jaargang 12, nummer 1 Beste lezer, Dit is de nieuwe Nieuwsbrief Terminologie, waarin u informatie vindt over actuele zaken op terminologiegebied, zoals nieuws en evenementen. Eerdere nieuwsbrieven vindt u hier. Reacties en tips zijn welkom. Als u deze nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, kunt u zich als volgt uitschrijven: klik op de link 'inschrijving of gebruikersprofiel bijwerken' onderaan in deze nieuwsbrief. U ontvangt een e-mail met een link om uw voorkeuren bij te werken. Klik op deze link, vink 'Terminologienieuwsbrief' uit en klik op 'voorkeuren bijwerken' om te bevestigen. Vriendelijke groet, Het redactieteam van het INT Contact: Dirk Kinable +31 (0)71 527 24 89 dirk.kinable@ivdnt.org www.ivdnt.org |
|
|
Terugblik Verbinden & Innoveren met SNOMED: 13 februari Uniform termgebruik is traditioneel een belangrijke doelstelling bij terminologiebeheer. Bij materie als medische data is dit streven naar uniformiteit zelfs noodzakelijk. Debet daaraan zijn niet alleen het omvangrijke begrippenstelsel van het medische vakgebied en de complexe, noodzakelijke data-invoer door een groot aantal belanghebbende partijen zoals individuele zorgverleners en instanties, onder meer de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg. Ook om de massale hoeveelheid gegevens te laten begrijpen en verwerken door computers, is deze standaardisatie nodig. Voldoet men aan dit criterium van uniformiteit, dan creëert dit evenredig grote mogelijkheden. Deze kerngedachte vormde dan ook een rode draad doorheen het symposium dat Nictiz op 13 februari in Zeist organiseerde onder de titel “Verbinden & Innoveren met SNOMED”. Medische ontologie SNOMED is een internationale, zorgbrede en compatibele medische ontologie met ruim 300.000 begrippen die ingezet wordt als een referentieterminologie waaraan men andere standaarden koppelt. Deze oorspronkelijk Engelstalige ontologie wordt vertaald in verschillende andere talen waaronder het Nederlands, wat intussen al resulteerde in zo’n 150.000 Nederlandstalige termequivalenten. Belang van standaardisatie De standaardisatie met SNOMED van klinische documentatie is van belang voor zowel het primaire als het secundaire zorgproces. Het primaire zorgproces betreft het eenduidig uitwisselen van gezondheidsinformatie over en met een patiënt. Het secundaire proces is gerelateerd aan onderzoeksdata, statistische en financiële gegevens die uit de zorggegevens van het primaire proces kunnen worden afgeleid naar ruimere categorieën voor bijvoorbeeld kwaliteitsregistratie, declaratie of rapportage. Eenheid van taal In het eerste proces leggen artsen, verpleegkundigen, thuiszorg en andere verzorgenden gegevens vaak vast volgens verschillende systemen en in een niet eenduidige taal, waardoor ze dan niet uitwisselbaar of herbruikbaar zijn. Termen als cystic fibrosis, de afkorting cf, mucoviscidose en taaislijmziekte zijn voor een computer alle verschillend en dus over te tikken. SNOMED is echter koppelbaar met andere standaarden die gangbaar zijn in ziekenhuizen (G-standaard, LOINC, DHD-Diagnosethesaurus, Nanda,...), huisartsenpraktijken (NHG-tabellen), verpleeghuizen (iStandaarden, G-standaard) enz. Eenheid van taal is realiseerbaar door deze gegevens in de eigen systemen via SNOMED te verbinden door dezelfde SNOMED-codes. Concepten in SNOMED kunnen meerdere synoniemen bevatten, waardoor zorgdeskundigen uit verschillende sectoren hun eigen termen kunnen gebruiken. Eenduidige taal, lastenverlichting en tijdsbesparing zijn dan mogelijk voor zorgverstrekkers. Door vastgelegde codes voor termen kan men ook correspondentie over een patiënt tussen behandelende instanties automatisch opstellen. Patiëntvriendelijke termen Voor het secundaire zorgproces blijken consistente informatiecodering uit de patiëntenzorg en koppeling aan andere standaarden zeer geschikt voor onderzoek naar patiëntenpopulaties. De eenheid van taal via SNOMED gaat echter verder. Bij uitwisseling met een Persoonsgebonden Omgeving (PGO), is het ook mogelijk om met SNOMED als onderliggende infrastructuur een medisch dossier begrijpelijker te maken voor patiënten. Dit is zonder meer wenselijk, temeer daar vanaf 1 juli 2020 iedereen in Nederland online inzage in zijn medisch dossier moet krijgen via een eigen gezondheidsomgeving of patiëntportaal. Automatisch kan patiëntvriendelijke toelichting worden gegenereerd door gebruik te maken van de hiërarchie en toegevoegde patiëntvriendelijke termen in SNOMED. Wetenschappelijke benamingen kunnen worden verduidelijkt door een patiëntvriendelijk synoniem (Trigeminusneuralgie is een ander woord voor gezichtspijn). Toelichtingen zijn ook mogelijk door gebruik te maken van de generieke en associatieve relaties in de SNOMED-ontologie, bijvoorbeeld door bij bepaalde aandoeningen de vorm en de plaats aan te geven (Streptokokkenventriculitis is een infectie van de hersenen), de soort aandoening te vermelden (Agranulocytose is een immuunziekte) of de oorzaak te specificeren (Salmonella-infectie is een infectie met de salmonellabacterie). Aan deze verheldering draagt bij dat ook de Thesaurus Zorg en Welzijn een groot aantal definities ter beschikking stelt. Een overzicht van het Nictiz-symposium en mogelijkheden via SNOMED vindt u hier. |
|
Nieuws Heldere juridische taal Evenals medische communicatie is juridisch taalgebruik zeer gebaat bij eenduidige terminologie die ook leken begrijpen. Het draagt voor burgers nu eenmaal bij aan de draagkracht van het rechtssysteem als begrijpelijk is wat in de rechtspraak voor en over hen wordt beslist. In een conceptgeoriënteerd systeem is de loutere verwerking van duidelijke termen voor niet-specialisten in principe geen probleem. Een lekenvriendelijke term kan als termvariant met een notitie over het taalregister eenvoudig onder het betreffende concept-id worden toegevoegd aan de officiële juridische term. De vraag is echter vooral hoever men in de creatie van dergelijke lekenvriendelijke termen kan en wil gaan. In de discussie hierover in het Engelse taalgebied schatten sommigen de mogelijkheden ruim in om “vaktermen”/Terms of Art in begrijpelijke taal om te zetten (Lees ook: Begrijpelijk of niet?). Anderen stellen zich gereserveerder op tegenover een vertaalslag in de richting van een begrijpelijker juridisch discours. Deze discussie is ook in het Nederlandstalige gebied actueel. In Vlaanderen maakte het verslag van het colloquium ‘Begrijpelijke rechtstaal' (KULeuven, mei 2016, Brussel) al een onderscheid tussen rechtsterminologie en taalkundige complexiteit. Het sluit daardoor meer aan bij het tweede, minder vergaande standpunt (Hoe communiceert een jurist duidelijk en doelgericht? Uniek verslag vol tips voor een begrijpelijke rechtstaal, pag. 9-10). Een vergelijkbaar standpunt weerklinkt in Nederland ook in een recent opinieartikel (januari 2020) in het Nederlands Juristenblad (NJB): ‘Leesbare civiele vonnissen’. De auteur onderscheidt er “jargon” (zinslengte, stilistiek met archaïsche woordkeuzes, tekststructuur enz.) van “technische vaktaal”. Vooral op het eerste vlak zou winst te halen zijn voor een beter begrip. Op het tweede vlak echter blijven vaktermen direct verbonden met de juridische redeneerwijze en haar begrippenapparaat, en belemmert de afwezigheid van die termen het opzoekwerk van een jurist. Welk standpunt men ook inneemt, het is duidelijk dat in verband met rechtsdocumenten veel resultaat valt te boeken. Zo is in Notariaat Magazine van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie de nieuwe rubriek “Wablief?!” opgenomen met als thema begrijpelijke juridische taal. In deze rubriek wordt maandelijks aan een (kandidaat-)notaris en een taalspecialist gevraagd om een passage uit een notariële akte te ‘vertalen’. De vertaling in het februarinummer van een passage uit een hypotheekakte is in ieder geval veelbelovend voor de consument. |
|
TermNet Op donderdag 6 februari hield TermNet een algemene online vergadering voor het verkiezen van een nieuw bestuur. TermNet is een internationaal samenwerkingsverband voor terminologie dat zich richt op praktijkgeoriënteerde training, consultancy en terminologische ondersteuning van de deelnemende instanties. Bestuur Na een mandaat van twee termijnen wordt Frieda Steurs er opgevolgd door de nieuwe president Márta Fisher. M. Fischer is als directeur en associate professor verbonden aan het Centre of Modern Languages van de Budapest University of Technology and Economics (BME). Vice-presidenten zijn Hendrik Kockaert en Klaus-Dirk Schmitz. In het bestuur zetelen als overige deskundigen op het vlak van terminologie en vertaling: Klaus Fleischmann, Petra Dutz, Beate Früh en Rodolpho Maslias. Terminology Summer School Een van de activiteiten van TermNet is de jaarlijkse Terminology Summer School. Deze is gepland voor de periode 1-4 juli 2020 en zal plaatsvinden in Boedapest. De focus ligt ditmaal op terminologiebeheer voor vertaling. Meer informatie vindt u hier. In geval van nood zijn in verband met de coronacrisis maatregelen getroffen om de zomercursus online te laten doorgaan. |
|
TOTh training 2020 Woordenboeken onderscheiden zich door hun diverse benadering van lexicaal materiaal. Verschillen in de wijze van beschrijving, ordening en beoogde gebruikersgroepen leiden er tot een typologie in de geproduceerde informatie. Traditioneel hebben vele woordenboeken een lexicografische grondslag. Bij de productie hebben lexicografen dan gezocht naar overeenkomsten en tegenstellingen om te bepalen wat een bepaalde gebruikswijze van een woord typeert of onderscheidt van een ander gebruik. Betekenisverschil blijkt daarbij onder meer uit het verschuiven van betekenisaspecten naar de voorgrond of achtergrond, uit grammaticale constructies, of de toepassing van een woord in verschillende vakgebieden. Ook specifiekere patronen voor betekenisontwikkeling hanteert de lexicograaf als ordeningsprincipe, zoals concrete en abstracte toepassing, eigenlijk en figuurlijk gebruik, betekenisgeneralisering en -specialisering, metaforische en metonymische toepassing enz. Een dergelijke semasiologische werkwijze peilt vooral vanuit woorden en woordvormen naar betekenissen, waarbij een lexicograaf door synthese ook grotere ontwikkelingslijnen laat zien via de groepering van de betekenissen en subbetekenissen die hij onderscheidt. Andere woordenboeken zijn echter juist weer conceptgeoriënteerd. Om deze samen te stellen kan de terminologie geschikte werkmethodes aanreiken. Dit spoor wordt gevolgd in de TOTh-training die op 2 en 3 juni plaatsvindt onder de titel: "From text to conceptual-based dictionaries: a terminological approach." Inzicht in de verschillen tussen lexicografische en terminologische benadering maakt deel uit van de beoogde doelen. De trainingssessie start dan ook bij de theoretische achtergrond van terminologiewerk, terminologiestandaarden en termcreatie. Op deze basis bouwt de instructie verder met inzicht in de structuur van terminologische woordenboeken om zich vervolgens te richten op de nu gebruikelijke digitale productie en distributie. Achtereenvolgens komen aan bod de samenstelling van een domeincorpus, tekstselectie, de woordenboekeditor Lexonomy en het beschikbaar stellen van de terminologische informatie via Linguistic Linked Open Data. Het volledige programma vindt u hier. Bij de samenstelling van deze nieuwsbrief berichtte de website nog niet in verband met eventuele gevolgen van de coronacrisis voor het evenement. |
|
International Summer School in Translation Technology De internationale zomerschool van de KULeuven-campus Antwerpen is intussen aan zijn vijfde editie toe en vindt dit jaar plaats van 7 tot 11 september. Deze praktijkgerichte introductie informeert over de meest recente mogelijkheden voor taaltechnologische ondersteuning van het vertaalproces en localisering. Ook semi-automatische compilatie van gespecialiseerde corpora en termbanken maakt deel uit van het opleidingsprogramma. De doelgroep bestaat uit vertalers, docenten vertalen, localiseringsdeskundigen en postgraduaatstudenten. De vijfde editie voorziet daarvoor in twee opleidingstrajecten waarvan het eerste zich richt op deelnemers met weinig of geen ervaring in vertalings- en localiseringstechnologie en het tweede is bedoeld voor diegenen die meer willen leren over Natural Language Processing en Machine Translation. Informatie over het programma biedt deze website. |
|
EAFT De Europese Vereniging voor Terminologie heeft haar congres gepland op 19 en 20 november 2020. Dublin wordt de gaststad voor de tiende uitgave van dit jaarlijkse terminologie-evenement dat wordt georganiseerd in samenwerking met twee afdelingen binnen de faculteit Humanities and Social Sciences van Dublin City University (Fiontar & Scoil na Gaeilge en School of Applied Language and Intercultural Studies. Het thema luidt: 'Terminology in Challenging Circumstances'. Concreet dienen zich deze uitdagingen aan op verschillende vlakken, waarbij men een aantal subthema’s kan onderscheiden: terminologiewerk op onbezoldigde of vrijwillige basis, terminologie in crisisomstandigheden, terminologiewerk in samenwerkingsverbanden, terminologiewerk voor minderheidstalen en bedreigde talen, en de kosten van terminologiewerk. Meer informatie vindt u t.z.t. op de congreswebsite. |
|
Neologica Eens termen via concepten aan een conceptueel systeem zijn gekoppeld en in een database zijn opgenomen, krijgen ze een enigszins vanzelfsprekend en statisch karakter. Toch danken ze hun ontstaan aan de diverse processen van termvorming of termontlening en kan men classificaties opstellen van neologismen en de procedés die aan hun vorming ten grondslag liggen. Ook hebben ze zich eerst lexicaal moeten verspreiden en gebeurt die verspreiding vaak volgens een patroon. Wie zich voor deze ontwikkelingsaspecten van nieuwe termen interesseert, vindt wellicht boeiende lectuur in het tijdschrift Neologica. Revue internationale de néologie. Tot 1 juli loopt er voor de genoemde en aanverwante onderwerpen ook een call for papers over het thema ‘State of European Research on Neology: Theoretical and Terminological Issues’. |
|
IULATERM Eveneens over neologie handelt een workshop die de onderzoeksgroep IULATERM (Institute of Applied Linguistics - Barcelona) organiseert in het kader van het Online Master Program in Terminology. De workshop in het Spaans of Engels loopt van 6 mei tot 30 juni 2020. Deze training houdt tevens oefeningen in over concepten in de (gespecialiseerde) neologie. Centraal staan de ontwikkeling van vaardigheden voor problemen in verband met terminologische neologismen en het vinden van de beste oplossing in bepaalde sociolinguïstische contexten, mede voor vertaaldoeleinden. |
|
Lexical Semantics for Terminology. An introduction. In januari verscheen deze studie van Marie-Claude L’Homme over de toepassingsmogelijkheden van lexicale semantiek in de terminologie. Overeenkomstig de ondertitel belicht dit werk helder de gehanteerde begrippen en vereist daardoor weinig voorkennis van beide disciplines. Ondanks de laagdrempelige benadering zijn de geboden inzichten veelzijdig en met interessant voorbeeldmateriaal gedocumenteerd. Op zich is deze combinatie van terminologie en lexicale semantiek of lexicologie al een uitdaging, doordat beide disciplines verschillende methodes en principes ontwikkelden om woorden, termen en betekenis te beschrijven. Niettemin gaat deze studie uit van de aanname dat terminologische analyse gebaat is bij een combinatie van zowel een kennisgebaseerde als een lexicongebaseerde benadering. Aan de basis daarvan ligt het intensieve gebruik dat terminologen nu maken van gespecialiseerde corpora en het besef dat lexicaal-semantische beschrijvingsmodellen zeer geschikt zijn voor een goed begrip van de data uit deze corpora. De kennisgebaseerde benadering volgt vooral de strekking van de General Theory of Terminology en is primair geïnteresseerd in de concepten die abstracte generaliseringen zijn van eigenschappen die categorieën van objecten gemeenschappelijk hebben. Taalkundige labels worden pas nadien aan de concepten toegevoegd. De lexicongebaseerde benadering daarentegen ziet een term in de eerste plaats op basis van zijn interactie met andere taalkundige elementen (hoofdstukken 1-3). Deze tweedeling is als leidraad behouden doorheen het boek zodat de lezer een beeld krijgt van de onderling aanvullende waarde van beide benaderingen. Het begrip 'term' Inhoudelijk verbreedt zich stapsgewijs het perspectief. Uitgangspunt is een beschrijving van het begrip ‘term’ (hoofdstuk 4). Een term is een lexicale eenheid van minstens één woord die beantwoordt aan een semantische component die samen met de andere zinsonderdelen bijdraagt aan de zinsbetekenis. Hij kan vervolgens op basis van een aantal criteria worden geselecteerd. Uiteraard is sprake van een term indien er een relatie is met een specialistisch onderwerpsgebied, maar, onder meer, ook als er sprake is van een “paradigmatische” relatie met een synoniem, antoniem, meroniem of hyperoniem dat al als term is gekwalificeerd. Beschrijving Wanneer een term is geïdentificeerd, dient zich de vraag aan van zijn inhoudelijke beschrijving (hoofdstukken 5 en 6). Volgens de kennisgebaseerde benadering wordt het achterliggende concept beschreven op basis van noodzakelijke en voldoende kenmerken. Een lexicongebaseerde analyse echter peilt naar betekenisverschillen. Zo kan men deze in corpuszinnen detecteren door de betreffende term te vervangen door een synoniem, een antoniem, een morfologisch gerelateerde vorm of door de betreffende term te combineren met een compatibele term. Als dit in sommige zinnen een betekenisvol of plausibel resultaat oplevert, en in andere niet, dan wijst dit op betekenisverschil. Ook laat deze betekenis zich syntactisch nauwkeurig in beeld brengen aan de hand van de participanten bij een term (bijvoorbeeld X koopt Y van Z voor W). Dergelijke predicatieve termen die zich door een zogenaamde argumentstructuur kenmerken, onderscheiden zich van de niet-predicatieve. Terminologische relaties Na de uiteenzetting over de afbakening van de inhoud van soorten termen, komen de relaties tussen termen in beeld (hoofdstuk 7). Volgens de kennisgebaseerde invalshoek gaat men ervan uit dat een onderliggende structuur concepten verbindt via conceptuele relaties, en in de lexicongebaseerde toepassing, termen en termbetekenissen door terminologische relaties. De eerste benadering resulteert in hiërarchische relaties zoals de generieke (X is een Y) of partitieve (X is een deel van Y), en verder in diverse associatieve relaties (bijvoorbeeld X is het instrument gebruikt voor Y). De tweede benadering analyseert lexicale relaties door middel van paradigmatische en syntagmatische verbanden. Hyperonymie, hyponymie, verschillende types van synonymie en van antonymie worden in deze studie beschreven binnen de paradigmatische klasse waarvan lexicale elementen tot dezelfde woordsoort behoren en dezelfde syntactische distributie vertonen. Minder prototypische paradigmatische relaties vervolgens verbinden termen waarvan de betekenis als gelijk geldt maar de woordsoort verschilt (type erode/erosion). Syntagmatische relaties daarentegen betreffen de wijze waarop termen gecombineerd worden met andere termen en lexicale eenheden in zinnen. De combinatiemogelijkheden worden hier beperkt door syntactische regels en semantische verwantschap. Specifiekere combinatiebeperkingen kunnen worden opgelegd door het idiomatisch karakter van collocaties. Structuren en netwerken Het voorgaande hoofdstuk beschreef individuele relaties en de wijze waarop ze worden toegepast op kleine sets concepten en termen. Het voorlaatste (hoofdstuk 8) gaat in op hun bredere structurering tot netwerken binnen kennisdomeinen. Deze structuren verschillen afhankelijk van het gekozen kennisgebaseerde of lexicongebaseerde perspectief. De conceptuele structuren krijgen hun beslag in ontologieën, thesauri, en kennisbanken. Eens omvangrijke hoeveelheden concepten geformaliseerd zijn in een systeem, bieden ze gebruiksmogelijkheden op het vlak van kenmerkenovererving en definiëring in definitiesjablones. De terminologische structuren echter leiden meer tot inzicht in relaties tussen termen. De systematische beschrijving van paradigmatische en syntagmatische relaties illustreert deze studie aan de hand van de methode van de Explanatory Combinatorial Lexicology en het gebruik van lexicale functies. Frame Semantics is vervolgens de tweede methode die deze studie voor het voetlicht brengt om termstructuren van een domein inzichtelijk te maken. Meertalige context Een laatste verbreding in het onderzoeksperspectief biedt hoofdstuk 9. Waar relaties hiervoor vanuit een eentalig standpunt werden beschouwd, vindt terminologiewerk vaak plaats in een meertalige context. Het slothoofdstuk focust daarom nog op vertaalequivalenten en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen, zowel vanuit een conceptuele als lexicongebaseerde benadering. |
|
Tools en bronnen Medische termen De meest verscheiden aspecten en invloeden in maatschappij en samenleving weerspiegelen zich in het lexicon van een taalgemeenschap. Ook actuele ontwikkelingen drukken voortdurend hun stempel, zowel met losse, actuele woorden als met thematisch groepeerbare woordvelden. Lexiton Taalbank speurt naar dergelijke lexicale trends en taalverandering in het Nederlands. In deze tijden van pandemie waarin medische begrippen sterk op de voorgrond treden, plaatste de weblog een “coronawoordenboek” online. Deze crisiswoordenschat bevat niet alleen gangbare woorden uit de algemene taal maar ook meer gespecialiseerde uit het terminologische segment. Omgekeerd weerspiegelt terminologie ook de gangbare positieve situatie uit normale tijden. Waar nu nog verplaatsingen en reizen maximaal worden beperkt, draagt terminologie juist vaak bij tot communicatie over de grenzen heen. Voor het medische gebied is daarvoor de lijst illustratief die werd toegevoegd aan het taalmateriaal van het INT. Deze lijst bevat ca. 400 Nederlandstalige medische termen (uit verschillende gebruiksregisters) die in België of in Nederland worden gebruikt en waarvan men niet mag aannemen dat zij in beide landen worden gebruikt en begrepen. Dergelijke grensoverschrijdende communicatieondersteuning blikt alvast vooruit op een normalisering van de maatschappelijke en medische omstandigheden. |
|
Uitgelichte term micro-organisme Een micro-organisme is een levend wezen dat zo klein is dat je het alleen met behulp van een hele sterke microscoop kunt zien. Het voorvoegsel micro- is gebaseerd op Grieks mikros, dat 'klein, zacht (van geluid), kort' betekent, en het woord organisme in de betekenis 'organische bouw, samenhang der delen' namen we over uit het Frans. Veel micro-organismen zijn ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten, schimmels en virussen. Ook het coronavirus is zo'n micro-organisme, en wanneer je dit virus door een elektronenmicroscoop bekijkt is er om het organisme een soort krans te zien. Vandaar de naam corona, het Latijnse woord voor krans. Meer medische termen op ivdnt.org |
|
Agenda Hieronder vindt u een korte aankondiging van evenementen. Meer informatie over al deze evenementen vindt u op de website van het Instituut voor de Nederlandse Taal. 8 - 12 september 2020, Alexandroupolis (Griekenland): EURALEX 2020 |
|
|
|