 |
|  |
De Eurostarsregeling kan interessant zijn voor een mkb-ondernemer, terwijl je dat gelet op de naam van de regeling niet direct verwacht. Onderstaand hebben wij de voordelen van de regeling voor u opgesomd.
Bottom-up Het Eurostarsprogramma stimuleert innovatieprojecten die in de onderzoeks- en ontwikkelingsfase zitten en staat open voor alle technologiegebieden; dus geen thematische restricties!
Voor het mkb Vanuit het Europese samenwerkingsverband waarvoor Eurostars wordt aangevraagd is voor het mkb een belangrijke rol weggelegd als projectcoördinator en uitvoerder. Minimaal 50% van de projectkosten dienen te worden gedragen door het mkb.
Samenwerking kan tussen enkel mkb’s, maar indien wordt samengewerkt met grote bedrijven en/of kennisinstellingen is dat ook mogelijk. Wat vaak goed werkt, is samenwerking binnen de innovatieketen, zoals met een toeleverancier, een productiepartner of een potentiële klant. In een typisch Eurostars-project werken drie tot vier partijen samen, uit twee tot drie verschillende Eurostarslanden.
Steeds meer Eurostarslanden Onlangs is bekend geworden dat ook organisaties uit Canada en Zuid-Afrika mee mogen doen aan Eurostars-projecten. Er zijn momenteel 36 Eurostars landen, te weten de 27 EU-landen, Noorwegen, IJsland, Zuid-Afrika, Zwitserland, Kroatië, Israël, Turkije, Canada en Zuid-Korea.
Snel in de beoordeling, weinig bureaucratisch Een aanvraag voor Eurostars beslaat 2 fases. De eerste fase is een aanvraag in Brussel waar de projecten inhoudelijk worden beoordeeld. Wanneer het project positief is beoordeeld en gerangschikt volgt de feitelijke subsidieaanvraag bij de nationale subsidieverstrekker RVO. De totale time-to-contract bedraagt ongeveer 7 maanden.
Hoge budgetten Het totale budget voor het Eurostars is ruim € 1.100 miljoen. Het Nederlandse budget is ruim € 18 miljoen per jaar. Subsidiepercentages variëren van 25% tot maximaal 60% en de maximale subsidie vanuit RVO bedraagt € 500.000,- per project.
Relatief hoge slaagkans Het statisch slagingspercentage voor Eurostars ligt gemiddeld op 23%. Dit is relatief hoog in vergelijking met andere Europese subsidieprogramma’s, zoals het SME-instrument.
2 aanvraagrondes per jaar Aanvragen kunnen tijdens twee jaarlijkse aanvraagrondes worden ingediend bij het EUREKA-secretariaat. De tweede aanvraagronde van 2016 zal media juni openen en sluiten op 15 september 2016. |
|
|
Samenwerking Nederland-Vlaanderen (CrossRoads2) | Het programma CrossRoads2 heeft als doel het stimuleren van een duurzame grensoverschrijdende samenwerking rond kansrijke innovatieprojecten tussen KMO’s/mkb-ers in Vlaanderen en Zuid-Nederland. |  | De focus ligt daarbij op cross-sectorale en cross-technologische innovaties die passen binnen de ‘smart specialisation strategy’ van de regio’s: high-tech systemen, chemie & materialen, agrofood, life sciences & health, cleantech, biobased economy, logistiek en maintenance.
KMO/MKB bedrijven krijgen ondersteuning bij het ontwikkelen van goede en technisch haalbare projectideeën tot volwaardige projectvoorstellen. De tenderprocedure zal naar verwachting 30 september 2016 sluiten. Aanvragen kunnen worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement, eenmaal goedgekeurde aanvragen worden verder afgehandeld door het INTERREG loket in Antwerpen. Er is 6,75 miljoen euro gereserveerd als subsidie voor innovatieprojecten en 0,5 miljoen euro voor haalbaarheidsstudies.
Naar verwachting zal CrossRoads2 zo’n 50 innovatieprojecten (maximaal subsidiepercentage 45 en maximaal subsidiebedrag € 135.000,- per project) en zo’n 50 haalbaarheidsstudies (maximaal subsidiebedrag € 10.000, subsidiepercentage 50) opleveren waaraan KMO/MKB bedrijven deelnemen. |
|
|
|  |
In de praktijk blijkt dat bij WBSO aanvragen de nadruk ligt op loonkosten (S&O-uren) en dat de kosten en uitgaven (voorheen RDA) minder aandacht krijgen. Dat is niet verstandig, want in het nieuwe regime worden dus ook kosten en uitgaven tegen een hoog tarief (32%, 1e schijf) gesubsidieerd en bovendien is dit voordeel via de loonheffingen verrekenbaar.
Voorbeelden van WBSO kosten: - Aanschaf verbruiksgoederen, materialen en grondstoffen voor het doen van testen en proeven;
- Aanschaf materialen en onderdelen voor het zelf maken van prototypes voor het eigen S&O-project;
- Kosten voor het laten vervaardigen van prototypes zonder productieve of commerciële eindbestemming door derden voor het eigen S&O-project;
- Aanschaf van (licenties voor) specifieke softwarepakketten of ICT-tools die noodzakelijk zijn voor het eigen S&O-project;
- Werk (geen S&O) i.h.k.v. het S&O-project dat wordt uitbesteed aan derden (bijv. metingskosten of testkosten);
- Kosten voor huur van apparaten of gebouwen met S&O-functie;
- Kosten voor operational lease van bijv. R&D-apparatuur die alleen voor S&O wordt gebruikt;
- Kosten voor onderhoud en reparatie van bedrijfsmiddelen die alleen voor S&O wordt gebruikt (alleen voor de duur van het project);
- Reis- en verblijfkosten (binnen EU) voor het uitvoeren van S&O-werk;
- Kosten voor onderzoek naar octrooien.
Voorbeelden van WBSO uitgaven: - Investeringen in (delen van) nieuwe gebouwen die direct en uitsluitend worden gebruikt voor S&O-werkzaamheden;
- Aanschaf van nieuwe apparatuur of gereedschappen nodig voor het vervaardigen van prototypes zonder productieve/commerciële eindbestemming;
- Aanschaf van ICT-hardware.
|
|
|
Samenwerking met Craeghs Consultancy | Vanwege het zeer specifieke karakter van subsidies en de daarbij spelende mogelijkheden heeft de Schipper Groep ervoor gekozen om samen te werken met Craeghs Consultancy (www.craeghs.nl). Op deze wijze worden de klanten van Schipper ook ten aanzien van subsidies op een hoogwaardig niveau bijgestaan tegen een marktconforme prijs. |
|
|
Contact | Heeft u vragen over de bovengenoemde regelingen of heeft u andere subsidievragen neem dan contact op met Jos Maaskant (0113-239400). |
|
|
|
| |