VRIJSPRAAK EN HANDENWRINGEN. In de derde week van Joe Bidens presidentschap ging de meeste aandacht (alweer) uit naar Donald Trump. Hoewel de oud-president onzichtbaar en onhoorbaar in Mar-a-Lago verblijft sinds zijn vertrek uit het Witte Huis op 20 januari, lag zijn naam de afgelopen week op ieders lippen dankzij het impeachment-proces in de Senaat. Een ruime meerderheid van de senatoren stemde zondag weliswaar in met een veroordeling van Trump wegens het aanzetten tot een gewelddadig oproer. Liefst zeven Republikeinen stemden met de gehele Democratische fractie mee. Maar het was niet genoeg voor een twee derde meerderheid. Zo kon Trump een triomfantelijk teken van leven geven. „Dit was weer een nieuwe fase in de grootste heksenjacht in de geschiedenis van ons land”, schreef hij. „In de komende maanden heb ik nog veel met jullie te delen en ik zie uit naar het vervolg van onze ongelooflijke reis op weg naar Amerikaanse grootheid voor alle mensen.” In Amerikaanse media konden we lezen dat Trump op de eerste dag van het proces naar het tv-scherm had geschreeuwd. Dat werd vooral veroorzaakt, meldde CNN op basis van anonieme bronnen, door het stuntelige optreden van zijn advocaat Bruce Castor - die begon met een uitglijder in de eerste zin: „Ik ben de hoofdaanklager. Euh, advocaat voor de 45ste president.” Hij verzekerde: „Ik weet heus wel het verschil.” Over Joe Biden lazen we intussen dat hij helemáál niet naar de tv had gekeken voor het live-verslag. Hij had het te druk met regeren, liet zijn woordvoerder weten. Zou het heus? Of liep hij handenwringend door het Witte Huis, gefrustreerd dat de eerste kostbare weken van zijn presidentschap werden opgesoupeerd door een vrijwel zeker kansloos proces tegen zijn voorganger? De wonderlijke gang van zaken rond het oproepen van getuigen aan het slot van het impeachment-proces is misschien een indicatie van Bidens positie. Op vrijdag was wel duidelijk dat de Democraten niet genoeg Republikeinen zouden vinden om Trump te veroordelen. Die avond berichtte CNN over een telefoongesprek tussen Trump en de Republikeinse leider in het Huis van Afgevaardigden, Kevin McCarthy, op 6 januari, terwijl de bestorming van het Capitool nog gaande was. McCarthy zou de president hebben toegeschreeuwd om hem ertoe te bewegen de bestormers tot bedaren te brengen. „Nou, Kevin”, zou Trump hebben gezegd, „het lijkt erop dat die mensen daar zich meer dan jij druk maken over de verkiezingen.” Het was de Republikeinse afgevaardigde Herrera Buetler die beweerde dat dit telefoongesprek had plaatsgevonden. De inhoud ervan stond haaks op de verdedigingslinie van de advocaten van Trump: de president zou snel hebben gehandeld om de bestorming te beëindigen. Democratische aanklagers stonden nu voor de keuze om Buetler en McCarthy als getuigen op te roepen, waarmee het proces zou worden verlengd. Dat laatste gegeven gaf de doorslag in een nachtlange discussie onder de Democraten. Een getuigenis zou mogelijk aantonen dat Trump en zijn advocaten logen. Maar Dick Coons, senator van Delaware en een oude vriend van Biden, sprak zich volgens The Washington Post stellig uit tegen verlenging. Die behoefte aan een snel proces – de behoefte van Biden – prevaleerde. De Democraten legden zich neer bij vrijspraak voor Trump, zij het met een vernederende minderheid en verdere imagoschade voor de oud-president en diens partij. |