View this email in your browser

RECLAME | IP | FOOD LAW

HOOGENRAAD & HAAK
SEPTEMBER 2021


Hier zijn we weer! In ons NIEUWS gaan we in op wat ons de laatste tijd is opgevallen in onze aandachtsgebieden reclame, intellectuele eigendom en food law. Laat je ons weten wat je ervan vindt?

Hartelijke groet,
Hoogenraad & Haak

Ebba Hoogenraad, Maarten Haak, Daniël Haije, Moïra Truijens, Mathijs Peijnenburg, Lisanne Steenbergen, Myrna Teeuw, Daphne Vrieling, Rôna Montijn, Simone van der Kraan

Wie auteursrecht claimt, moet wel het klappen van de zweep kennen


Wanneer kan je, als opdrachtgever, (al dan niet samen met je leverancier) als auteursrechthebbende worden aangemerkt? Onder meer deze vraag was het onderwerp van discussie in een pikante zaak over het auteursrecht op SM-zwepen.

Slagwerk, een verkoper van zwepen en spankinginstrumenten die in de BDSM-wereld worden gebruikt en O-Products, een groothandel in erotische artikelen, belanden na een samenwerking in de rechtszaal. Slagwerk stuurt de foto’s van bovenstaande zwepen toe en overlegt met O-Products over een aantal wijzigingen aan de vormgeving. Daarop besluit O-Products ineens geen zwepen meer af te nemen van Slagwerk en laat zij deze door een derde partij maken. Dat is tegen het zere been van Slagwerk. Voor de rechtbank voert O-Products aan dat het, als opdrachtgever van Slagwerk, (gezamenlijk) auteursrechthebbende zou zijn, zij had immers wijzigingen aan de zweep besproken met Slagwerk. De rechtbank gaat hier niet in mee. Door het voeren van overleg, aangeven van gewenste aanpassingen en/of accordering daarvan word je zelf nog niet een (mede-)maker van het werk. Het basismodel van Slagwerk bestond al en de kleine aanpassingen daaraan zijn onvoldoende om O-Products als mede-maker van de zweep aan te merken.

Een ander interessant onderwerp dat in deze uitspraak aan bod komt, is de vraag of iemand als maker van een werk kan worden gehouden als een naam op het werk staat die niet de naam van de feitelijk maker is. Ter illustratie: op de Zonnebloemen van Vincent van Gogh staat zijn naam (Vincent) vermeld en hij wordt (mede daarom) als auteursrechthebbende op het schilderij gezien. Maar hoe werkt dat voor Banksy, die onder een pseudoniem werkt en waarvan de naam niet bekend is? De rechtbank oordeelt dat de vermelde naam niet de ware naam van de feitelijk maker hoeft te zijn. Banksy hoeft zich dus geen zorgen te maken over aan wie de auteursrechten op zijn werken worden toegerekend.

Mathijs Peijnenburg

RCC: CO2-neutralisatieclaims moeten keihard worden bewezen

De Reclame Code Commissie (RCC) wees op 26 augustus 2021 een belangrijke uitspraak. De RCC stelt zeer zware eisen aan de onderbouwing van CO2-neutralisatieclaims.

Shell adverteerde met (onder meer) de volgende teksten: “Maak het verschil. Rij CO2-neutraal”, “CO2-neutraal rijden is nu nog makkelijker. Met compensatieAAN rij je nu automatisch CO2-neutraal” en “Wanneer je je aanmeldt voor compensatieAAN betaal je bij Shell automatisch 1 cent extra per liter brandstof, waarmee je de CO2-uitstoot van de kilometers die je rijdt, kunt compenseren. Shell compenseert dan de CO2-uitstoot vanaf de winning van de olie tot aan de benzinepomp. (…)”.

De RCC oordeelt na een klacht over deze campagne dat deze CO2-neutralisatieclaims van Shell strijdig zijn met de Milieu Reclame Code (MRC). Het in de Shell-campagne gebruikte “CO2-neutraal” wordt volgens de RCC door de consument zo opgevat, dat het schadelijke effect op het milieu van de CO2-uitstoot volledig wordt tenietgedaan door compensatiemaatregelen die Shell daar tegenover plaatst. De CO2-neutralisatieclaims worden daarom door de RCC bestempeld als absolute milieuclaims, en dan heeft de adverteerder op grond van de MRC een zeer zware bewijslast. In de woorden van de RCC: “Een absolute milieuclaim is hetzij gegarandeerd juist en om die reden toelaatbaar hetzij ontoelaatbaar.” Volgens de RCC had Shell daarom moeten aantonen (op basis van bijvoorbeeld meetgegevens) dat daadwerkelijk CO2-neutraliteit in de geclaimde zin kan worden bereikt. Shell had aannemelijk gemaakt dat zij voldeed aan bepaalde standaarden, waarin een systeem van aankoop van CO2-credits wordt gehanteerd om de uitstoot van broeikasgassen te compenseren. Maar die standaarden vormen zonder meer slechts een theoretisch, op afspraken gebaseerd systeem. Shell toonde volgens de RCC niet aan dat in de praktijk ook daadwerkelijk sprake is van volledige compensatie van nadelige milieueffecten. Daarom handelt Shell in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC – aldus de RCC.

Deze uitspraak laat zien dat absoluut geformuleerde CO2-neutralisatieclaims volgens de RCC keihard moeten worden bewezen, en dat daarbij niet kan worden volstaan met verwijzing naar standaarden. De RCC eist hard bewijs dat de CO2-neutralisatieclaim in de praktijk daadwerkelijk wordt waargemaakt.

Daniël Haije

Food for thought: vegan pizza met kans op sporen van melk en ei


De vegan shoarma pizza is de nieuwste toevoeging aan het pizza aanbod van New York Pizza. Deze lancering verliep niet onopgemerkt, zoals vaker het geval bij deze pizzaspecialist. Eerder meldden we dat de campagne ter promotie van de bloemkoolpizzabodem opviel in het straatbeeld. In de video (humoristisch, mocht wel) en abri (te seksistisch, mocht niet) was een ontbloot bovenlichaam van een vrouw te zien met voor de borsten twee bloemkolen. 

Ook over de 100% chicken bacon pizza werd geklaagd. De naam zou misleidend zijn, want bacon is gemaakt van varkensvlees. Maar het liep vorige zomer goed af, bacon is geen beschermde vleesbenaming en hoeft dus niet afkomstig te zijn van een varken. Voldoende duidelijk was dat het hier ging om bacon gemaakt van kip.

Nu is de vegan shoarma pizza onderwerp van discussie. Volgens de klager is de term ‘vegan’ misleidend. Op de website van New York Pizza staat dat de pizza geen sporen van melk (incl. lactose) en ei bevat. Maar deze pizza is gemaakt met plantaardige ‘kip shoarma’ van De Vegetarische Slager in een fabriek waar ook vegetarische producten (met ei en melk) geproduceerd worden. Omdat het risico bestaat dat de ‘vegan kip shoarma’ door productieomstandigheden sporen van ei of melk bevat, zou het geen vegan mogen heten (maar vegetarisch). De klager verwijst naar wetgeving over ‘kruisbesmetting’ ten aanzien van allergenen. Gluten, schelpdieren, pinda’s, maar ook melk en ei zijn voorbeelden van allergenen. Als een levensmiddel allergenen bevat dan moet dit duidelijk blijken uit het etiket.

De voorzitter van de Reclame Code Commissie concludeert dat alle ingrediënten van de ‘vegan kip shoarma’ pizza plantaardig zijn. Dus klopt de claim ‘vegan’. De wettelijke regels ten aanzien van het vermelden van allergenen zijn specifiek bedoeld voor stoffen die een (ernstige) allergische reactie kunnen veroorzaken en gebruikt worden als ingrediënt. Deze allergenen-regels zijn volgens de Voorzitter niet van toepassing bij de beoordeling van de misleidingsvraag of een product wel ‘vegan’ mag heten als het geproduceerd wordt in een fabriek met vegetarische producten met sporen van ei en melk. Voor nu een logische beslissing, want er is (nog) geen wettelijke verplichting voor een ‘kan sporen van [allergeen]’-vermelding bij vegan producten. De brede discussie over het vermelden van het risico van onbedoelde kruisbesmetting van allergenen op de verpakking van allerlei producten, en hoe dan, is tot op WHO-niveau in volle gang. Over ‘sporen van’ gaat u nog veel horen.
 
Lisanne Steenbergen 

Opbeurend als u somber bent …

Vitalise Positief Saffraan Complex werkt opbeurend als u somber bent.
Is deze claim wel of niet toegestaan? Het luistert nauw bij gebruik van botanicals. Dit is te sterk gezegd; een meer genuanceerde claim had wél door de beugel gekund.


De TVC en website tekst voor Vitalise Positief Saffraan Complex moeten worden aangepast. Waarom? Omdat de bewoordingen sterker zijn dan wat voorlopig als toegestane botanical claim is geregistreerd. De Reclame Code Commissie checkt de bewoordingen van de on hold botanicals saffraan en melisse: wat wél mag is een claim die zegt dat saffraan en melisse (bij de juiste hoeveelheden) bijdragen tot een normale psychologische functie. Ook soortgelijke bewoordingen met eenzelfde betekenis mogen worden gebruikt. Maar dan mag géén sterkere werking worden geclaimd dan waarvoor een wetenschappelijk dossier is ingediend. De RCC vindt dat door de combinatie van teksten voor vitamine B6 en B12, saffraan en melisse het product een verbetering van een negatieve gemoedstoestand suggereert. Van min naar plus dus. Dat gaat verder dan de ‘on hold’-claims uit de Claimsverordening database voor deze ingrediënten.

Dus: marketing, let op de nuances, anders gaat het mis.

En nog een tip: bij botanicals moet altijd de disclaimer worden vermeld waaruit duidelijk blijkt dat de claim nog niet wetenschappelijk is beoordeeld door EFSA.

Conclusie: de TVC en website bevatten verboden gezondheidsclaims (artikel 10 ClaimsVerordening), dus de uitingen zijn in strijd met de wet (art 2 Nederlandse Reclame Code).

Ebba Hoogenraad

Uitputting bij gebruik van méér merken op de verpakking? easyCosmetic/Coty

easyCosmetic verkoopt originele A-merk cosmeticaproducten waarvan de merkrechten zijn uitgeput: ze zijn eerder al door of met toestemming van de merkhouder in het verkeer gebracht in de Europese Economische Ruimte (EER). Zij levert producten uit in een doos waarop 80 A-merken zijn vermeld, allemaal in één kleur:



easyCosmetics heeft voor deze verpakking ook het lettertype van de merken afgestemd op haar eigen ‘huisstijl’, maar wel op een manier dat de look & feel van elk merk sterk overeenstemt met het A-merk: 



Parfumfabrikant Coty verzet zich tegen het gebruik van JILSANDER en DAVIDOFF op de verpakking. Als merkhouder kan zij ondanks de uitputting van het merkrecht de verkoop onder deze merken nog wel verbieden als zij daarvoor gegronde redenen heeft. easyCosmetic mag reclame maken voor de uitgeputte merkproducten, zo lang die reclame maar past binnen wat gebruikelijk is binnen haar branche en zij niet de indruk wekt van een economische band met de merkhouder. Die regel kennen we al sinds Dior/Evora uit 1997.

Dit geschil spitst zich toe op de bewegingsruimte van de wederverkoper: gaat easyCosmetics hier te ver? De rechtbank Den Haag verbood de verpakking, het hof laat hem in hoger beroep alsnog toe. Door de vermelding van de handelsnaam en de slogan op een effen witte of donkere ondergrond en afgebakend van de ‘merkenbrei’, springen deze eruit en wordt de aandacht van het publiek naar die handelsnaam en slogan getrokken. Pas daarna vallen de afgebeelde ‘merken’ op. Met zo’n grote hoeveelheid merken ziet dit eruit als een soort pakpapier, waarbij geen enkel merk bijzondere aandacht krijgt. Dit wekt volgens het hof de indruk dat het hier gaat om een winkel die cosmetica van vele merken verkoopt. easyCosmetic heeft ook niet aangesloten bij de ‘huisstijl’ van een of meer beeldmerken, maar heeft deze juist iets aangepast aan haar eigen stijl. De slogan Beauty for less wekt de indruk dat merkproducten voor een lagere dan de “officiële prijs” worden aangeboden (wat ook inderdaad het geval is), zodat dit (dus) een – niet economisch aan de merkhouders verbonden – discounter is.

Het hof acht dit niet afwijkend van wat in de branche van easyCosmetics gebruikelijk is. Het maakt niet uit dat een JILSANDER product wordt uitgeleverd in een doos waarop 79 andere merken zijn vermeld. easyCosmetics mag op deze manier reclame maken voor al die merken, zo lang zij die ook daadwerkelijk verkoopt.

Winst voor de vrije markt: kan er nu méér met A-merken als het er maar veel tegelijk zijn? Benieuwd of we nu meer ‘merkenbrei’ verpakkingen gaan zien. 

Maarten Haak

Influencer marketing: actief monitoren verplicht!

Wie een influencer contracteert regelt natuurlijk keurig dat de influencer zich aan alle reclame-regels moet houden: #ad vermelden en zo. Maar dat blijkt niet genoeg!

Adverteerders opgelet! Dat prachtige contract met alle regeltjes waar een influencer zich aan moet houden is natuurlijk prima en heel verstandig. Daarin staat - als het goed is - onder andere dat de influencer keurig in iedere social media post melding moet doen van het feit dat de influencer betaald krijgt, of gratis producten ontvangt. Dit gebeurt meest door middel van het gebruik van de hashtag : “#ad”. Maar het mag ook worden uitgesproken in de video: “ik heb [dit product] gekregen van [naam adverteerder]”.

Ga je als adverteerder vrijuit als de influencer het ondanks dit contract niet zo nauw neemt? Nee! Als adverteerder heb je een eigen, zelfstandige, plicht om te controleren of de influencer zich ook werkelijk netjes aan de regels uit de Reclame Code voor Social Media houdt.

Dit heeft de Reclame Code Commissie deze zomer bepaald. Het ging over een influencer die op TikTok een video heeft gepost. Hij staat daar blij  te pronken met een energiedrank van Bang Energy. Ondertussen praat hij over wel of niet ananas op een pizza. De RCC vindt de vermelding onderaan de video niet voldoende duidelijk (daar stond: “@bangenergy @bangenergy.ceo #BangEnergy”). Dus is sprake van strijd met de Reclame Code voor Social Media 2019. De influencer wordt hierop aangesproken.

Bang Energy hoopte de dans te ontspringen; in het contract met de influencer was immers een verplichting opgenomen om de RSM na te leven. Maar die vlieger gaat niet op! RSM vereist dat de adverteerder zich actief inspant om ervoor te zorgen dat de influencer de regels naleeft. Een contract volstaat niet. De adverteerder moet aan de bak en zelf controleren of de influencer klare taal spreekt.

Ebba Hoogenraad

Zeeman gaat met de billen bloot

Een televisiecommercial voor damesondergoed van Zeeman toont vrouwen in ondergoed in allerlei situaties. De billen van de vrouwen komen prominent in beeld. Klagers vinden de reclame vrouwonvriendelijk, seksistisch en te naakt voor een tijdstip dat ook kinderen tv kijken. Ook wordt geklaagd dat Zeeman vrouwen aanmoedigt erotisch getinte selfies te verspreiden. De klachten roepen de vraag op of de commercial in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen. De Reclame Code Commissie (RCC) wijst alle klachten af.

De RCC oordeelt dat de (bijna) blote billen in deze commercial een functie hebben: het aanprijzen van damesondergoed. Er is dus een verband tussen ‘naakt’ en het product. Dat één van de vrouwen een foto maakt van de slip die zij draagt, suggereert niet dat de foto ook wordt doorgestuurd. De commercial wekt volgens de RCC de indruk dat de vrouw haar telefoon gebruikt als spiegel, om te kijken hoe de slip staat. De RCC acht de commercial niet in strijd met de goede smaak of het fatsoen.

Deze uitspraken bevestigen het beoordelingskader van de RCC: wanneer naakt een functie heeft voor het aangeprezen product of de dienst, is minder snel sprake van strijd met de goede smaak en/ of het fatsoen. Een billboard waarop schaars geklede vrouwen een auto wassen is niet functioneel voor de diensten een autowasstraat. De RCC acht dit in strijd met de goede smaak en het fatsoen. Dit geldt ook voor de advertentie van Garage Petersen: “Zonder slip de winter door” in combinatie met een foto van een vrouw die haar slip uitdoet is niet functioneel voor de verkoop van winterbanden. Een afbeelding van een vrouw in lingerie voor de datingsite Novamora is wél functioneel, gezien het spannende karakter van de dienst. Dit acht de RCC niet in strijd met de goede smaak of het fatsoen.

Myrna Teeuw

Ook lang ingeschreven merken kunnen nietig worden verklaard

Dit komt niet als een verrassing: het beeldmerk e*message is geen geldig merk voor elektronische berichten. Het is geheel beschrijvend voor de dienst. Apple stelde met succes een nietigheidsprocedure tegen dit in 2000 ingeschreven EU-beeldmerk.
 


Waarom dan toch een vermelding? Interessant is dat e*Message Wireless Information Services GmbH alle mogelijke principiële argumenten voert om het merk bij het Gerecht boven water te houden.

Hoe zit het ook alweer met een beschrijvend merk? Beschrijvend is een merk als het zonder verder nadenken een onmiddellijke, voldoende rechtstreekse en specifieke beschrijving van de waren of diensten oproept, of van een eigenschap ervan. Zo’n eigenschap hoeft niet commercieel relevant te zijn. Het merk is in 2000 na een beoordeling door EUIPO (toen nog BHIM) ingeschreven. Apple roept veel later de nietigheid in, en Apple moest daarom aannemelijk maken dat het merk op de depotdatum beschrijvend was. Ook toen was het voorvoegsel e- of e* gebruikelijk voor ‘electronic’. Dit was en is echt beschrijvend.

Merkhouder e*Message beroept zich tevergeefs op het rechtszekerheidsbeginsel (artikel 17 lid 2 Handvest): 21 jaar later mag dit toch niet worden teruggedraaid? Dat kan nogal wat commerciële consequenties hebben, die moeten worden meegewogen. Daar maakt het Gerecht korte metten mee: het rechtszekerheidsbeginsel geldt net zo hard Apple, die pas jaren later een reden zag om de geldigheid ter discussie te stellen op grond van de merkenwetgeving. Ook op die wetgeving moet men kunnen vertrouwen.

Dit laat nog eens zien wat de meerwaarde is van een écht onderscheidend merk. Het kan veel kosten om dit te ‘laden’. De marketeer wil graag een beschrijvend merk, dat communiceert makkelijker en kost minder. Maar wie op lange termijn een waardevolle IP portefeuille wil bouwen kan beter gaan voor een goed onderscheidend vermogen.

Maarten Haak

Zomerse rechtspraak over beslagen zonnepanelen

Het zonnetje scheen deze zomer, maar niet overal voor het Koreaanse bedrijf Hanwha. Eerst wat achtergrondinformatie: als octrooihouder van een Europees octrooi moet je kiezen in welke landen je het octrooi wilt gaan handhaven. Alleen voor die landen betaal je dan jaarlijks een takse. Voor de andere Europese landen betaal je niet, maar daar geldt dan ook geen bescherming.  

Hanwha had conservatoir beslag tot afgifte gelegd op zonnepanelen van LONGi, die zich (in containers) bevonden bij een warehouse in Rotterdam. Hanwha stelde dat de panelen inbreuk zouden maken op haar Europese octrooi dat gelding heeft in meerdere Europese landen, maar nou juist niet in Nederland.

In een eerder vonnis hief de Voorzieningenrechter al een deel van het beslag op, namelijk voor de panelen die als bestemming een niet-octrooiland hadden. De deurwaarder wendde zich hierna tot de Voorzieningenrechter met enkele vragen over de tenuitvoerlegging, o.a. over wat te doen met panelen waarvoor de eindbestemming (nog) niet duidelijk was, of die een leveringsinstructie hadden van ná het gelegde beslag.

De Voorzieningenrechter lost het pragmatisch op: containers die ten tijde van de beslaglegging nog geen bestemming hadden, mogen alsnog een bestemming krijgen naar een niet-octrooiland. En andere panelen mogen een nieuwe bestemming krijgen, eveneens naar een niet-octrooiland. Wel moet LONGi de deurwaarder dan kunnen overtuigen van de (nieuwe) bestemming door middel van bijvoorbeeld geanonimiseerde commercial invoices en delivery notes, of daarmee vergelijkbare documenten. Voor zonnepanelen waarvoor de bestemming van een niet-octrooiland zo wordt vastgesteld, wordt het beslag dan opgeheven.  Dit is (ook in de toekomst) een mooie uitweg voor de partij die anders z’n spullen misschien wel had moeten laten vernietigen!
 
Moïra Truijens

De beschrijvende handelsnaam blijft voor verwarring zorgen


Begin dit jaar gaf de Hoge Raad in het arrest Doc/Dairy partners dan eindelijk duidelijkheid wat betreft de beschrijvende handelsnaam: in zo’n geval zijn voor een verbod bijkomende omstandigheden vereist:

“De hiervoor in 2.8.2 bedoelde wijze van beoordeling van de vraag of gevaar voor verwarring bestaat, waarborgt in voldoende mate dat aanduidingen die beschrijvend zijn voor de aard van een onderneming of van de door haar geleverde waren of diensten, door een ieder vrij kunnen worden gebruikt. Om die reden bestaat er wat betreft beschrijvende handelsnamen zonder onderscheidend vermogen onvoldoende aanleiding om bijkomende omstandigheden te vereisen

De vrijhoudingsbehoefte – om beschrijvende handelsnamen te gebruiken en te blijven gebruiken – speelt daarmee een belangrijke rol bij de beoordeling van de vraag of er verwarringsgevaar te duchten is. Het publiek is immers gewend geraakt aan de grote mate van gebruik van beschrijvende handelsnamen door ondernemingen, aldus de Hoge Raad.

De voorzieningenrechter Limburg komt in een procedure tussen teamleiders.nu en teamleiders.nl tot een bijzondere toepassing van de ‘bijkomende omstandigheden’. Factoren zoals het gevaar dat e-mails naar de verkeerde onderneming worden gestuurd, visuele- , auditieve- én begripsmatige overeenstemming spelen een belangrijke rol om tot verwarringsgevaar te komen. Daarbij lijkt de houding van teamleiders.nu (registreren van domeinnamen na sommatie) óók van belang te zijn.

De rechter lijkt hier de aanname van de Hoge Raad – het publiek is gewend geraakt aan beschrijvende namen – volledig te negeren en te concluderen dat er sprake is van feitelijke verwarring en daarmee is een verbod op zijn plaats. Zo blijkt maar weer dat de beschrijvende handelsnaam voor verwarring blijft zorgen.

Jeroen van Kampen, student-stagiair

Ook minder mooie apparatuur verdient auteursrechtelijke bescherming

Het auteursrecht is, in tegenstelling tot over het algemeen vaak wordt aangenomen, niet alleen bedoeld voor boeken, films, schilderijen en designobjecten. Ook alledaagse gebruiksvoorwerpen (werken van toegepaste kunst) kunnen door het auteursrecht beschermd worden. Ook fabrikanten van wc-brillen, prullenbakken en stadsstofzuigers kunnen, als aan de voorwaarden voor auteursrechtelijke bescherming wordt voldaan, het auteursrecht op hun producten inroepen tegen concurrenten die daarop inbreuk maken.

Aan een voortbrengsel komt auteursrechtelijke bescherming toe wanneer (i) het voortbrengsel oorspronkelijk is, en (ii) nauwkeurig en objectief definieerbaar is. In een zaak over de hierboven afgebeelde stadsstofzuigers oordeelde de rechtbank dat de ingeroepen Glutton stadsstofzuiger (links) aan deze vereisten voldoet. De Glutton is oorspronkelijk door (a) de aerodynamische en spitsvormige vormgeving van de kap die uit één stuk bestaat, (b) het neusprofiel van de afvalzuiger en (c) de positionering van het bedieningspaneel. Al deze vormgevingselementen zijn overgenomen in de Vanguard stadsstofzuiger (rechts) waardoor de totaalindruk daarvan hetzelfde is als die van de Glutton en inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht daarop. Interessant is ook dat de rechtbank aanneemt dat de vormgeving van de Vanguard ontleend is aan die van de Glutton, op de grond dat de producent van de Vanguard voormalig exclusief distributeur van de Glutton was en vlak voor de afloop van de samenwerking veel onderdelen voor de Glutton had ingekocht voor de eerste versies van de Vanguard.

De moraal van het verhaal: misschien kijk je niet om bij het voorbijlopen van een stadsstofzuiger, maar de vormgeving daarvan kan, net zoals zoveel gebruiksvoorwerpen, auteursrechtelijk beschermd zijn. Met een goede onderbouwing kan een concurrent die te dicht op je vormgeving zit in veel gevallen worden tegengehouden.

Mathijs Peijnenburg

Hoogenraad & Haak advocaten is een onafhankelijk boutique advocatenkantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in het intellectuele-eigendomsrecht, reclamerecht en levensmiddelenrecht. Wij doen waar we van houden. Al onze partners zijn aanbevolen door zowel Chambers als Legal 500.

Wij adviseren en procederen in complexe geschillen, vaak ook met een grensoverschrijdend aspect. We denken met bezieling mee, en leveren goed doordachte en strategische adviezen die in de praktijk ook uitvoerbaar zijn. En als het even kan, komen we in een vroeg stadium met een creatieve oplossing (hoe kan het wél?). Wil je meer weten over ons werk of onze mensen?

Elk kwartaal sturen wij ons NIEUWS over ontwikkelingen binnen onze aandachtsgebieden. Het is geen advies. Als je vragen hebt over een specifiek onderwerp, bel of mail ons dan even. En stuur ons NIEUWS vooral door aan andere geïnteresseerden (inschrijven kan trouwens hier). Persoonsgegevens worden alleen gebruikt voor verzending van ons NIEUWS. Er is ook een Engelse versie.
 

Eindredactie: Maarten Haak

Hoogenraad & Haak
Cruquiusweg 109-B
1019 AG Amsterdam
e info@hoogenhaak.nl
t 020 – 305 3060
www.hoogenhaak.nl
kvk 34314579
https://twitter.com/hoogenraadhaak
https://www.hoogenhaak.nl/
LinkedIn
Copyright © 2021 Hoogenraad & Haak, All rights reserved.
U ontvangt deze e-mail omdat u zich heeft aangemeld voor onze nieuwsbrief.

Want to change how you receive these emails?
You can
update your preferences or unsubscribe from this list.

Email Marketing Powered by Mailchimp