Joodse Gemeente Amsterdam
Verslag solidariteitsbijeenkomst
www.nihs.nl

VERSLAG van de SOLIDARITEITSDIENST EN BIJEENKOMST
9 oktober 2023

De woorden die maandag 9 oktober werden gesproken in het JCC op de solidariteitsbijeenkomst raakten alle aanwezigen diep.

We hebben de sprekers verzocht of we hun speeches met u mogen delen, om na te lezen, of om überhaupt kennis van te nemen als u er niet bij kon zijn.



Drasja Rabbijn Hans Groenewoudt
De Israëlische vlag wappert op de overheidsgebouwen van Nederland en vele andere landen, de Eifeltoren is blauw-wit, de Branderburger Tor ook. De wereld staat achter Israël, en het joodse volk. De wereld staat achter ons. Maar waar staan zij achter? Wat doen wij? Dawwenen, ja natuurlijk. Dat hoef ik u niet te zeggen. Als we nu nog niet dawwenen wanneer dan wel…? Maar is dat alles? Ik wil enkele praktische punten noemen die we zouden kunnen doen.

Iedereen heeft zijn familie en vrienden, kennissen in Israël gebeld, geappt zodra jom tov voorbij was om te eten hoe het met hen ging. Logisch. Wie niet? Maar we zouden ook eens aandacht kunnen geven aan mensen buiten dat kringetje. Aan die mensen die we al een tijdje niet hebben gesproken. Waar het contact verwaterd is. Mensen die achterin ons telefoonboekje-ouderwets begrip – staan.

We hebben allemaal wel die ‘oom uit Chadéra, die we al jaren niet gesproken hebben. Bel hem nu! Stuur een berichtje om mee te leven. Het is zoveel waard. Of, op een andere manier.

Er was eens een leraar in een klein cheider in een shtettel die zich beklaagde bij de rabbijn. “ik geef nu al 20 jaar geen andere les dan alef beth.. wanneer kan ik eens de hogere klassen lesgeven, laten zien wat ik kan. De rabbijn antwoordde met beroemd geworden woorden: “als er alleen maar generaals zijn, wie maakt dan de schoenen?”. Wij kunnen niet in de frontlinie vechten, dat is aan anderen, waarvoor we dawwenen en die wij steunen en die voortdurend in onze gedachten zijn, maar we kunnen wel op ander manieren helpen aan al die mensen die het nu extra moeilijk hebben.

Geld, ja natuurlijk, maar ook op andere manieren. In de digitale wereld kunnen we onze hulp aanbieden aan mensen om in contact te blijven met mensen die dat zelf niet kunnen, brieven schrijven voor die die nodig hebben, e-mails Een boekhouding doen.. iedereen wat hij kan. We kunnen niet de generaals zijn maar we kunne wel de schoenen maken. Anderen zullen vechten om ons land te redden. Zij zijn bereid alles te geven voor de veiligheid van onze families. Ook uit Nederland gaan jonge manen en vrouwen vrijwillig terug om met mesieroet nefesj - zelf opoffering - van de hoogste soort de vijand terug te dringen.

De wereld staat achter ons, wij staan achter hen.. alleen in woorden of ook in daden? Moge Hasjem onze soldaten beschermen en vrede brengen voor het land en haar bewoners. Moge hij snel Masjiach sturen die aan alle ellende een eind zal maken, bimheera oeb’jamenoe ameen

 




Speech Sidney Bialystock – voorzitter Joodse Gemeente Amsterdam
Geachte aanwezigen, Het is met een zwaar gemoed dat ik vandaag voor u sta, als voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam, om mijn solidariteit te betuigen met de slachtoffers van de recente gebeurtenissen in Israël. Het is een tragische tijd waarin we ons bevinden, waarbij zowel soldaten als burgers het leven hebben gelaten en velen gewond zijn geraakt.

Het raakt mij persoonlijk diep, aangezien mijn neef momenteel in het ziekenhuis vecht voor zijn leven. Ook hij is een slachtoffer geworden van deze verschrikkelijke situatie, getroffen door een buikschotwond. Het is pijnlijk om te zien hoe zoveel families momenteel worden verscheurd door deze gebeurtenissen, en mijn gedachten gaan uit naar alle andere families die hetzelfde moeten doorstaan.

Deze bijeenkomst is bedoeld als een moment van solidariteit en steun. Het is onze taak om elkaar te omarmen en samen te staan, ongeacht onze achtergrond of geloofsovertuiging. Het maakt niet uit welke godsdienst we aanhangen, welke cultuur we hebben of waar we op de wereld wonen. Onze menselijkheid verenigt ons en geeft ons de kracht om elkaar te ondersteunen in tijden van verdriet en pijn.

Het is van belang dat we ons realiseren dat gewapende conflicten nooit de oplossing zijn. Maar zolang onze tegenstander liever miljarden investeert in raketten dan in opbouw van eigen infrastructuur zoals ziekenhuizen, scholen, elektriciteitscentrales enz. lijkt de oplossing van het conflict niet dichtbij. Toch droom ik graag van de het idee dat dit de minderheid is van het Palestijnse volk. Wel een dominante minderheid. Ik hoop dat dit geen illusie is.

Vandaag staan we hier samen om onze medeleven te tonen, om elkaar te steunen en elkaar een hart onder de riem te steken. Laten we onze energie steken in het bouwen van bruggen, in het bevorderen van vreedzaam samenleven en in het stimuleren van begrip tussen verschillende gemeenschappen. Laten we ook niet vergeten degenen die gewond zijn geraakt in onze gebeden op te nemen, in de hoop dat zij spoedig herstellen en hun leven weer kunnen oppakken.

Ik dank u allen voor uw aanwezigheid en uw steun. Laten we als één gemeenschap de handen ineenslaan en samenwerken om een vredige toekomst te creëren, waarin we geen slachtoffers van oorlog en geweld meer hoeven te betreuren. Dank u wel.
 




Orly Wiersma, mother of Oz
“I heard the door being slammed again and again and again ...”

I don’t have a lot to say, but I would like to take you back through the events, my personal events of Shabbat and Yomtov of 7-8 of October. My oldest Oz just completed his army service and arrived home after yom kippur. Oz is a Cheider boy. He studied at the Cheider and graduated from the Cheider. After graduation, he volunteered to the Israeli army and was a lone solider in the IDF for 3 full years as a combat solider in Golani. Also, the rest of the kids came home for the Holiday. I think the last time we were all together at home was in the beginning of corona.

On Friday evening 6 of October, we were all sitting in the Succah, together with our guests. And our guests asked Oz, did you do kidush Hodaya, a thank you kidush to say thank you to Hashem that he completed the service healthy and safe. Now whoever knows Oz, knows that he is really not a kid that like to be in the center of attention, so he answered, no, no, this is not for me. So they said, so let’s raise a kosit she hodaya, say lechaim that you completed the service safe and sound and that you can start your life. We said Lechaim and everyone blessed him. It was a lovely evening.

On Shabbat’s morning the neighbor knocked on the door and told us that there is a war in Israel. I woke Oz up and I told him that there is a war in Israel, they are throwing rockets on Tel Aviv and Jerusalem, he turned around and said rocket is not a war. I continue to say that Hamas broke the fence of Gaza and entered Israel. When he heard this, he jumped out of his bed, looking for his phone so he can switched it on. I said: Oz, it is Shabbat and Yomtov, you can’t do it. He said Ima, please leave the room because I have to contact the Commander of my unit and the officer and find out what is going on. So, I left the room and went to the kitchen and started preparing for the Yomtov’s meals and for our guests.

Then Oz came out of his room and came to the kitchen and asked me to translate him few words in Hebrew. Because there were list of names with words in Hebrew next to them that he didn’t understand. ‘Nafal’- dropped down, which means dead. ‘Anush’- critically wounded, ‘Patzua kashe’- severely wounded, ‘Patzua kal’- lightly wounded. He turned around and then I hear the door of the house being slammed and I saw Oz going out. After a while he came back and told me ‘I lost a friend’. And then throughout the day, I heard the door being slammed again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again and again. Twenty times and more, thirty times and more and more.

In the evening Oz said I will go to mincha and says kadish to the friends I lost, and say Hagomel to those who survived. But his Rabbi told he can’t say kadish because he is not a family member or hagomel. He asked what can I do, I can give you an Aliya. He said I don’t want Aliya, it is not about me, so he wanted to sit with the Thora and he held it so tight, almost crashing it and he sat with Thora holding it so tight for all the friends that he loss and everybody cried around him.

In the night he woke me up and said ‘Ima, I am going back’. I answered, ‘I don’t want you to, Ozzie’. ‘I have to’, he said, for all my friends that I lost. Now, we had to find him a flight. We bought 3 tickets but all the flights were cancelled. Only El Al left, so our neighbor helped us and Ellen booked it. Mind you it is still Yomtov and I can’t take my son to the airport. Our neighbor took him. And I can’t express to you how it is to say goodbye to him, to see his sister that cried two days straight says goodbye to him and his brother and his father.

Then I had to arrange a friend to bring him his shoes in the middle of the night to the airport and from there friends arranged stichting Yedidim that usually helps people that are stucked on the road, but now, they volunteered to bring soldiers back to their bases of collection areas. By the morning he was in his base, by the evening he joined whatever left from his unit on their mission.

We talked to him before Shabbat, he called us and he said that what he saw this week was beyond words or imagination. He said, it was like playing a horrific uncensored video game, but it is not a game, it is reality. He said that his last shower was the one he took at home a week ago before he left. They are still with the same uniform, there are no changes of clothes. He asked me to ask all those who pray for him that instead of praying for him, they should pray for 4 of his friends that are still in critical state. I ask you as a mom please continue to pray for his safety together with all the other soliders (עוז יעקב בן אורלי), but please pray first for his friends for Refuah shlema.
אביהו בן ענת
דביר בן גרניט
שגיא בן אורנה
נהוראי בן רינת

The last thing he said on the phone call was you know Ima, you remember when I sat with the Torah and everyone cried. I think we should not cry, I think people there should be strong and do good things to make them strong so they can give us strength.

I want to finish with a small prayer to bless all the soldiers of Israel and the people of Israel
 



.
Katja Grufi, “Het is zo belangrijk elkaar vast te houden..”
Silvy belde me of ik wilde spreken en alhoewel ik er een hekel aan heb, ga ik proberen er droog doorheen te komen. Hoe fijn is het om in deze moeilijke tijden samen te zijn. Ik sta hier niet als mezelf, als moeder van twee en misschien in de toekomst wel 3 soldaten, maar eigenlijk als vertegenwoordiger van heel veel Nederlandse moeders die een kind in het Israëlische leger hadden, hebben of zullen krijgen.

Mijn man en ik hebben 2 dochter Sivan en Tymna en een zoon Yanai. Zij zijn opgegroeid met Bne Akiva en de liefde voor Israël. Het was dan ook geen verrassing voor ons dat onze dochters zodra ze 18 werden, het voorbeeld van veel vrienden van hen hebben gevolgd en ze ons vertelden dat ze het leger ingingen. Trots gepaard met gemis zijn de meest uitspringende woorden voor mij. En altijd een extra radartje in je hoofd met betrekking tot de situatie in Israël, of ze zich goed voelen. En nooit meer met droge ogen naar het gezongen Mischebarach voor de chayaliem in de synagoge kunnen luisteren.

Deze zomer had ik de mogelijkheid en de eer om mee te mogen doen aan een programma van Momentum, een Amerikaanse stichting. Het was 8 dagen in Israël met een groep vrouwen uit de hele wereld, allemaal moeders van Lone Soldiers. En hoewel een ieder met zijn eigen cultuur kwam en we allemaal heel anders zijn, spraken we van hart tot hart, we hoefden elkaar niets uit te leggen. We herkenden de zorgen, we herkenden de pijn, we herkenden de ongelooflijke trots. En wat een aanmoediging en respect kregen we van andere Israëlische vrouwen, jong en oud, om wat onze kinderen deden. We voelden ons gesterkt en verenigd. En op die vrijdagmiddag in Juli hebben wij, en de hele zaal, tranen met tuiten gehuild toen onze soldaten in vol ornaat plotseling voor onze neus stonden om Sjabbat met ons mee te vieren.

Gisteravond hadden we een spontane zoom meeting met dezelfde mama’s uit de hele wereld. Weer met tranen, maar nu van zorg, voor elkaars kinderen en voor alle families in Israël. Maar wat een kracht geeft dit ook om dit samen te beleven. En daarom sta ik hier nu ook. Het is zo belangrijk om elkaar vast te houden, elkaar te helpen met kleine dingen, een knuffel, een appje, een glimlach. En hoe anders we ook allemaal zijn, ook hier in de zaal, we hebben allemaal ons eigen verdriet over wat er nu gebeurt. We zijn verbonden met Israël en met elkaar.

Tymna mijn middelste dochter, was tot deze zomer, Search & Rescue Instructrice, op de basis Zikiem, waar de terroristen het eerste zijn binnengevallen en zoveel slachtoffers hebben geëist. Gelukkig is ze nu bij ons in Nederland, maar de zorg en verdriet om haar vrienden die nog niet getraceerd zijn, is er. Ze heeft net de keuze gehad of ze als reservist terug wil komen…

Sivan, mijn oudste dochter is Officier (Samech Mem Pe), in een vechters unit, Issuf Kravi, die field Intelligence verzamelen aan de grenzen. Gelukkig hebben we nog steeds contact met haar, appjes of een korte videochat die de broodnodige kracht geven om door te gaan.

Toen mijn kinderen hoorden dat dit vanavond georganiseerd werd, wilden ze heel graag komen. Mijn zoon Yanai, Tymna uit Meppel …. En zelfs Sivan vanuit Israël. Dus hierbij dan even vanuit Israël. Met trots voor alle soldaten die letterlijk hun leven geven.
 



Tymna Grufi 20 jaar, “Tot nu toe wacht ik nog steeds op bericht..”
Hallo, Mijn naam is Tymna en voor de mensen die het niet weten. In december 2021 ging ik het leger in als search and rescue instructor. Ik was een lone soldier en woonde daar in een huis met 60 andere lone soldiers die ik nu en voor altijd als mijn familie zou beschouwen.

Nadat ik klaar was met mijn basic training kreeg ik te horen dat mijn nieuwe basis voor de rest van mijn dienst Zikim zou zijn, minder dan een kilometer van de gazastrook af. Ik, mijn vrienden en mijn ouders wisten dat het niet de veiligste plek zou zijn maar de enige optie die er door mijn hoofd heenging als waarom het gevaarlijk kon zijn was door de raketten. Wij hadden namelijk minder dan 15 seconden om naar een schuilkelder te rennen en hebben dit meerdere keren moeten meemaken.

Nooit had ik gedacht aan het feit dat ik bang moest zijn dat terroristen mijn basis in zouden kunnen komen want we waren daar veilig toch? Maar ik was fout, de hekken die zo veilig waren en nooit doorbroken konden worden waren doorbroken. Zaterdag kreeg ik te horen dat het was gebeurd, dat waar ik nooit bang voor was, terroristen waren mijn basis ingevallen.

De plek die ik mijn huis noemde, de plek met de mooiste zonsondergangen, de plek waar ik zoveel herinneringen heb gemaakt, de plek waar ik mijn vrienden voor het leven heb ontmoet en de plek die ik huilend heb moeten verlaten toen ik klaar was met het leger. Die plek die zoveel goede herinneringen voor mij en zoveel mensen vasthield is binnengevallen en 7 mensen zijn vermoord. Mijn beste vriendin zat daar ook terwijl dit gebeurde, zij moest zich verstoppen en stilhouden wetende dat de terroristen er rondliepen en naar hun opzoek waren.

Wij moesten horen dat ze binnen waren gekomen en dat er mensen waren vermoord niet wetende wie het was en of ze okay was. Een dag later hoorde ik van haar dat zij de communicatie was, zij was met de gewonden aan de telefoon en moest hun hoop geven dat de ambulance er op tijd aan zou komen, wetende dat ze het waarschijnlijk niet zouden overleven.

De ochtend erna werd iedereen naar een veilige basis gebracht maar niet zij, ze zit daar nog steeds in de chamal om de basis, ons huis te verdedigen. Nooit had ik verwacht dat ik op een dag zou wakker worden en dat ik mijn vrienden familie en zus een appje moest sturen hopend met heel mijn hart dat ze zouden antwoorden en nog leefde.

Tot nu wacht ik nog steeds op bericht van vrienden van mij, van wie ik niks heb gehoord en van wie we niet weten of ze nog inleven zijn en met pijn in mijn hart heb ik vanmiddag online naar de begrafenis moeten kijken van lone soldier Nethanel Young, 20 jaar net zoals ik, die samen met mij in november 2021 begon aan de machal mechina en het leger inging omdat hij zoveel van Israël hield. Ik snap dat mijn ouders opgelucht zijn dat ik hier zit en niet daar ben maar ik voel me schuldig, schuldig dat mijn unit en tsevet daar zitten en mensen helpen en dat ik daar nu niet met hun ben.

Elke keer als ik een appje binnenkrijg op mijn telefoon ben ik bang dat ik te horen krijg dat een andere vriend of vriendin van mij is vermoord. Ik ben 20 jaar, dit zijn niet de dingen waar ik bang voor zou moeten zijn. Alles wat ik nu zou willen doen is daar zijn, mijn vrienden familie en zus sivan en grote knuffel willen geven en zeggen dat ik van ze houd. Als jullie zo een geluk hebben dat jullie vrienden en familie hier zijn of thuis, waardeer het geef ze een dikke knuffel en zeg dat je van ze houdt. Doe dit voor alle mensen zoals ik die dat op dit moment niet kunnen doen.
 




Benzi Loonstein: “Wie zijn wij dan?
Wij zijn het omgekeerde. We staan niet voor de dood, maar voor leven.”


Welke woorden kies je als er geen woorden zijn? We spreken met elkaar, thuis, in sjoel, telefonisch. We spreken met familie en vrienden die in Israël wonen. We proberen woorden te vinden die passend zijn. Maar er zijn geen woorden voor de situatie die sinds eergisteren bestaat.

Omdat de woorden ontbreken, luister ik muziek. Ik hoor de bekende zanger Ishay Ribo, die zingt: halew sheli nikra lishnajim. Mijn hart is in tweeën gescheurd. Dat voelt bijna letterlijk zo. We voelen fysiek de pijn. De knoop in de maag. Het verdriet om onze broers en zussen die zijn gevallen. De angst voor diegenen die mee zijn genomen. Naar de hel op aarde. Iedereen kent iemand, direct of indirect.

Het is zondagochtend, simchat tora hier, en ik loop met mijn zoontje naar sjoel. Ik denk na over welke woorden te kiezen: moet ik hem sparen en de onschuldige wereld waarin hij leeft zoveel mogelijk intact laten? Of moet ik proberen te zorgen dat hij het ook ziet, het ook voelt? Terwijl ik het dilemma voor mezelf probeer op te lossen, is hij me al voor. Hij vertelt me dat hij 's nachts een nachtmerrie heeft gehad, waarin een busje met Palestijnen voor de deur was gestopt. Hij had met zijn neefje snel zijn keppel afgedaan en ze waren daarom weer weggelopen, de Palestijnen – of zoals hij ze noemt: de domme Palestijnen, want ze waren erin getrapt. Hij vertelt het me allemaal luchtig en gaat direct over tot de orde van de dag. Maar mij schudt het opnieuw wakker.

Als dit al de impact is op een 8-jarige jongen die slechts wat flarden mee heeft gekregen en ver van het geweld verwijderd is, hoe moet het dan met al die kinderen, die de nachtmerries niet hebben gedroomd, maar hebben meegemaakt en nu nog meemaken?

Omdat het niet te beschrijven is, vraag ik me wederom af, bij het schrijven van deze speech, zittend voor een scherm, welke woorden te zeggen. Omdat ik de woorden nog steeds niet heb, ververs ik de nieuwspagina's. Ik lees over Rachel en David, die in hun woning in Ofakim, 15 uur lang door 5 Hamas-terroristen gegijzeld zijn geweest. Rachel heeft 15 uur lang constant ongevraagd koffie en koekjes klaargemaakt voor de gijzelnemers. Koffie en koekjes voor Het Kwaad. Ik lees het en besef me dat het niet gaat om welke woorden we uitspreken. Het gaat om wat we doen; om wie we zijn als volk. Mi keamcha jisrael. Wie is als uw volk, Jisrael?

Ik krijg een filmpje doorgestuurd van een jongen wiens hele huis is afgebrand. Wonderbaarlijk genoeg zijn alleen de tefilien heel gebleven. Lachend filmt hij het en uit hij zijn dankbaarheid. Zijn woning met alles erin is afgebrand, maar hij lacht en is dankbaar voor de heel gebleven tefilien. Mi keamcha jisrael. Ik hoor over een koppel in het zuiden die hun babytweeling in de schuilkelder heeft gelegd en boven het gevecht is aangegaan met de terroristen. Met voor hen fatale afloop. De baby's leven nog en zullen in een ander gezin met alle liefde worden grootgebracht. Mi keamcha jisrael.

Mi keamcha jisrael is een prachtig adagium, en het is de waarheid. Er is geen volk zoals het onze. Maar we vergeten het zelf soms. We zijn sterk en onverslaanbaar, mits we één zijn.

Aan het einde van het boek Bereshiet lezen we over Jaakov die voor zijn overlijden zijn zonen stuk voor stuk een bensj, een broche, geeft. Voordat hij begint, zegt hij: he'asefoe. Verzamel je. Kom samen. Daarna krijgt iedereen zijn eigen unieke broche. Maar eerst: kom samen!

Waarom een tragedie als deze ons broers en zussen is overkomen en nog overkomt, kan niemand verklaren. Maar we kunnen in ieder geval vaststellen dat we in het recente verleden als volk te vaak vergeten zijn dat we één volk zijn.

Wie we als volk zijn, wordt juist door het contrast duidelijk. Zij die dit ons aandeden, worden beesten genoemd. Maar 'beesten' dekt de lading niet. Zelfs monsters dekt de lading niet. Ze zijn Het Kwaad. Het vleesgeworden kwaad. Ze zoeken dood en verderf. Niet om er zelf beter van te worden, maar uit pure onmenselijke haat.

Wie zijn wij dan? Wij zijn het omgekeerde. We staan niet voor de dood, maar voor leven. We willen onze feestdagen in vrede vieren, we willen onze kinderen het Jodendom doorgeven, dansen met de tora op Simchat Tora, over een paar maanden de Chanoekia met elkaar aansteken. We willen onze kinderen groot zien worden, zien trouwen en het leven doorgeven.

Deze periode zal hoe dan ook blijvende littekens achterlaten. Maar ook deze periode zullen we overleven, zoals altijd. Zoals één van de strijdliederen van onze soldaten luidt: Am Jisrael Chai. Vaak wordt het lied begrepen als zeggend dat we nog bestaan als volk. Maar als dat de betekenis was, dan zouden we zingen: 'am jisrael kajam', am jisrael bestaat. We zingen echter 'am jisrael chaj'. Het Joodse volk leeft. Hoe zwart de tijd waar we doorheen gaan ook is, we bestaan niet alleen nog, maar we léven. Am Jisrael Chaj is niet alleen een constatering. Het is ook een opdracht: am jisrael, CHAJ! LEEF!

Chaj. Leef. We kennen de getallenwaarde van het woord Chaj: 18. Wat lezen we in de 18e psalm van tehiliem, in de laatste zinnen?

מְפַלְּטִ֗י מֵאֹ֫יְבָ֥י אַ֣ף מִן־קָ֭מַי תְּרוֹמְמֵ֑נִי ׃ – hij die mij redde van mijn vijand, die me liet opstijgen van mijn tegenstander.

מֵאִ֥ישׁ חָ֝מָ֗ס תַּצִּילֵֽנִי׃ – die me redt van Iesh Chamas. Letterlijk: die me redde van de gewelddadige, wetteloze man.

Welke connotatie Iesh Chamas voor ons heeft, hoef ik niet uit te leggen.

En dan zegt Tehiliem: עַל כֵּן אוֹדְךָ בַגּוֹיִם יְהוָה וּלְשִׁמְךָ אֲזַמֵּרָה

Hierom zing ik tussen de volkeren, ik bezing Uw naam.

Laten wij dat doen. Laten we leven. Niet zomaar een leven, maar een Joods leven, als Am Jisrael. Laten we dawwenen voor de ouderen en de kinderen, voor iedereen die gewond is en die gegijzeld is. Laten we dawwenen alsof het onze eigen familie is. Het is onze eigen familie. Of je nu al dagelijks meerdere keren per dag gewend bent te dawwenen of dat je het nooit deed; doe meer. Zou je het voor je eigen kind, G'd bewaar, doen? Doe het nu dan ook. Houd je je niet altijd aan shabbat? Doe het de komende shabbat, om te beginnen één keer, wel. Steek shabbat kaarsen aan. Stuur geld naar Israël, leer iets, dawwen. Doe wat je doet als je familie in gevaar verkeert.

Een toespraak wordt vaak afgesloten met applaus. Laten we dat nu niet doen. Laten we onze steun en liefde naar onze broers en zussen in Israël sturen door precies dat wat we moeten doen, namelijk 'leef', ook te zingen. Laten we samen zingen: Am Jisrael Chaj.
 




Michael Bloemendal, vader van Jisjai -inmiddels terug in Israël
De organisatoren van de bijeenkomst vanavond vroegen of ik een paar woorden van hoop kom zeggen vanavond – hoop, hatikva.

Dat valt niet mee. Zeker niet na wat we net hebben gehoord; zeker niet na de vreselijke beelden die we de afgelopen dagen; zeker niet waar zovelen van ons familie, vrienden of kennissen hebben die gewond, vermist of gedood zijn. Ik hoef u niet te overtuigen dat wat Hamas de afgelopen dagen heeft gedaan alle grenzen overschrijdt. In mijn ogen is het geen oorlog en zelfs geen terreur. …. Het is moord op ongekende schaal en met ongekende wreedheid. Dus HOOP???

En als er al hoop is, is dit het moment om erover te praten?
In veel van de berichten de afgelopen dagen heb ik de tekst van wehie she’ameda voor bij zien komen.

Wehie she’ameda la’awotenoe welanoe
Dit is wat onze voorouders en ons overeind heeft gehouden
Shelo echad bilewad amad aleenoe lechalotenoe.
Want niet een enkeling stond op om ons te vernietigen
Ella shebechol dor wador omediem aleenoe lechalotenoe
Maar in ieder geslacht stonden ze tegen ons op om ons te vernietigen
Wehakadosh baroech hoe matsielenoe mi-jadam
Maar G-d heeft ons uit hun handen gered.

Ik heb dit altijd al een moeilijke tekst gevonden als we het op seder-avond zingen. G-d redt ons …. Maar waarom beschermt Hij ons niet in de 1e plaats. G-d redt ons … maar tegen welke prijs? Ik werd in eerste instantie gevraagd om hier iets te zeggen als vader van een zoon die nu toevallig hier is, maar die eigenlijk zo snel mogelijk terug naar Israël wil om – zoals hij vandaag op de radio zei: “zich bij zijn eenheid te voegen”. En natuurlijk ben je dan als ouder bang… maar tegelijk ook trots, heel trots.

Maar ik wil het eigenlijk niet over mijn zoon hebben, maar over mijn ouders. Uiteraard is niets te vergelijken met de ramp van de Shoa, maar ik wil drie dingen van mijn ouders na de 2e Wereldoorlog met u delen vanavond. Eén van de 1e dingen die mijn ouders na de 2e Wereldoorlog deden was het opzetten van Tikwatenoe, de Joodse jeugdbeweging. Herbouwen wat stuk was gemaakt, vernietigd was. En nu leven we in een stad met 15 sjoels, Joodse scholen, kosjere restaurants. Alles leek niet alleen kapot, maar alles was kapot. En toch is er weer een actief en bloeiend leven in deze stad.

Een tweede ding wat ik met u wil delen is, wat mijn moeder zei toen ze zag hoe het vliegtuig van El Al met aan boord het koor uit Israël waarin mijn broer zong in Frankfurt landde: … “Dit is onze overwinning op Hitler: een Israëlisch vliegtuig met een koor uit Jerusalem dat in Duitsland landt”. Het naziregime verdwenen, Israëlische vliegtuigen en koren in Israël … wie had dat in 40-45 kunnen denken.

Het derde is wat mijn vader deed toen hij na de Oorlog voor het eerst weer in Duitsland was. Midden op de snelweg maakte hij een U-turn. Toen mijn moeder zei: Hans, wat doe je”, was zijn reactie: “Ze zullen weten dat ik er nog ben” . Is er hoop? Hoe moeilijk ook op dit moment voor te stellen en hoe groot de slag die ons is toegebracht ook is: Ja, die hoop is er. Er landen El Al-vliegtuigen in Israël, we zijn als Joden zichtbaar en er is weer bloeiend Joods leven, waar het in de Shoa vernietigd werd. Net voor ik hier kwam, hoorde ik op de radio dat Oostenrijk en Duitsland bij de eerste landen hoorden die de financiële hulp aan de Palestijnen hebben opgeschort.

En G-d dan? G-d’s daden zijn onbegrijpelijk voor ons als mensen. Maar we hebben wel een belangrijk principe in het jodendom –Een somechiem al hanes. We mogen niet op wonderen vertrouwen. G-d helpt ons, als wij zelf actie ondernemen. Dat principe gold al sinds het begin van het bestaan van het joodse volk. Volgens de midrasj opende de zee zich pas voor het Joodse volk bij de uittocht uit Egypte, toen de Joden zelf de zee ingingen. De thora schrijft dat G’d zei: “ma tits’ak elai, daber el bene Jisrael wejisa’oe. -Wat schreeuw je naar/om mij. Spreek tegen het Joodse volk en laat ze optrekken”.-

Wíj hebben de plicht om er zelf aan te werken, zelf actie te ondernemen. We kunnen weinig doen in Nederland, maar laten we doen wat we kunnen. Door elkaar te steunen, door te doneren en andere dingen te doen die Israël van ons vraagt. Door zichtbaar te zijn, ons niet te verstoppen. Door actief en weerbaar te zijn. En … ja, door te dawwenen. En voor wie niet in dat laatste gelooft … als dawwenen niet baat, het schaadt ook niet.

Laten we doen, wat we kunnen als is het nog zo beperkt. Dan is er – zoals de geschiedenis ons leert – zelfs hoop op de aller donkerste momenten. Als wij ons deel doen, mogen we hopen dat G-d ook Zijn deel doet. Dan is er hoop, de hoop die ons al 2000 jaar overeind houdt. HATIKVA BAT SHENOT ALPAJIM

Joodse Gemeente Amsterdam

Van der Boechorststraat 26 | 1081 BT Amsterdam | Tel: 020-6460046 | info@nihs.nl

Facebook
Instagram
YouTube
LinkedIn
U ontvangt deze email omdat u ingeschreven staat op de NIHS-Hakehilla mailinglijst. Indien u zich wilt afmelden, kunt u zich hier uitschrijven.