Lieve lezer,
Een vriend die Nederlands aan het leren is, vroeg me laatst of ik het erg vind dat taal verandert. Zijn vraag bracht me terug naar één van de eerste lessen tijdens mijn studie Nederlands. Toen werd mij geleerd: je moet alle taalregels kennen, je moet ze allemaal kunnen toepassen, en je moet weten dat die regels ook maar verzonnen zijn en er dus eigenlijk helemaal niet toe doen. Ik ben het dan ook niet eens met taalpuristen die bijvoorbeeld willen dat iedereen altijd maar ‘beter dan’ zegt in plaats van ‘beter als’.
Taal is iets vloeiends en altijd onderhevig aan verandering, bijvoorbeeld omdat het in contact komt met andere talen. Denken dat taal hetzelfde moet blijven doet geen recht aan de chaos en instabiliteit waar alles en iedereen voortdurend aan onderhevig is. Dat neemt niet weg dat verandering vaak gepaard gaat met ongemak.
Vorige week stapte ik van de ING over naar een bank die níet in wapens en fossiele brandstoffen investeert, en wel in duurzame ontwikkeling en sociale projecten. Dit wilde ik al zo’n twee jaar doen, maar ik was zo gewend aan het format en de app en het gebruiksgemak van mijn oude bank, dat ik het maar bleef uitstellen. Ik kan dus eigenlijk niet heel goed tegen verandering die mij op persoonlijk vlak raakt, het maakt me onrustig en als het kan, dan vermijd ik het liever. Maar dit ongemak was belangrijk: ik verwelkomde iets nieuws wat beter past bij mijn ideeën over hoe de wereld eruit zou moeten zien.
Verandering is natuurlijk niet inherent goed of slecht. Wel is het inherent aan ons bestaan. En sommige verandering – zoals het overstappen van bank – hebben we zelf in de hand. Kritisch blijven kijken naar de gevolgen van verandering blijft belangrijk, maar laat ongemak geen reden zijn om van verandering af te zien.
Veel liefs, Marit Schilling Redacteur |