om het leven komt in het verkeer is volgens de actiegroep te hoog.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/180425_Appen_auto_1_ADCFF30518854ED6C1258279008130D7.jpg] "745 doden per jaar in Nederland is een fors aantal", zegt mobiliteitsexpert Aaron de Git. Flevoland is met 17 verkeersslachtoffers per jaar de provincie met de minste verkeersdoden. "Zeventien is nog steeds te veel in Flevoland. Bovendien, stel je voor dat het je eigen kind is, dat wil niemand."

Hoe moet het aantal verkeersslachtoffers omlaag?
De actie is in het bijzonder gericht op senioren, kinderen die met de fiets naar school gaan en e-bikers. Ze kunnen gratis een training volgen waarin de gevaren worden benoemd, zoals bellen of appen achter het stuur. Ook kunnen deelnemers meedoen aan de slipcursus op een nat wegdek onder begeleiding van een instructeur.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231108_rijden2_5BA910BFE12BC748C1258A60005D3E35.jpg] Collin Bell, directeur van Verkeersveiligheid Groep Nederland: "Met deze training maken we mensen bewust van wat ze niet kunnen in het verkeer." De samenwerkende organisaties hopen dat er met de training volgend jaar 10.000 minder verkeersslachtoffers zijn.

Nijlpaarden, bosolifanten en zelfs leeuwen hebben hier 130.000 jaar geleden rondgelopen. Dat zegt mammoetdeskundige Dick Mol.

Begin vorig jaar heeft Mol samen met paleontoloog Frans Roescher botten van een nijlpaard ontdekt in het depot van museum Schokland. De botten zijn volgens hem eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw terechtgekomen bij het museum maar niemand wist dat die botten van een nijlpaard waren.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231107_nijlpaarden_172D02430DC6C444C1258A60006C8C46.jpg]De botten zijn tijdens baggerwerkzaamheden in de uiterwaarden van de IJssel bij Wilsum gevonden. Mol spreekt van een unieke vondst omdat de skeletdelen zeldzaam zijn. "Nijlpaarden hebben hier maar een heel korte tijd geleefd, zo'n 10.000 jaar. Dat is kort geologisch gesproken", zegt Mol. Toen deze beesten doodgingen, werden ze meestal compleet opgegeten door roofdieren. "Dat deze botten zo goed bewaard zijn gebleven is heel bijzonder."

Kan je iets leren van die botten?
De botten van nijlpaarden en andere diersoorten kunnen volgens Mol heel veel vertellen over hoe het in en rondom Flevoland was, 130.000 jaar geleden. De gemiddelde temperatuur was toen anderhalf graad warmer dan nu, zegt Mol.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231108_tentoonstellng_0E37C59ACF8A5905C1258A6000652A70.jpg]De botten van verschillende diersoorten uit die tijd worden vanaf vrijdag tentoongesteld op museum Schokland. De expositie duurt tot eind maart 2024.

Het aantal adoptiebakken in Lelystad groeit gestaag. Adoptiebakken zijn publieke vuilnisbakken op straat die niet door de gemeente worden geleegd maar door een particulier, een bedrijf of een instelling. De bakken zijn herkenbaar aan een blauw witte sticker op de rode vuilnisbak. Met daarop de tekst dat het om een adoptiebak gaat.

Bij een vorige telling stond het aantal op 188 adoptiebakken in de gemeente. Nu staat de teller op 220. Wethouder Sjaak Kruis weet niet helemaal zeker waarom de adoptiebak populair is. Maar hij is er wel blij mee. "We hebben er wel aandacht voor gevraagd. Dat doen we via de gemeentelijke website en via sociale media. Dat levert vast wel wat op. Maar we denken vooral dat de bak populair werd na een item op het Jeugdjournaal."

Mensen die een vuilnisbak adopteren worden verantwoordelijk voor het tijdig legen van de vuilnisbak. De gemeente sluit daarvoor een overeenkomst met de vrijwilliger. "Je krijgt de sleutel van die bak en je krijgt vuilniszakken van ons", zegt Kruis. De vuilniszakken uit de adoptiebak kunnen de mensen kwijt in hun eigen container of in een ondergrondse afvalcontainer." Het adopteren van een afval is om niet. Mensen krijgen er geen vergoeding voor.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/230905Adoptiebak10_87DB165B634E1DB6C1258A6000786A1F.jpg] In de gemeente Lelystad staan vele honderden vuilnisbakken. Wethouder Kruis zegt dat het niet de bedoeling is dat elke bak ter adoptie wordt aangeboden zodat de gemeente niets meer hoeft te doen. "De gemeente houdt zijn basisfunctie om er voor te zorgen dat er voldoende gelegenheid is voor mensen om hun afval kwijt te raken."

De wethouder denkt dat Lelystedelingen een vuilnisbak adopteren omdat ze zich ervan bewust zijn dat je afval op een nette manier moet weggooien. Het aantal adoptiebakken is volgens Kruis evenredig over de stad verdeeld.

Op middelbare scholen moet de mobiele telefoon al verdwijnen uit de klas maar ook op basisscholen en speciaal onderwijs mag hij niet meer mee. Dat wil het kabinet. Daarbij zou het niet gaan om een strikt verbod maar om afspraken met de onderwijssector.

Hans Manders, directeur van twee basisscholen in Almere, is geen voorstander voor een verbod vanuit de regering. "Op scholen is rust wel belangrijk om te leren, dus ik vind het niet gek maar ik denk dat scholen dit het beste zelf kunnen beoordelen." Volgens Manders gebruiken sommige leraren een mobiel ook voor onderwijsdoeleinden.

Op de scholen waar hij directeur is leveren kinderen hun smartphone aan het begin van de dag al in en krijgen ze die aan het einde weer terug. Daarnaast geeft hij aan dat een verbod voor sommige ouders juist een punt kan zijn. "Ouders zijn nog wel eens ongerust, wat als ik mijn kind moet bereiken?"

Altijd contact
Die zorgen zijn eigenlijk niet terecht concludeert Manders, omdat ouders altijd de school kunnen bellen. "Er is altijd een mogelijkheid om met elkaar in contact te komen, zeker in deze tijd."

De afspraken zouden in het schooljaar 2024-2025 in moeten gaan. De komende periode kunnen leraren, ouders en leerlingen met elkaar in gesprek over hoe ze dit vorm gaan geven.

De GGD heeft in Flevoland sinds 2 oktober ruim 26.000 coronaprikken gezet en is tevreden met dat aantal. De nieuwe vaccinatieronde is bedoeld voor mensen die een grotere kans hebben dat ze ernstig ziek worden door corona, voor zwangere vrouwen en voor zorgmedewerkers.

Daarnaast kunnen mensen van 60 jaar en ouder de prik halen en iedereen die een oproep heeft gekregen voor de jaarlijkse griepprik bij de huisarts. In de griepprik zit geen vaccin tegen het coronavirus.

Wie in aanmerking komt voor een coronavaccinatie kan daarvoor terecht in Almere, Lelystad en Emmeloord. In die laatste plaats komen volgens de GGD opvallend veel Friezen; meer dan 20 procent van het totaal aantal mensen. Ook zijn er mobiele prik-teams voor mensen die niet naar één van de drie locaties kunnen komen.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/200127_GGD_vaccinatie_archief_C6CAB54458176CB1C12584FD0034500D.jpg]Zijn drie prikplekken genoeg?
De GGD geeft aan dat het aantal van drie vaccinatielocaties voldoende is, omdat dit keer maar een beperkte groep is opgeroepen voor een herhaalprik. Een jaar geleden was nog het advies om iedereen te vaccineren. Er zijn ook mobiele teams, die mensen thuis kunnen prikken. Dat is bedoeld voor mensen die slecht mobiel zijn. De teams gaan ook naar zorginstellingen.

Vorige week haalden een kleine 6600 mensen een coronaprik, iets minder dan de week ervoor. Urkers halen het minst vaak een vaccinatie, zo blijkt uit de cijfers. De GGD gaat in ieder geval tot eind december door met het vaccineren.