Binnenkort sluiten we het jaar 5782 af. Dit jaar was een sjemitta-jaar. Veel van de wetten van sjemitta gelden alleen in Israël. Er is één belangrijk wet die ook buiten Israël geldt: sjemittat kesafim (sjemitta neemt alle financiële schulden weg).
Uiteraard is het een goede zaak als de lener uit zichzelf terugbetaalt, maar hij kan niet gedwongen worden tot betalen. Ook als hij niet heeft betaald, dan moet de uitlener toch duidelijk uitspreken dat hij de schuld als verdwenen beschouwt.
Er is een meningsverschil tussen de Ibn Ezra en de Ramban (Nachmanides) over wanneer precies deze wet van kracht wordt. De eerstgenoemde zegt dat de leningen aan het begin van het sjemitta-jaar al niet meer opeisbaar zijn; de ander stelt dat dit pas aan het einde van het jaar zo is.
Hillel de Kleine (Hillel hakatan) – niet te verwarren met de grote Hillel, de bekende misjna-geleerde – leefde aan het einde van de 2e eeuw van de gebruikelijke jaartelling. Hij zag dat de armlastigen in de problemen kwamen. De rijken wensten rond de sjemitta geen geld meer uit te lenen; ze kregen het immers niet meer terug! Daarom heeft Hillel ingesteld dat de uitleners hun leenaktes bij het Beth Din konden indienen; dat is immers geen persoon en die wet geldt alleen voor personen. Het Beth Din schrijft dan een bewijs van ontvangst: een proezboel. De oplossing die Hillel bedacht, hielp zowel de armen als de rijken; de armen omdat zij konden blijven lenen en de rijken omdat zij leningen konden terugkrijgen en konden doorgaan met de mitswa anderen te helpen.
Wilt u een proezboel laten maken? Kom dan zondagochtend 29 elloel / 25 september tussen 10:00 en 12:00 uur naar het JCC, waar het Beth Din dan speciaal hiervoor zitting houdt.
U kunt de tekst van de proezboel ook hier vinden.
Heeft u nog vragen? Stuur dan een bericht naar rabbinaat@nihs.nl
E. Wolff Rav en Aw
Beth Din Amsterdam en Ressort |