Inleiding In dit arrest oordeelt het hof dat inzage in een medisch advies over een medische aansprakelijkheidskwestie niet met een beroep op art. 843a Rv en/of art. 35 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) kan worden afgedwongen. Feiten In 2005 beviel een vrouw in het Waterlandziekenhuis van een zoon, door middel van de keizersnede. Zes weken later bleek hij een hoge dwarslaesie te hebben. De rechtbank oordeelde in eerste instantie dat sprake was van 50% (proportionele) aansprakelijkheid. In het hoger beroep vorderde de vrouw in een incident inzage in een medisch advies dat door het ziekenhuis bij een (externe) radioloog was ingewonnen en waarvan haar inzage was geweigerd. Daarbij beriep zij zich op art. 843a Rv en art. 35 Wpb. Beoordeling De vordering van de vrouw wordt niet gehonoreerd. Het hof geeft aan dat art. 843a Rv niet voorziet in een onbeperkt recht op inzage van bescheiden. De eiser moet een rechtmatig belang hebben en ook moet sprake zijn van een rechtsbetrekking waarin hij partij is. Weigering is mogelijk als inzage niet nodig is voor een behoorlijke rechtsbedeling, waarbij de rechter de belangen van partijen kan afwegen. Belangrijk is dat uit art. 6 EVRM voor iedere partij het recht voortvloeit om de verdediging in vrijheid en beslotenheid voor te bereiden. Daartoe behoort ook het raadplegen van deskundigen. Inzage daarin zou inbreuk maken op dit recht en in strijd komen met het recht op een eerlijk proces. Ook het beroep op art. 35 Wbp faalt. Het hof volgt hierbij de lijn van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU, 17-07-2014, nr. C-141/12 en nr. C-372/12, ECLI:EU:C:2014:2081), waarin het hof voor een asielaanvraag het onderscheid had gemaakt dat de gegevens die in een juridische analyse over de aanvrager waren vermeld persoonsgegevens zijn, maar de juridische analyse daarvan als zodanig niet. Volgens het hof doet dit verschil ook in deze zaak opgeld. Ook hier was immers sprake van een analyse van al bestaande gegevens. De medische analyse in het ingewonnen advies bevatte zelf geen gegevens die door de belanghebbende op de juistheid konden worden gecontroleerd. Echter, alleen die gegevens worden door de Wbp beschermd. Het hof komt tot de conclusie dat er sprake is van zwaarwichtige redenen die zich tegen inzage verzetten. Bovendien neemt het hof aan dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder inzage van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Uitspraak Het hof wijst de vordering van de vrouw af. |