Lieve lezer, Deze week brak de zon eindelijk door. President Macron had een paar dagen daarvoor zwaardere maatregelen aangekondigd voor mijn thuisstad Parijs. Het is ondertussen een jaar geleden sinds het woord ‘lockdown’ enige betekenis had in Frankrijk; inmiddels is alles een lockdown. Deze keer moedigde Macron ons aan de lockdown zoveel mogelijk buiten door te brengen. Die boodschap was aangekomen. Ik ging naar het park om de verjaardag van een vriend te vieren. Mijn huis is slecht geïsoleerd, waardoor ik mijn elektrische kachel nauwelijks gebruik. Hierdoor kwam het dat ik tijdens de eerste echt warme lentedag thuis zat, met twee paar sokken, een thermo-onderbroek en een dikke zwarte broek eroverheen. Toen ik die namiddag vertrok naar het park, nam ik voor de zekerheid mijn sjaal mee – het was namelijk best fris, dacht ik. Niet dus. Het park bevond zich op een helling op een van de hoogste liggingen van de stad. De helling is gekeerd naar het punt waar de zon ondergaat, wat er op neerkomt dat je je absoluut nergens kunt verstoppen zodra de zon vrij spel krijgt om de boel op te warmen. Het hele grasveld was bedekt met zonnebadende lichamen, muziek-makende eenzaten en zitcirkels met opstijgende rookpluimen. In de hoek was een danskuil, waar op toepasselijke afstand mensen meebewogen op een kabbelend salsaritme. In mijn ski-outfit zocht ik de jarige. Ik voelde me als de overlever van een vliegtuigramp die na jaren weer terugkwam in een samenleving die vanzelfsprekend hetzelfde is gebleven in mijn afwezigheid. Het zweet parelde al op mijn voorhoofd na een twintigtal stappen. Ik zag de jarige nergens. Ik daalde de helling af; misschien verstopte hij zich achter die enkele struik die er was. Helaas. Toen ik hem belde, bleek hij helemaal bovenaan te staan. Ik draaide me om en zag hem inderdaad van bovenaf naar me zwaaien. Ik sjokte terug de heuvel op. Eenmaal bovenaan konden ze me opvegen. Wat heb jij nou allemaal aan? Weet je niet hoe warm het is? Fijne lente, Esha Guy Hadjadj Chef Actueel |